direct naar inhoud van Regels
Plan: Parapluplan Terrassen Smallingerland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0090.PP2015GSL0004-0401

Regels

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan Parapluplan Terrassen Smallingerland met identificatienummer NL.IMRO.0090.PP2015GSL0004-0401 van de gemeente Smallingerland;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage;

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 bevoegd gezag

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;

1.6 gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden

de mogelijkheden om gronden en bouwwerken overeenkomstig de daaraan toegekende bestemming te gebruiken;

1.7 milieusituatie

de waarde van een gebied in milieuhygiënische zin die wordt bepaald door de mate van scheiding tussen milieugevoelige en milieubelastende functies, daarbij in het bijzonder gelet op het voorkómen dan wel beperken van hinder door geur, stof, geluid, gevaar, licht en/of trilling;

1.8 straat- en bebouwingsbeeld

de waarde van een gebied in stedenbouwkundige zin die wordt bepaald door de mate van samenhang in aanwezige bebouwing, daarbij in het bijzonder gelet op een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte, een goede bouwhoogte- en breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en de samenhang in bouwvorm en ligging tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is;

1.9 verkeersveiligheid

de waarde van een gebied voor de veiligheid van het verkeer die wordt bepaald door de mate van overzichtelijkheid en vrij uitzicht (met name bij kruisingen van wegen en uitritten) en de (mogelijke) effecten van bebouwing en overige inrichtingselementen op de gedragingen van verkeersdeelnemers.

Hoofdstuk 2 ALGEMENE REGELS

Artikel 2 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 3 Algemene aanduidingsregels

3.1 Terrassen in Centrum Drachten
3.1.1 Specifieke gebruiksregels

Ter plaatse van de aanduiding "overige zone - horeca A" mogen, voor zover sprake is van de in de bijlage bij deze regels genoemde bestemmingsplannen, de gronden met de bestemming "Verkeer - Verblijf" gebruikt worden voor terrassen. Hierbij gelden de volgende regels:

  • 1. terrassen zijn alleen toegestaan ten behoeve van en bij horecabedrijven, waarbij de afstand tussen het terras en het gebouw waarin het horecabedrijf gevestigd is maximaal 10 meter mag bedragen;
  • 2. bij terrassen zijn terrasafschermingen, parasols en andere voorzieningen toegestaan, met dien verstande dat:
    • a. de hoogte van terrasafschermingen maximaal 1,50 meter bedraagt;
    • b. de hoogte van parasols maximaal 3 meter bedraagt.
3.2 Terrassen buiten Centrum Drachten
3.2.1 Afwijken van de gebruiksregels

Ter plaatse van de aanduiding "overige zone - horeca B" kan het bevoegd gezag, voor zover sprake is van de in de bijlage bij deze regels genoemde bestemmingsplannen, bij een omgevingsvergunning afwijken van de bestemmingsregels ten behoeve van het toelaten van terrassen op gronden waarop geen horeca is toegetaan. Hierbij gelden de volgende regels:

  • 1. terrassen zijn alleen toegestaan ten behoeve van en bij horecabedrijven, waarbij de afstand tussen het terras en het gebouw waarin het horecabedrijf gevestigd is maximaal 10 meter mag bedragen;
  • 2. bij terrassen zijn terrasafschermingen, parasols en andere voorzieningen toegestaan, met dien verstande dat:
    • a. de hoogte van terrasafschermingen maximaal 1,50 meter bedraagt;
    • b. de hoogte van parasols maximaal 3 meter bedraagt.

3.2.2 Beoordelingscriteria

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.2.1 kan alleen worden verleend als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

Hoofdstuk 3 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

Artikel 4 Overgangsrecht

4.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.

  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 4.1 sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 4.1 sub a met maximaal 10%.

  • c. Lid 4.1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
4.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 4.2 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in lid 4.2 sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Lid 4.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 5 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

'Regels van het bestemmingsplan Parapluplan Terrassen Smallingerland.'