direct naar inhoud van Artikel 18: Verkeer
Plan: Drachten Noord - Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0090.BP2010SNO001-0501

Artikel 18: Verkeer

18.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, straten en pleinen;
  • b. parkeervoorzieningen;
  • c. voet- en rijwielpaden;
    waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
    maar ook voor de daarbijbehorende:
  • d. groenvoorzieningen en water;
  • e. geluidwerende voorzieningen;
  • f. openbare nutsvoorzieningen;
  • g. kunstobjecten;
  • h. tuinen en erven.

18.2. Bouwregels

18.2.1. Toegelaten bouwwerken

Op de gronden, bedoeld in lid 18.1, mogen de volgende bouwwerken worden gebouwd:

  • a. gebouwen ten dienste van de bestemming zoals gebouwen voor openbare nutsvoorzieningen;
  • b. andere bouwwerken, waaronder andere bouwwerken voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, kunstobjecten en kunstwerken.

18.2.2. Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de inhoud van een gebouw mag maximaal 75 m³ zijn;
  • b. de bouwhoogte van een gebouw mag maximaal 4 meter zijn.

18.2.3. Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van andere bouwwerken voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, mag maximaal 10 meter zijn;
  • b. de bouwhoogte van palen en masten mag maximaal 8 meter zijn;
  • c. de bouwhoogte van kunstobjecten mag maximaal 12 meter zijn;
  • d. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken, waaronder kunstwerken, mag maximaal 5 meter zijn.

18.3. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het aanleggen van wegen en paden of het op een andere wijze inrichten van het bestemmingsvlak in afwijking van het ter plaatse aangegeven dwarsprofiel.

18.4. Ontheffing van de gebruiksregels

18.4.1. Ontheffingsbevoegdheden

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • de regel van lid 18.3 en toestaan dat wordt afgeweken van de ter plaatse aangegeven dwarsprofielen, op voorwaarde dat hierdoor geen wezenlijke verandering in de geluidssituatie optreedt.

18.4.2. Beoordelingscriteria

Ontheffingen als bedoeld in lid 18.4.1 kunnen slechts worden verleend als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. de verkeersveiligheid;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

18.4.3. Ontheffingsprocedure

Als Burgemeester en Wethouders de ontheffingsbevoegdheden van lid 18.4.1 toepassen, moeten zij de procedure volgen die omschreven staat in artikel 30.