direct naar inhoud van TOELICHTING
Plan: Vlieland - Uitbreiding tennisbanen
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0096.20151354-VA01

TOELICHTING

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Het tenniscomplex op Vlieland ligt direct ten noordoosten van het dorp, aansluitend op het zwembad Flidunen. Dit complex bestaat uit twee tennisbanen en een clubgebouw. De tennisclub wil graag uitbreiden met een extra tennisbaan. Deze is aan de zuidzijde, aansluitend op de bestaande banen beoogd. Het bestemmingsplan staat echter maar twee tennisbanen toe. Voor uitbreiding is een wijzigingszone opgenomen. De gemeente Vlieland wil medewerking verlenen aan het voornemen door gebruik te maken van een wijzigingsbevoegdheid die is opgenomen in het bestemmingsplan Recreatieve voorzieningen (zie hiervoor paragraaf 1.3). Om hier toepassing aan te geven is dit wijzigingsplan opgesteld.

1.2 Plangebied

Het plangebied van dit wijzigingsplan omvat de tennisbanen en de gronden direct ten zuiden hiervan. Dit terrein ligt op korte afstand ten noordoosten van het dorp. In figuur 1.1 is het plangebied voor dit wijzigingsplan weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0096.20151354-VA01_0001.png"

Figuur 1.1 Luchtfoto plangebied

1.3 Geldende regeling

Het plangebied is geregeld in het bestemmingsplan Recreatieve voorzieningen, dat op 30 juni 2014 is vastgesteld. De bestaande tennisbanen hebben de bestemming 'Sport'. Op twee plekken is een aanduidingsvlak 'tennisbaan' opgenomen. Binnen deze aanduidingsvlakken mogen twee nieuwe tennisbanen worden aangelegd. In Artikel 6, lid 6.5 is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, waarmee onder voorwaarden een extra baan binnen dit vlak aangelegd kan worden.

De gewenste situatie kan mogelijk worden gemaakt door gebruik te maken van deze bevoegdheid. In paragraaf 2.3 wordt de ontwikkeling getoetst aan de voorwaarden.

1.4 Leeswijzer

Na deze inleiding wordt in hoofdstuk 2 een beschrijving gegeven van de huidige situatie, de voorgestelde ontwikkelingen en de uitgangspunten voor het plan. In hoofdstuk 3 wordt het, voor het plan relevante, beleid op de verschillende niveaus beschreven. In hoofdstuk 4 worden de ontwikkelingen getoetst aan de omgevingsaspecten. Vervolgens wordt in hoofdstuk 5 het juridische systeem toegelicht. In hoofdstuk 6 wordt de uitvoerbaarheid van het plan behandeld.

Hoofdstuk 2 Huidige situatie en beschrijving initiatief

2.1 Huidige situatie

Het plangebied maakt deel uit van een sportcomplex dat in het bosgebied ten noordoosten van het dorp Vlieland ligt. Dit complex bestaat uit een zwembad, skatebaan, een jeu-de-boules-baan en het terrein van de tennisclub. Op dit terrein liggen twee aaneengesloten tennisbanen met ten oosten hiervan een clubhuis. Het geheel is omsloten door bebossing. Dit wijzgingsplan beperkt zich tot de tennisbanen en de beoogde uitbreiding van de tennisclub.

2.2 Beschrijving initiatief

Het initiatief omvat de aanleg van een derde tennisbaan, direct ten zuiden van de huidige banen. De gewenste inrichting van het terrein is op een luchtfoto geprojecteerd in figuur 2.1.

afbeelding "i_NL.IMRO.0096.20151354-VA01_0002.png"

Figuur 2.1 Gewenste situatie

Locatiekeuze

In het bestemmingsplan recreatieve voorzieningen zijn twee locaties aangewezen voor uitbreiding van de tennisbanen. Als eerste het gebied ten zuiden van de tennisbanen en ten tweede direct grenzend aan de zuidzijde van het zwembad.

De tennisvereniging geeft de voorkeur aan het gebied direct aansluitend aan de twee tennisbanen, vanuit organisatorisch perspectief. Het toezicht vanuit het clubhuis is gericht op de twee bestaande banen en een derde zou daar zonder problemen aan toegevoegd kunnen worden. De bestaande voorzieningen kunnen worden gebruikt.

Op een deel van het terrein grenzend aan het zwembad is een jeu-de-boule-baan in gebruik. Deze zou eventueel moeten worden verplaatst of verwijderd. Dit is een ongewenste situatie.

