direct naar inhoud van TOELICHTING
Plan: Buitengebied 2013 - Boerestreek 40, Kortehemmen
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0090.BW2014BGB037-0401

TOELICHTING

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Aan de Boerestreek 40 te Kortehemmen is een agrarisch bouwperceel aanwezig welke niet meer als zodanig in gebruik is. De eigenaar heeft om die reden verzocht om een woonbestemming aan het perceel toe te kennen.

De gemeente kan instemmen met dit verzoek, omdat de bestemming dan in overeenstemming wordt gebracht met het huidige gebruik. In het geldende bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die het mogelijk maakt een (voormalige) agrarische bestemming te wijzigen naar een woonbestemming. Het voorliggende wijzigingsplan voorziet hierin.

In figuur 1 is een luchtfoto van het plangebied opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0090.BW2014BGB037-0401_0001.png"

Figuur 1: De ligging van het plangebied (bron: Google Maps)

1.2 Planologische regeling

Het perceel Boerestreek 40 te Kortehemmen is geregeld in het bestemmingsplan Buitengebied 2013 , vastgesteld op 11 juni 2013. In dit bestemmingsplan heeft het perceel de bestemming 'Agrarisch met waarden - Besloten gebied' voorzien van een bouwvlak.

afbeelding "i_NL.IMRO.0090.BW2014BGB037-0401_0002.png"

Figuur 2: Fragment geldend bestemmingsplan (bron: ruimtelijkeplannen.nl)

Er is echter geen agrarisch bedrijf meer aanwezig, waardoor er strijd met deze bestemming is. In het bestemmingsplan is in artikel 3 lid 3.8.1 sub c een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die het mogelijk maakt om bij bedrijfsbeïndiging de agrarische bestemming om te zetten naar een woonbestemming. Aan deze wijzigingsbevoegdheid wordt toepassing gegeven.

1.3 Leeswijzer

De toelichting van dit bestemmingsplan is als volgt opgezet:

  • in hoofdstuk 2 volgt een beschrijving van het plan;
  • hoofdstuk 3 bevat een beschrijving van de relevante beleidskaders;
  • in hoofdstuk 4 vindt een toetsing plaats aan de voor dit wijzigingsplan relevante wet- en regelgeving voor de verschillende omgevingsaspecten;
  • in hoofdstuk 5 wordt de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid van het plan aan de orde gesteld;
  • hoofdstuk 6 gaat in op de juridische regeling van het plan.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

Op het perceel Boerestreek 40 te Kortehemmen is een voormalig agrarisch bedrijf aanwezig. Er is sprake van een kop-hals-romp boerderij met daarbij nog een aantal vrijstaande opstallen op het erf. De opstallen worden niet meer bedrijfsmatig gebruikt. De oorspronkelijke bedrijfswoning wordt alleen nog bewoond.

afbeelding "i_NL.IMRO.0090.BW2014BGB037-0401_0003.png"

Figuur 2: Aanzicht perceel Boerestreek (Bron: Google Maps)

Het is de bedoeling dat het perceel een woonbestemming krijgt die recht doet aan het huidige gebruik en de bebouwing. Omdat er sprake is van een boerderijpand betekent dit dat de bestemming kan worden omgezet naar de bestemming 'Wonen - Woonboerderij'.

Met deze bestemming kan het voormalige boerderijpand en kunnen de bestaande opstallen gehandhaafd blijven, maar wordt de bestemming in overeenstemming gebracht met het feitelijke gebruik. De bestemming 'Wonen - Woonboerderij' biedt funcioneel ook nog een aantal aanvullende functionele mogelijkheden naast het wonen, zoals werken aan huis, bed en brochje of een internetwinkel. Voor deze functies kunnen de mogelijkheden worden benut in de bestaande opstallen.

Er kan gebruik worden gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid (art. 3.8.1 sub c), omdat wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden:

  • 1. de agrarische bedrijfsactiviteiten zijn volledig beëindigd;
  • 2. er wordt maximaal 1 woning gerealiseerd;
  • 3. de woning is gevestigd in de in voormalige agrarische bedrijfswoning.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op het ruimtelijk beleid dat het kader vormt voor dit bestemmingsplan. Hierbij komt het provinciaal en het gemeentelijk beleid aan bod. Dit beleid is afgestemd op het Rijksbeleid ten aanzien van de ruimtelijke ordening. Gezien het abstractieniveau wordt het in dit kader dan ook niet noodzakelijk geacht apart aandacht te besteden aan het Rijksbeleid.

