Gemeente:
Smallingerland
Plannaam:
De Wiken - De Venen
Status:
Vastgesteld

Artikel 14 Maatschappelijk - 1

 

14.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor 'Maatschappelijk - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. levensbeschouwelijke voorzieningen;

  2. medische- en sociaal-medische voorzieningen;

  3. educatieve voorzieningen en bijbehorende sportvelden;

  4. voorzieningen op het gebied van openbare dienstverlening;

  5. een nachtelijke kinderopvang, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk - nachtelijke kinderopvang";

  6. een jeugdopvang, ter plaatse van de aanduiding “jeugdopvang”;

  7. het bedrijfswonen, ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning";

maar ook voor de daarbij behorende:

  1. restauratieve voorzieningen;

  2. groenvoorzieningen en water;

  3. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat het aantal parkeerplaatsen bij het ziekenhuis Nij Smellinghe minimaal 720 bedraagt;

  4. speelvoorzieningen;

  5. wegen, straten en paden;

  6. openbare nutsvoorzieningen;

  7. kunstobjecten;

  8. tuinen en erven.
     

14.2 Bouwregels

 

14.2.1 Toegelaten bouwwerken

Op de gronden, bedoeld in 14.1, mogen de volgende bouwwerken worden gebouwd:

  1. gebouwen ten behoeve van de bestemming, zoals gebedshuizen, ziekenhuizen, onderwijsinstituten, kinderdagverblijven en bibliotheken, voor dienstwoningen en daarbij behorende bijgebouwen, alleen ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning", voor nachtelijke kinderopvang, alleen ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk - nachtelijke kinderopvang" en voor een jeugdopvang, alleen ter plaatse van de aanduiding “jeugdopvang”;

  2. andere bouwwerken, zoals erf- en terreinafscheidingen en kunstobjecten, uitgezonderd tribunes en lichtmasten.

 

14.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  1. de gebouwen mogen alleen worden gebouwd binnen de aangegeven bouwvlakken;

  2. dienstwoningen en daarbij behorende bijgebouwen mogen worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning";

  3. per maatschappelijke instelling mag maximaal één dienstwoning worden gebouwd;

  4. de minimale en maximale goot- en bouwhoogte en dakhelling van een gebouw mag respectievelijk ten minste en ten hoogste de in de aanduiding "minimale-maximale goot-, bouwhoogte (m), dakhelling (graden) en maximum bebouwingspercentage (%)" aangegeven minimale en maximale goot- en bouwhoogte en dakhelling bedragen;

  5. het bebouwingspercentage van een bouwvlak mag ten hoogste het in de aanduiding "minimale-maximale goot-, bouwhoogte (m), dakhelling (graden) en maximum bebouwingspercentage (%)" aangegeven bebouwingspercentage bedragen.

 

14.2.3 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. erf- en terreinafscheidingen en pergola's mogen alleen binnen de aangegeven bouwvlakken worden gebouwd;

  2. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 1 meter zijn, maar als een erf- of terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de aan de kant van de weg gelegen gevel wordt gebouwd, mag deze maximaal 2 meter zijn;

  3. de bouwhoogte van palen en masten mag maximaal 8 meter zijn;

  4. de bouwhoogte van kunstobjecten mag maximaal 12 meter zijn;

  5. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken mag maximaal 5 meter zijn.

 

14.3 Ontheffing van de bouwregels

 

14.3.1 Ontheffingsbevoegdheden

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regel van lid 14.2.3 sub a en toestaan dat erf- en terreinafscheidingen buiten de aangegeven bouwvlakken worden gebouwd.

 

14.3.2 Beoordelingscriteria

Ontheffingen als bedoeld in lid 14.3.1 kunnen alleen worden verleend, als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  1. de woonsituatie;

  2. het straat- en bebouwingsbeeld;

  3. de milieusituatie;

  4. de verkeersveiligheid;

  5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

 

14.3.3 Ontheffingsprocedure

Als Burgemeester en Wethouders de ontheffingsbevoegdheden uit lid 14.3.1 toepassen, moeten zij de procedure volgen die omschreven staat in artikel 30.1.

 

14.4 Wijzigingsbevoegdheid

 

14.4.1 Wijzigingsbevoegdheden

  1. Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming Maatschappelijk - 1 te wijzigen in de bestemming Maatschappelijk - 2. Hierbij geldt de volgende voorwaarde:

    1. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid zijn voor de betreffende gronden de regels van artikel 15 van toepassing.

  2. Burgemeester en Wethouders kunnen, alleen ter plaatse van de aanduiding "wro-zone-wijzigingsgebied", het plan wijzigen door de bestemming Maatschappelijk - 1 te wijzigen in de bestemming Wonen - 1, Wonen - 2 of Wonen - 3. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

    1. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld;

    2. de te bouwen woningen moeten qua aantallen, woningtype en doelgroep passen in het gemeentelijke en provinciale woningbouwbeleid, zoals dat op het moment van wijziging geldt;

    3. het aantal woningen mag niet meer dan 8 zijn;

    4. de goothoogte mag niet meer dan 6 meter zijn en de bouwhoogte mag niet meer dan 9 meter zijn;

    5. de dakhelling mag niet meer dan 45 graden zijn;

    6. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer van de geluidgevoelige objecten mag niet hoger zijn dan de geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;

    7. als de bestemming wordt gewijzigd in de bestemming Wonen - 1 , Wonen - 2 of Wonen - 3 zijn na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van respectievelijk artikel 20, 21 of 22 van toepassing.

 

14.4.2 Beoordelingscriteria

Toepassing van de in lid 14.4.1 genoemde wijzigingsbevoegdheden kan alleen als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  1. de woonsituatie;

  2. het straat- en bebouwingsbeeld;

  3. de milieusituatie;

  4. de verkeersveiligheid;

  5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.