Landschappelijke inpassing

De derde tennisbaan ligt direct grenzend aan de bestaande twee. De banen zijn in een bosrijke omgeving gelegen en net als de bestaande tennisbanen wordt de zuidelijke baan ingepast in het bos.

In het ecologisch rapport wordt geadviseerd de rand van het terrein te voorzien van extra onderbeplanting, dit zal als voorwaarde worden meegenomen in de af te geven omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden. De bij te plaatsen lampen zullen ook worden voorzien van afdekkappen, zodat zo weinig mogelijk hinder van het licht ontstaat.

2.3 Toetsing aan wijzigingscriteria

Voor de gewenste planologische situatie kan gebruik worden gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid in artikel 6, lid 6.5 van het bestemmingsplan. Het college van burgemeester en wethouders kan het plan wijzigen in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'tennisbaan' het mogelijk wordt om een derde tennisbaan aan te leggen, mits er vooraf ontheffing wordt verkregen van de provinciale verordening ten aanzien van ontwikkelingen in de provinciale ecologische hoofdstructuur (artikel 8.1.3 Verordening Romte 2011 van de provincie Fryslân).

Sinds de vaststelling van het bestemmingsplan is de Verordening Romte herzien. Er wordt niet langer uitgegaan van een ontheffingsstelsel. In plaats daarvan moet in het wijzigingsplan worden aangetoond hoe met de provinciale belangen wordt omgegaan. Paragraaf 3.2 gaat hier nader op in.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 door de minister vastgesteld. Met de Structuurvisie zet het kabinet het roer om in het nationale ruimtelijke beleid. Om de verantwoordelijkheden te leggen waar deze het beste passen brengt het Rijk de ruimtelijke ordening meer over aan gemeenten en provincies. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsruimte voor het faciliteren van ontwikkelingen.

In de SVIR is 'de ladder voor duurzame verstedelijking' geïntroduceerd. De ladder is ook als procesvereiste opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Het uitbreiden van een tennisbaan met één extra baan wordt niet gezien als verstedelijking in dit kader. De ladder is zodoende niet van toepassing.

Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) stelt regels omtrent de 13 aangewezen nationale belangen zoals genoemd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). Dit bestemmingsplan raakt geen rijksbelangen zoals deze genoemd zijn in het Barro.

3.2 Provinciaal beleid

Streekplan Fryslân 2007

Het Streekplan Fryslân 2007 is op 13 december 2006 door Provinciale Staten vastgesteld. In het Streekplan wordt het provinciaal omgevingsbeleid verwoord. De provincie Fryslân zet in op de verhoging van de ruimtelijke kwaliteit bij veranderingen in het gebruik en de inrichting van de ruimte. Ruimtelijke kwaliteit dient zowel voor economische, sociale als culturele belangen en is daarmee voor alle functies in Fryslân essentieel. De structuurvisie Grutsk op 'e Romte! vormt voor dit onderdeel een uitwerking.

Voor de Waddeneilanden geldt het beleid dat de bijzondere waarden voorop worden gesteld. Vrijwel heel Vlieland is aangewezen als onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur. Er is ruimte voor ontwikkeling van bestaande bedrijven, mits geen afbreuk wordt gedaan aan de waarden van de EHS.

De verhoging van de ruimtelijke kwaliteit en de beleving van de waarden van Vlieland zijn speerpunt. Maatwerk is daarom noodzakelijk, dit is in alle gevallen afgestemd op de eilander situatie.

Structuurvisie Grutsk op 'e Romte

De provincie zet in op het in stand houden en verder ontwikkelen van de belangrijke landschappelijke kwaliteiten en waarden in de provincie. Hiervoor heeft de provincie op 26 maart 2014 de structuurvisie 'Grutsk op é Romte' vastgesteld. Het plangebied maakt deel uit van het deelgebied 'Waddengebied'. Voor dit gebied zijn aan aantal kernkwaliteiten (ofwel: provinciale belangen) aangewezen. Het gaat dan om landschappelijke kwaliteiten en kenmerken. De beperkte, perceelsgebonden ontwikkeling die dit plan voorstelt doet hier geen afbreuk aan. In paragraaf 2.2 is aangegeven hoe de baan landschappelijk wordt ingepast.