3.1 Provinciaal beleid

Op 25 juni 2014 hebben Provinciale Staten de Verordening Romte Fryslân 2014 vastgesteld. Deze verordening behelst een aanpassing van de op 15 juni 2011 vastgestelde verordening.

De verordening stelt regels die ervoor moeten zorgen dat de provinciale ruimtelijke belangen doorwerken in de gemeentelijke ruimtelijke plannen. De verordening voorziet niet in nieuw beleid. Het belangrijkste uitgangspunt van de verordening is zorgvuldig ruimtegebruik. Uitsluitend geldend provinciaal ruimtelijk beleid is omgezet in algemeen geldende regels. Het ruimtelijk beleid is beschreven in de op 26 maart 2014 vastgestelde Structuurvisie "Grutsk op 'e Romte". Deze structuurvisie vervangt het geldende Streekplan op het gebied van kernkwaliteiten van het cultuurhistorische erfgoed en het landschap van Fryslân. Daarnaast wordt richting gegeven aan de toekomst: de provincie geeft aan wat zij met de kernkwaliteiten wil doen. In de visie geeft de provincie een top 10 van gebiedsoverschrijdend landschappelijke en cultuurhistorische structuren van provinciaal belang. Daarnaast beschrijft de visie van elf deelgebieden in Fryslân de kernkwaliteiten.

Er is in deze concrete situatie uitsluitend sprake van een omzetting van gebruiksmogelijkheden op een bestaand bouwperceel, waarbij de landschappelijke en cultuurhistorische structuren niet veranderen. De ruimtelijke kwaliteit dit met de provinciale verordening wordt beoogd is niet in het geding. De ontwikkelingen in het plangebied passen daarmee binnen het provinciale beleid.

3.2 Gemeentelijk beleid

Het gemeentelijk beleid met betrekking tot het buitengebied is neergelegd in het bestemmingsplan Buitengebied 2013. Ten aanzien van beëindiging van agrarische bedrijven is beleidsuitgangspunt dat deze bedrijven een passende bestemming krijgen, zoals een woonbestemming, al dan niet in combinatie met een lichte bedrijfsbestemming of een maatschappelijke bestemming. Hiervoor zijn in het bestemmingsplan een aantal wijzigingsbevoegdheden opgenomen.

De omzetting van de agrarische bestemming naar een woonbestemming past in de voorwaarden die in de wijzigingsbevoegdheid zijn opgenomen (zie hoofdstuk 2) en daarmee binnen het gemeentelijk beleid.

Hoofdstuk 4 Planologische randvoorwaarden

Naast het feit dat ontwikkelingen in het plangebied binnen het beleidskader van Rijk, provincie en gemeente tot stand moeten komen, moet rekening worden gehouden met de aanwezige functies in en rond het plangebied. Uitgangspunt voor het wijzigingsplan is dat er een goede omgevingssituatie ontstaat.

In de volgende paragrafen worden alleen de relevante omgevingsaspecten en eventueel daaraan verbonden planologische randvoorwaarden behandeld. Er wordt niet gebouwd of gesloopt. Het gaat alleen om een (juridische) gebruiksomzetting waarbij de woonfunctie blijft behouden en de agrarische bedrijfsfunctie verdwijnt. Een aantal omgevingsaspecten hoeft om die reden niet te worden onderzocht. Het 0gaat hier om de aspecten archeologie en cultuurhistorie, bodem, luchtkwaliteit en ecologie en water.

4.1 Geluid

Op grond van de Wet geluidhinder is rond inrichtingen die ''in belangrijke mate geluidhinder veroorzaken'', wegen met een maximumsnelheid hoger dan 30 km/u en spoorwegen een geluidzone van kracht. Bij ontwikkeling van nieuwe geluidsgevoelige objecten binnen deze geluidzones dient akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd om aan te tonen dat de ontwikkeling voldoet aan de in de wet bepaalde voorkeursgrenswaarde van 48 dB.

Er is geen sprake van een nieuwe situatie in de zin van de Wet geluidhinder. De woonfunctie in de voormalige bedrijfswoning houdt deze functie en er worden geen woningen toegevoegd. Akoestisch onderszoek is daarom niet nodig.

4.2 Externe veiligheid

Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door:

• het gebruik, de opslag en productie van gevaarlijke stoffen (inrichtingen);

• het transport van gevaarlijke stoffen (wegen, buisleidingen, waterwegen en spoorwegen);

• het gebruik van luchthavens.

Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het beperken van de risico's voor de burger door bovengenoemde activiteiten. Het externe veiligheidsbeleid is verankerd in diverse wet- en regelgeving. Voor het bestemmingsplan zijn de volgende besluiten relevant waaraan getoetst moet worden:

1. Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi);

2. Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (cRNVGS);

3. Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).

