direct naar inhoud van Artikel 3 Horeca - Hotel
Plan: Hotels badweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0096.077104-VG01

Artikel 3 Horeca - Hotel

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Horeca - Hotel aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. een hotel-/restaurant;
    • 2. personeelsverblijven;
    • 3. dienstwoningen;
    • 4. recreatieve voorzieningen, zoals een bowlingbaan, een sauna, een zwembad en een leisure-centrum;
  • b. gebouwen ten behoeve van fietsenstallingen;
  • c. gebouwen ten behoeve van containerstalling, ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - gebouw':
  • d. tennisbanen, ter plaatse van de aanduiding "tennisbaan";
  • e. een ondergrondse verbindingstunnel, ter plaatse van de aanduiding "tunnel";

met de daarbijbehorende:

  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. speelvoorzieningen;
  • h. beplantingen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. duingebied;
  • k. wegen en paden;
  • l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.2.1 .

Voor het bouwen van de in 3.1. sub a genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd, met uitzondering van ondergrondse gebouwen die ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - ondergronds" mogen worden gebouwd.;
  • b. de maatvoering van de bovengrondse gebouwen zal voldoen aan de in het bouwvlak aangegeven eisen ten aanzien van de goot- en de bouwhoogte;
3.2.2 .

Voor het bouwen van de in lid 3.1. sub b genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen zal ten hoogste 250 m² bedragen;
  • b. de hoogte van een gebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
3.2.3 .

Voor het bouwen van de in lid 3.1. sub c genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw zal uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - gebouw";
  • b. de hoogte van een gebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen.

3.2.4 .

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • b. de hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een goede landschappelijke inpassing;
  • b. de zeedefensie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de bescherming van de aan de gronden toegekende landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een amusementshal;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken als zelfstandige bar of bar-/dancing;
  • c. het gebruik van de gebouwen voor meer dan 460 logiesplaatsen;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken op een zodanige wijze dat het aantal logiesplaatsen in de appartementen per gebouw meer dan 40% bedraagt van het totale aantal aanwezige logiesplaatsen;
  • e. het zelfstandig gebruik van appartementen, in die zin dat deze geen deel uitmaken van de exploitatie van het horecabedrijf;
  • f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, voor zover de verkoopvloeroppervlakte meer dan 15 m² bedraagt.


3.5 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • het bepaalde in lid 3.4. sub f juncto artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening en toestaan dat gronden en bouwwerken worden gebruikt voor de uitoefening van detailhandel bij een horecabedrijf, mits:
    • 1. de gezamenlijke verkoopvloeroppervlakte ten behoeve van de detailhandel ten hoogste 30 m² zal bedragen;
    • 2. de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de uitoefening van het horecabedrijf.

3.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

  • het aantal logiesplaatsen in de appartementen wordt vergroot tot 100% van het totale aantal aanwezige logiesplaatsen, mits:
  • 1. blijkt dat deze wijziging noodzakelijk is voor het voortbestaan van de hotels;
  • 2. geen gestapelde zomerhuizen, los van de exploitatie van de hotels, ontstaan.