direct naar inhoud van Artikel 10 Algemene ontheffingsregels
Plan: Hotels badweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0096.077104-VG01

Artikel 10 Algemene ontheffingsregels

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een goede landschappelijke inpassing, de zeedefensie, de verkeersveiligheid, de bescherming van de aan de gronden toegekende landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, ontheffing verlenen van:

  • a. de bij recht in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages, met uitzondering van de in de bouwvlakken aangegeven goot- en/of bouwhoogtes, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, gehoord de gemeenteraad;
  • b. de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
  • c. de bestemmingsregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  • d. de bestemmingsregels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m;
  • e. de bestemmingsregels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot ten hoogste 15,00 m;
  • f. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, wordt vergroot, mits:
    • 1. deze vergroting niet meer dan 10% van de oppervlakte van het betreffende gebouw zal bedragen;
    • 2. de vergroting niet meer dan 0,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw zal bedragen;
  • g. het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bouwvlak en toestaan dat de grenzen van het bouwvlak naar de buitenzijde worden overschreden door:
    • 1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;
    • 2. uithangborden;
    • 3. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;
    • 4. erkers over maximaal de halve gevelbreedte, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen;

mits de bouwgrens met niet meer dan 1,50 m overschrijdend.