Verordening Romte Fryslân 2014

In de Verordening Romte Fryslân (vastgesteld op 25 juni 2014) stelt de provincie regels aan de provinciale belangen. Deze regels moeten in gemeentelijke plannen worden vertaald. Voor dit plan zijn de volgende artikelen uit de verordening relevant:

Recreatie op de Waddeneilanden

Op grond van lid 5.7.2 moet in de toelichting op een ruimtelijk plan waarin een nieuwe of een uitbreiding van een bestaande recreatieve voorziening op of bij een Waddeneiland is opgenomen, worden onderbouwd op welke wijze is gezorgd voor stabilisatie van de totale recreatiedruk per eiland en rekening is gehouden met de landschappelijke en natuurlijke waarden. Deze bepaling is vooral gericht op verblijfsrecreatie. De uitbreiding van de tennisbaan heeft geen invloed op de totale recreatiedruk.

Ecologische hoofdstructuur

Vrijwel het gehele buitengebied van Vlieland is onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Ook het bosgebied waarin de uitbreiding plaatsvindt valt hier onder. Op grond van de verordening mag een ruimtelijk plan voor gronden binnen de EHS geen activiteiten en ontwikkelingen mogelijk maken, die leiden tot significante aantasting van de wezenlijke kenmerken en waarden, of tot een significante vermindering van de oppervlakte van de EHS. In afwijking hiervan kan een ruimtelijk plan nieuwe activiteiten en ontwikkelingen mogelijk maken die leiden tot een significante aantasting van de wezenlijke kenmerken en waarden van de ecologische hoofdstructuur, mits:

  • a. er geen reële alternatieven voor de beoogde ontwikkeling zijn,
  • b. schade door mitigerende maatregelen zoveel wordt beperkt als fysiekruimtelijk en wat betreft uitvoerbaarheid van de beoogde ontwikkeling redelijkerwijs mogelijk is, en
  • c. resterende schade wordt gecompenseerd door het treffen van zodanige maatregelen dat geen netto verlies optreedt van wezenlijke kenmerken en waarden in termen van kwaliteit en samenhang van de ecologische hoofdstructuur.

Reële alternatieven zijn er in dit geval niet. Het gehele gebied rondom het sportcomplex valt onder de EHS. Vanwege de ingrepen in de EHS is een natuurtoets uitgevoerd.

Hierin wordt ingegaan op mitigerende maatregelen, waaronder nieuwe beplanting en het gebruik van afgeschermde verlichting.

De ontwikkeling heeft tot gevolg dat compensatie nodig is. Hierover zijn afspraken gemaakt in het structuurplan compensatie EHS 2000 (bijlage 1 afwegingstabel compensatie). Dit is al afgestemd met de provincie.

Conclusie

Het plan is in overeenstemming met de regels uit de Verordening Romte Fryslân.

3.3 Gemeentelijk beleid

Structuurvisie 2020

De gemeente Vlieland heeft een structuurvisie 'Ruimte voor Vlieland' opgesteld. Hierin staat op hoofdlijnen het ruimtelijk beleid van de gemeente tot 2020 weergegeven. De gemeente zal bij alle ruimtelijke ontwikkelingen sturen op:

  • 1. een duurzame ontwikkeling door efficiënt en zuinig ruimtegebruik;
  • 2. het versterken van de identiteit door een kwaliteitsverbetering van het recreatieve product Vlieland;
  • 3. zoeken naar ruimte door versterking van de kenmerkende ruimtelijke structuur.

Specifieke uitgangspunten ten aanzien van de uitbreiding van de tennisbanen worden niet gegeven. In algemeenheid wordt gesteld dat de uitbreiding beperkt en compact is en daarmee onder efficiënt en zuinig ruimtegebruik valt. Ook is sprake van een kwaliteitsverbetering van het recreatieve aanbod.

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Ter bescherming van de kwaliteit van de leefomgeving wordt naast specifieke (milieu)wetgeving op een goede ruimtelijke ordening ingezet. In de volgende paragrafen worden de relevante aspecten per thema onderzocht.

4.1 Milieuzonering

Tussen bedrijfsactiviteiten en hindergevoelige functies (waaronder wonen) is een goede afstemming nodig. Het doel daarbij is het voorkomen van onacceptabele hinder ter plaatse van woningen, maar ook om te zorgen dat bedrijven niet worden beperkt in de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden. Bij de afstemming wordt gebruik gemaakt van de richtafstanden uit de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering'. Een richtafstand wordt beschouwd als de afstand waarbij onaanvaardbare milieuhinder redelijkerwijs is uitgesloten. Bedrijfsactiviteiten zijn daarvoor ingedeeld in een aantal milieucategorieën.