Binnen of buiten het plangebied zijn geen risicobronnen aanwezig waarvan de risicocontouren of de invloedsgebieden over het plangebied lopen. De wet- en regelgeving betreffende externe veiligheid heeft dan ook geen gevolgen voor dit wijzigingsplan.

4.3 Milieuzonering bedrijven

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ruimtelijke afstemming tussen bedrijfsactiviteiten, voorzieningen en gevoelige functies (waaronder woningen) noodzakelijk. Bij deze afstemming kan gebruik worden gemaakt van de richtafstanden uit de basiszoneringslijst van de VNG-brochure “Bedrijven en milieuzonering” (2009). Een richtafstand wordt beschouwd als de afstand waarbij onaanvaardbare milieuhinder als gevolg van bedrijfsactiviteiten redelijkerwijs kan worden uitgesloten.

Nu er planologisch sprake zal zijn van een burgerwoning met een woonbestemming dient te worden beoordeeld in hoeverre bedrijven in de omgeving worden belemmerd door deze bestemmingswijziging.

Het gebied rond de Kortehemmen wordt gekenmerkt door een open lintbebouwingspatroon waar uitsluitend woningen zijn gevestigd. Het dichtsbijzijnde agrarische bedrijf ligt op ruim 500 meter afstand van de woning. In de nabije omgeving zijn verder geen andere functies aanwezig die van invloed kunnen zijn op het plangebied. Er zijn op dit punt dan ook geen belemmeringen voor het wijzigingsplan.

4.4 Water

Het Wetterskip Fryslan is geinformeerd over het wijzigingsplan via de Digitale watertoets (www.dewatertoets.nl). Hiermee is bepaald dat het plan geen invloed heeft op de waterhuishouding en de afvalwaterketen. Verder overleg met Wetterskip Fryslan is niet nodig. Wetterskip Fryslan geeft een positief wateradvies.

Hoofdstuk 5 Economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid

Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een wijzigingsplan. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid.

5.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het wijzigingsplan zal de procedure doorlopen zoals vastgelegd in artikel 3.6 lid 1 sub a van de Wro. Door het voeren van de genoemde procedure, met de daarbij horende zienswijzen-, c.q. beroepsprocedure, wordt de maatschappij betrokken bij het plan.

Er zijn geen provinciale belangen in het geding en er spelen geen waterschapsbelangen. Overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening is daarom niet noodzakelijk. Wel zullen beide instanties in kennis worden gesteld van de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan.

5.2 Economische uitvoerbaarheid

Het betreft hier een wijzigingsplan dat de omzetting naar een woonbestemming regelt. Dit gebeurt op verzoek van de eigenaar van het perceel. Er vinden verder geen ontwikkelingen plaats . Hiermee is de economische haalbaarheid voldoende gewaarborgd en uitvoerbaar geacht.

5.3 Grondexploitatie

De gemeente moet, volgens de grondexploitatieregeling in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), de gemaakte gemeentelijke kosten verhalen op de initiatiefnemers van de ontwikkeling. Dit geldt overigens alleen wanneer sprake is van bouwplannen, zoals opgenomen in het Bro. Er is geen sprake van een bouwplan in de zin van het Bro. Het opstellen van een exploitatieplan is niet aan de orde. De kosten voor het voorliggende wijzigingsplan worden gedekt uit de gemeentelijke leges die voor rekening komen van de eigenaar van het perceel.

Hoofdstuk 6 Juridische regeling

Verbeelding

Het Wijzigingsplan Buitengebied 2013 - Boerestreek 40, Kortehemmen gaat vergezeld van een verbeelding. Op deze verbeelding is het plangebied met de toekomstige bestemming weergegeven. Voor dit gebied vervangt het wijzigingsplan de bestemming van de gronden in het bestemmingsplan Buitengebied 2013. Na onherroepelijk worden van het wijzigingsplan maakt de verbeelding deel uit van het bestemmingsplan Buitengebied 2013.

Regels

De regels die deel uitmaken van het Buitengebied 2013, zoals vervat in de bestandenset met planidentificatieNL.IMRO.0090.BP2013Buitengebied-0403 met de bijbehorende regels (en bijlagen) zijn onverkort van toepassing op dit wijzigingsplan.

De bestemmings- en aanduidingsregels die van toepassing zijn op het plangebied van het wijzigingsplan (in dit geval de bestemmingen 'Wonen - Woonboerderij') zijn onverkort van toepassing. In de regels is een koppeling gelegd met deze bestemming.