direct naar inhoud van Artikel 15 Sport
Plan: Kleine kernen noord
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0090.BP2010DPN-0501

Artikel 15 Sport

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportieve recreatie,

maar ook voor de daarbij behorende:

  • b. restauratieve voorzieningen;
  • c. groenvoorzieningen en water;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. speelvoorzieningen;
  • f. wegen, straten en paden;
  • g. openbare nutsvoorzieningen;
  • h. kunstobjecten;
  • i. tuinen en erven.
15.2 Bouwregels
15.2.1 Toegelaten bouwwerken

Op de gronden, bedoeld in lid 15.1, mogen de volgende bouwwerken worden gebouwd:

  • a. gebouwen ten dienste van de bestemming zoals sporthallen, kleedruimtes, verenigingsgebouwen, kantines, onderhouds- en beheersgebouwen en gebouwen voor openbare nutsvoorzieningen;
  • b. andere bouwwerken, zoals erf- en terreinafscheidingen, kunstobjecten, ballenvangers en lichtmasten.
15.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen mogen alleen worden gebouwd binnen de aangegeven bouwvlakken;
  • b. de minimale en maximale goot- en bouwhoogte en dakhelling van een gebouw mag respectievelijk ten minste en ten hoogste de in de aanduiding "minimale-maximale goot-, bouwhoogte (m), dakhelling (graden) en maximum bebouwingspercentage (%)" aangegeven minimale en maximale goot- en bouwhoogte en dakhelling bedragen;
  • c. het bebouwingspercentage van een bouwvlak mag ten hoogste het in de aanduiding "minimale-maximale goot-, bouwhoogte (m), dakhelling (graden) en maximum bebouwingspercentage (%)" aangegeven bebouwingspercentage bedragen;
  • d. in afwijking van de regels onder a, b en c mogen gebouwen voor openbare nutsvoorzieningen buiten het bouwvlak worden gebouwd, in welk geval de volgende regels gelden:

1. de inhoud van een gebouw mag maximaal 75 m³ zijn;

2. de bouwhoogte van een gebouw mag maximaal 4 meter zijn.

15.2.3 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. erf- en terreinafscheidingen en pergola's mogen alleen worden gebouwd binnen de aangegeven bouwvlakken;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 1 meter zijn, maar als een erf- of terreinafscheiding achter (het verlengde van) de aan de kant van de weg gelegen gevel wordt gebouwd, mag deze maximaal 2 meter zijn;
  • c. de bouwhoogte van ballenvangers mag maximaal 10 meter zijn;
  • d. de bouwhoogte palen en masten mag maximaal 8 meter zijn, maar de bouwhoogte van lichtmasten mag maximaal 15 meter zijn;
  • e. de bouwhoogte van kunstobjecten mag maximaal 12 meter zijn;
  • f. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken mag maximaal 5 meter zijn.
15.3 Afwijken van de bouwregels
15.3.1 Afwijkingsbevoegdheden

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regel van lid 15.2.3 sub a en toestaan dat erf- en terreinafscheidingen buiten de aangegeven bouwvlakken worden gebouwd.

15.3.2 Beoordelingscriteria

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 15.3.1 kan alleen worden verleend als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.