Een veldsportcomplex, waaronder ook een tennisbaan valt, is aangewezen als inrichting van milieucategorie 3.1. Hierbij geldt een richtafstand van 50 meter. Binnen 50 meter van het plangebied zijn geen woningen van derden gelegen. Bovendien vindt de uitbreiding plaats binnen de bestaande inrichting van de tennisbanen. Dit aspect heeft geen gevolgen voor dit wijzigingsplan.

4.2 Geluid

Het aspect 'geluid' gaat over geluidhinder op geluidsgevoelige objecten als gevolg van verkeer en industrie. De Wet geluidhinder (Wgh) is hiervoor het toetsingskader. Rondom wegen met een maximumsnelheid van meer dan 30 km/uur, spoorwegen en aangewezen bedrijven(terreinen) zijn geluidszones van toepassing. Als er geluidsgevoelige objecten, zoals woningen, binnen deze zones worden toegevoegd, dan moet geluidsbelasting op de gevels hiervan worden bepaald en getoetst aan de normen.

Vlieland is autoluw en op de wegen in de kom geldt een maximumsnelheid van 30 km/uur. Er zijn er geen spoorwegen of geluidszoneringsplichtige industrie aanwezig. Het plangebied ligt dus niet in een geluidszone. Ook worden er geen geluidsgevoelige objecten voorgesteld. Er hoeft dus niet te worden getoetst aan de Wgh.

4.3 Water

Deze 'waterparagraaf' gaat in op de watertoets. Hierin wordt beoordeeld wat de effecten van het bestemmingsplan op de waterhuishouding zijn en of er waterschapsbelangen spelen. De belangrijkste thema's zijn waterveiligheid, de afvoer van schoon hemelwater en afvalwater en de waterkwaliteit.

Het plangebied ligt in het beheersgebied van Wetterskip Fryslân. Het plan is via de digitale watertoets kenbaar gemaakt bij het waterschap. Het plan heeft een beperkte invloed op de waterhuishouding. Daarom is de korte procedure voor de watertoets van toepassing. Nader overleg met het waterschap is niet nodig wanneer rekening wordt gehouden met de uitgangspunten van het standaard wateradvies. Dit standaard wateradvies is opgenomen in Bijlage 1.

Bij de uitvoering van de plannen wordt rekening gehouden met het wateradvies. De watertoetsprocedure is hiermee afgerond.

4.4 Bodem

Bij het aspect 'bodem' staat de vraag centraal of de bodemkwaliteit toereikend is voor het nieuwe gebruik. De bodem kan door eerdere (bedrijfs)activiteiten verontreinigd zijn. Voor de ruimtelijke procedure is het van het belang dat verdachte locaties worden gesignaleerd.

Het plangebied ligt in een landelijke, natuurlijke omgeving. Er is geen sprake van een locatie die verdacht is voor bodemverontreiniging. Bovendien worden er geen verblijfsruimten voor mensen gerealiseerd. Het uitvoeren van een verkennend bodemonderzoek is daarom niet nodig.

4.5 Archeologie

In de Monumentenwet zijn archeologische resten beschermd. Wanneer de bodem wordt verstoord moeten archeologische resten intact blijven. Als dit niet mogelijk is, is opgraving een optie. Om inzicht te krijgen in de kans op het aantreffen van archeologische resten in bepaalde gebieden zijn op basis van historisch onderzoek archeologische verwachtingskaarten opgesteld.

Voor Vlieland wordt gebruik gemaakt van de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE). Uit deze kaart blijkt dat de kans op het aantreffen van archeologische resten in het plangebied zodanig laag is, dat archeologisch onderzoek niet nodig is. Als bij bodemingrepen toch archeologische resten worden aangetroffen dan moet dit gemeld worden bij het bevoegd gezag.

4.6 Ecologie

Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet rekening gehouden worden met de natuurwaarden van de omgeving en met beschermde plant- en diersoorten. De Natuurbeschermingswet regelt de bescherming van natuurgebieden. Dit gaat om op Europees niveau aangewezen Natura 2000-gebieden. In de provinciale verordening worden gebieden die van belang zijn voor de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) beschermd. De bescherming van soorten en hun verblijfplaatsen is geregeld in de Flora- en faunawet.

