direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Hotels badweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0096.077104-VG01

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het Bestemmingsplan Hotels Badweg van de gemeente Vlieland;

1.2 bestemmingsplan

de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0096.077104_VA01 met bijbehorende regels;

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar, ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 amusementshal

een bedrijf gericht op de exploitatie van speel- en gokapparatuur, zoals een flipperkasten- en fruitautomatenhal, een snookergelegenheid of een casino;

1.6 appartement

het geheel van bijbehorende vertrekken als afzonderlijke ge-meubileerde woongelegenheid in een groter gebouw dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning;

1.7 bar:

een horecabedrijf waar de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van dranken, met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond, waarbij de bedrijvigheid zich voornamelijk binnen de lokaliteit voltrekt;

1.8 bar-/dancing:

een bar, waar tevens gelegenheid wordt geboden tot dansen, en naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijven, zoals discotheken en nachtclubs;

1.9 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.10 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.11 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.12 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.13 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.14 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.15 bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel;

1.16 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.17 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.18 dak:

iedere bovenbeëindiging van een gebouw;

1.19 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling en ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.20 dienstwoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;

1.21 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.22 horeca:

het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse, al dan niet in combinatie met het bedrijfs-matig verstrekken van logies;

1.23 horecabedrijf

een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt;

1.24 hotel/hotel-restaurant

een horecabedrijf waar tegen vergoeding logies, al dan niet in combinatie met maaltijden en dranken, kunnen worden verstrekt;

1.25 kampeermiddel
  • a. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
  • b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde;


één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen ge-heel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

1.26 kap:

een dak dat voor minder dan 50% in het horizontale vlak ligt;

1.27 landschappelijke waarde:

de cultuurhistorische en de visuele waarden van het landschap, zoals aangegeven in de toelichting;

1.28 manege

een bedrijf met een publieksgericht karakter, dat is gericht op het bieden van gelegenheid tot het berijden en verzorgen van paarden en pony's (waaronder het lesgeven, de verhuur, het dresseren en trainen);

1.29 natuurwetenschappelijke waarden:

de abiotische en biotische waarden van een gebied, zoals aangegeven in de toelichting;

1.30 ondergronds:

beneden het maaiveld;

1.31 peil:
  • a. binnen de bestemming "Natuur" voor zover ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - gebouw" en binnen de bestemming "Horeca - Strandpaviljoen":
      • 4,88 m plus Normaal Amsterdams Peil;
  • b. binnen de overige gronden:
      • de hoogte van de bovenkant van het plafond van het leisure-centre, zijnde 7,37 m plus Normaal Amsterdams Peil;
1.32 permanente bewoning

bewoning als hoofdverblijf binnen de vaste woonplaats voor een periode zoals genoemd in de Huisvestingsverordening van de gemeente Vlieland (tenminste 2/3 van de tijd met een aaneengesloten periode van 180 dagen en minimaal 50 overnachtingen in de maanden december, januari en februari);

1.33 personeelsverblijf:

een ruimte in of bij een gebouw of op of bij een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor de huisvesting van personen wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of terrein, noodzakelijk is;

1.34 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.35 recreatieve bewoning:

de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie;

1.36 seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.37 strandpaviljoen:

een gebouw van demontabele constructie, waarin de bedrijfs-uitoefening hoofdzakelijk gericht is op het verstrekken van dranken en maaltijden voor gebruik ter plaatse ten behoeve van de strandrecreatie;

1.38 verkoopvloeroppervlakte:

de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;

1.39 woning:

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huis-vesting van één afzonderlijk huishouden c.q. een groep van personen, die gebruik maken van voor bewoning gemeen-schappelijke voorzieningen;

1.40 zomerhuis

een gebouw dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor re-creatieve bewoning.