direct naar inhoud van Artikel 16 Algemene aanduidingsregels
Plan: Industrieterrein De Haven
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0090.BP2010BHA001-0501

Artikel 16 Algemene aanduidingsregels

16.1 industrieterrein
16.1.1 Aanduidingsomschrijving

Alleen ter plaatse van de aanduiding "industrieterrein" zijn de gronden mede bestemd voor geluidzoneringsplichtige inrichtingen.

16.1.2 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding "industrieterrein" gelden voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van geluidzoneringsplichtige de bouwregels van de desbetreffende bestemmingen.

16.2 geluidzone - industrie
16.2.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding "geluidzone - industrie" zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting op geluidsgevoelige objecten, veroorzaakt door het industrieterrein.

16.2.2 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding "geluidzone - industrie" geldt voor het bouwen van gebouwen de volgende regel:

  • een op grond van de basisbestemming toelaatbaar gebouw, of de uitbreiding daarvan, welke aangemerkt kan worden als een geluidsgevoelig object, mag niet worden gebouwd.
16.2.3 Afwijken van de bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding "geluidzone - industrie" kan het bevoegd gezag bij omgevingsvergunning afwijken van de regel van lid 16.2.2 en toestaan dat tóch nieuwe geluidsgevoelige objecten worden gebouwd, op voorwaarde dat:

  • a. de geluidruimte, die via deze bestemming voor het industrieterrein is gereserveerd, niet onevenredig wordt beperkt;
  • b. de geluidsbelasting op de gevels van deze geluidsgevoelige objecten, veroorzaakt door het industrieterrein, niet hoger mag zijn dan de daarvoor geldende voorkeurgrenswaarde of een verkregen hogere waarde.
16.2.4 Specifieke gebruiksregels

Ter plaatse van de aanduiding "geluidzone - industrie" worden in ieder geval de volgende gebruiksvormen aangemerkt als strijdig met deze aanduiding:

  • het gebruik van niet-geluidsgevoelige objecten als geluidsgevoelige object.
16.3 veiligheidszone - bevi
16.3.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding "veiligheidszone - bevi" zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten vanwege de aanwezigheid van een risicovolle inrichting.

16.3.2 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding "veiligheidszone - bevi" geldt voor het bouwen van bouwwerken de volgende regel:

  • anders dan in de basisbestemming is bepaald, mogen op de in lid 16.3.1 bedoelde gronden geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.
16.3.3 Specifieke gebruiksregels

Ter plaatse van de aanduiding "veiligheidszone - bevi" worden in ieder geval de volgende gebruiksvormen aangemerkt als strijdig met deze aanduiding:

  • het gebruik van gronden en bouwwerken als kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object (met uitzondering van het bestaande gebruik, voor zover het gebruik betreft dat niet reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan).
16.3.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door:

  • a. de aanduiding "veiligheidszone - bevi" te verwijderen. Hierbij geldt de volgende voorwaarde:
    • 1. de betreffende risicovolle inrichting ter plaatse is beëindigd;
  • b. de aanduiding "veiligheidszone - bevi" te wijzigen (verkleinen). Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
    • 1. voor de risicovolle inrichting is een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer verleend of gewijzigd;
    • 2. de ligging van de zone is afgestemd op de met deze vergunning corresponderende veiligheidsafstand ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
    • 3. binnen de gewijzigde zone bevinden zich geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
16.4 veiligheidszone - lpg
16.4.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding "veiligheidszone - lpg" zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten vanwege de aanwezigheid van een risicovolle inrichting.

16.4.2 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding "veiligheidszone - lpg" geldt voor het bouwen van bouwwerken de volgende regel:

  • anders dan in de basisbestemming is bepaald, mogen op de in lid 16.4.1 bedoelde gronden geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.
16.4.3 Specifieke geberuiksregels

Ter plaatse van de aanduiding "veiligheidszone - lpg" worden in ieder geval de volgende gebruiksvormen aangemerkt als strijdig met deze aanduiding:

  • het gebruik van gronden en bouwwerken als kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object(met uitzondering van het bestaande gebruik, voor zover het gebruik betreft dat niet reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan).
16.4.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door:

  • a. de aanduiding "veiligheidszone - lpg" te verwijderen. Hierbij geldt de volgende voorwaarde:
    • 1. de betreffende risicovolle inrichting ter plaatse is beëindigd;
  • b. de aanduiding "veiligheidszone - lpg" te wijzigen (verkleinen). Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
    • 1. voor de risicovolle inrichting is een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer verleend of gewijzigd;\
    • 2. de ligging van de zone is afgestemd op de met deze vergunning corresponderende veiligheidsafstand ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
    • 3. binnen de gewijzigde zone bevinden zich geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
16.5 vrijwaringszone - straalpad
16.5.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone - straalpad" zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een straalpad.

16.5.2 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone - straalpad" geldt voor het bouwen van bouwwerken de volgende regel:

  • anders dan in de basisbestemming is bepaald, mag de bouwhoogte van de bebouwing ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen, maximaal 25 meter zijn, gemeten vanaf N.A.P.
16.5.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Het bevoegd gezag kan, na het inwinnen van schriftelijk advies bij de beheerder van het betrokken straalpad, bij omgevingsvergunning afwijken van de regel van lid 16.5.2 en toestaan dat de bouwhoogte beperking ten opzichte van N.A.P. wordt overschreden;
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 16.5.3 sub a kan alleen worden verleend als hierdoor geen onevenredige afbreuk aan de ongestoorde werking van de straalverbinding wordt gedaan.