Vlieland heeft een hoge natuurwaarde. Op Vlieland zelf ligt het Natura 2000-gebied 'Duinen Vlieland'. Aan de noordzijde ligt de Noordzeekustzone en aan de zuidkant de Waddenzee. Het plangebied ligt niet binnen, maar wel nabij de Duinen Vlieland. Het plangebied maakt wel deel uit van de EHS. In het kader van de ontwikkeling is een natuurtoets uitgevoerd. De bijbehorende rapportage is opgenomen in Bijlage 2. Geconcludeerd wordt dat de plannen uitvoerbaar zijn binnen de kaders van de Natuurbeschermingswet en de Flora- en Faunawet. Wel zijn mitigerende en compenserende maatregelen nodig vanwege de ligging in de EHS. Hierin is uitvoering gegeven.

4.7 Cultuurhistorie

In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is bepaald dat in een ruimtelijk plan een beschrijving opgenomen moet worden van de manier waarop met de aanwezige cultuurhistorische waarden rekening is gehouden.

Hoewel dit gebied is aangeplant als kwekerij van bomen met diepe greppel, blijft het grootste en belangrijkste deel van dit gebied in takt. Binnen het plangebied zijn geen cultuurhistorische waarden aan te wijzen. Het is daarom niet nodig om regels op te nemen ter bescherming van cultuurhistorische waarden.

4.8 Externe veiligheid

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen. Het toetsingskader wordt gevormd door verschillende besluiten en documenten (Bevi, Bevb, Basisnet). Risico's zijn inzichtelijk gemaakt op de risicokaart die per provincie wordt bijgehouden.

Uit de risicokaart blijkt dat er in de wijde omgeving van het plangebied geen risicobronnen aanwezig zijn. Ook worden er geen risicobronnen, zoals opslag van gevaarlijke stoffen, voorgesteld. Als gevolg van dit plan ontstaan dus geen externe risico's.

4.9 Luchtkwaliteit

In de Wet milieubeheer zijn normen voor luchtkwaliteit opgenomen. Deze normen zijn bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid, als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging, tegen te gaan. Als maatgevend voor de luchtkwaliteit worden de gehalten fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) gehanteerd.

Volgens de Grootschalige Concentratie- en Depositiekaarten Nederland (2025) geldt in de directe omgeving van het plangebied een gemiddelde fijn stof concentratie (PM10) van 15 µg/m3 en een gemiddelde concentratie stikstofdioxide (NO2) van 9 µg/m3. De norm voor beide stoffen ligt op 40 µg/m3 (jaargemiddelde concentratie vanaf 2015). Er is sprake van een erg goede luchtkwaliteit.

Voor veel initiatieven is bepaald dat deze 'niet in betekenende mate' bijdragen aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. De beperkte uitbreiding van de tennisbanen hoort daar ook bij. Op basis van het voorgaande wordt geconcludeerd dat het plan geen overschrijding van de luchtkwaliteitsnormen tot gevolg heeft.

4.10 Kabels, leidingen en zoneringen

Bij de uitvoering van ruimtelijke ontwikkelingen moet rekening worden gehouden met de aanwezigheid van elektriciteit- en communicatiekabels en nutsleidingen in de grond. Hier gelden beperkingen voor ingrepen in de bodem. Daarnaast zijn zones, bijvoorbeeld rondom hoogspanningsverbindingen, straalpaden en radarsystemen van belang. Deze vragen vaak om het beperken van gevoelige functies of van de hoogte van bouwwerken. Voor ruimtelijke plannen zijn alleen de hoofdleidingen van belang. De kleinere, lokale leidingen worden bij de uitvoering door middel van een Klic-melding in kaart gebracht.

In of nabij het plangebied lopen geen hoofdleidingen of -kabels. Ook liggen er geen relevante zones over het plangebied.

Hoofdstuk 5 Juridische regeling

5.1 Algemeen

Systematiek

Het wijzigingsplan voldoet aan alle vereisten die zijn opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening (Wro), het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Het voldoet aan de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2012.

Het wijzigingsplan regelt de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de gronden in het plangebied. De juridische regeling is vervat in een verbeelding en bijbehorende regels. Op de verbeelding zijn de verschillende bestemmingen vastgelegd, in de regels (per bestemming) de bouw- en gebruiksmogelijkheden.

Verbeelding

Het wijzigingsplan gaat vergezeld van een verbeelding. Op deze verbeelding is het plangebied met de toekomstige bestemming weergegeven. Voor dit gebied vervangt het wijzigingsplan de bestemming van de gronden in het bestemmingsplan Vlieland kom.

Regels

De regels die deel uitmaken van het bestemmingsplan Recreatieve voorzieningen, zoals vervat in de bestandenset met planidentificatie: NL.IMRO.0096.BP01217-VA01 met de bijbehorende regels (en bijlagen) zijn onverkort van toepassing op dit wijzigingsplan.

5.2 Toelichting op de bestemming

Sport

De bestemming is afgestemd op het bestemmingsplan Recreatieve voorzieningen, maar toegespitst op de tennisbanen. In plaats van twee tennisbanen binnen de aanduiding 'tennisbaan', maakt dit wijzigingsplan drie tennisbanen mogelijk.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheidsaspecten van een wijzigingsplan. In dat verband wordt een onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid.

6.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het wijzigingsplan doorloopt de in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) opgenomen procedure:

Ter inzage ontwerp-wijzigingsplan

Het ontwerp-wijzigingsplan heeft gedurende zes weken ter inzage gelegen (artikel 3.8 Wro). Tijdens deze periode is voor belanghebbenden de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen geboden. Er is één zienswijze ingediend door de provincie Fryslân.

Zienswijze provincie

De provincie geeft hierin aan dat de ontwikkeling deel op gronden ligt die onderdeel uitmaken van de EHS en dat uit het ecologisch rapport (Bijlage 2) blijkt dat er mitigerende maatregelen nodig zijn om schade als gevolg van de aanleg van de tennisbaan zoveel mogelijk te voorkomen. De provincie kan instemmen met het verlenen van medewerking aan de derde tennisbaan. Wel moeten de mitigerende maatregelen worden gewaarborgd om te voldoen aan de Verordening Romte 2014. Voor zover sprake is van maatregelen op het perceel van de tennisvereniging, is het opnemen van een voorwaardelijke verplichting noodzakelijk. Als sprake is van het aanbrengen van beplanting buiten het plangebied, moet in de paragraaf uitvoerbaarheid van het plan duidelijk worden aangegeven dat concrete afspraken zijn gemaakt met de eigenaar (Staatsbosbeheer) en er voldoende geld is gereserveerd voor de uitvoering van de maatregelen.

Reactie

De mitigerende maatregelen vinden geheel buiten de begrenzing van het plangebied, op gronden van Staatsbosbeheer (SBB), plaats. Hierover overleg gevoerd met SBB. Deze heeft ter plaatse te kappen bomen geselecteerd (blessen) en hiervoor een blesstaat toegezonden. Hierop zijn in totaal 71 bomen gemarkeerd. Afgesproken is dat iedere boom gecompenseerd wordt door het aanplanten van twee bomen in de directe omgeving van het tenniscomplex en voornamelijk in de omliggende groenstrook. SBB zal toezicht houden op de werkzaamheden dan wel deze (laten) uitvoeren op kosten van de tennisvereniging. Daarnaast heeft SBB aangeboden om de omliggende rabatten op te schonen tot het schone zand, om deze beter te laten functioneren.

Als mitigerende maatregel worden er dus in totaal worden 142 bomen aangeplant. In overleg met SBB wordt een keuze gemaakt in een mix van soorten die bijdragen aan het vogelrijkdom. Hiermee wordt voldaan aan de voorwaarden uit het ecologisch onderzoek en daarmee aan de regels van de Verordening Romte 2014. Het opwaarderen van de rabatten is een plus hierop. Voor de aanplant en instandhouding van de 142 bomen is een voorwaardelijke verplichting opgenomen. Deze bomen moeten binnen 1 jaar na in gebruikname van de tennisbaan, binnen een straal van 500 meter vanaf het plangebied worden aangeplant.

Vaststelling

Het college van burgemeester en wethouders heeft op 13 april 2016 besloten over de vaststelling van het wijzigingsplan. Het wijzigingsplan is gewijzigd vastgesteld, in die zin dat in artikel 2, lid 2.5 een voorwaardelijke verplichting is opgenomen tot het planten van 142 bomen in de strook rond de tennisbaan. Tegen dit besluit is beroep mogelijk bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

6.2 Economische uitvoerbaarheid

De ontwikkeling is een particulier initiatief. De kosten voor uitvoering van het plan worden gedragen door de initiatiefnemer. Deze heeft de ontwikkelingskosten inzichtelijk gemaakt. Het plan wordt hiermee economisch uitvoerbaar geacht.

6.3 Grondexploitatie

Het doel van de grondexploitatieregeling is het inzichtelijk maken van de financiële haalbaarheid en het bieden van meerdere mogelijkheden voor het kostenverhaal, waardoor er meer sturingsmogelijkheden zijn. In dit wijzigingsplan wordt geen bouwplan in de zin van artikel 6.2.1 Bro mogelijk gemaakt. In dergelijke gevallen is het opstellen van een grondexploitatieplan niet noodzakelijk.