Drachten - Woon- en zorglocatie De Lauwers

4.4 Water

Op grond van een afspraak uit de Startovereenkomst "Waterbeleid 21e eeuw" dienen decentrale overheden in de toelichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf op te nemen. In een dergelijke paragraaf wordt uiteengezet wat voor gevolgen het plan in kwestie heeft voor de waterhuishouding, dat wil zeggen het grondwater en het oppervlaktewater. Het is de schriftelijke weerslag van de zogenaamde Watertoets die sinds 1 november 2003 is verankerd in het Besluit op de ruimtelijke ordening. Het doel van de watertoets is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten. Door middel van de watertoets wordt in een vroegtijdig stadium aandacht besteed aan het wateraspect.

Dit betekent onder andere dat bij de start van een planproces overleg met het waterschap heeft plaatsgevonden. In dit overleg heeft het waterschap aandachtspunten voor het plangebied en de te ontwikkelen plannen aan de gemeente kenbaar gemaakt. In het kader van het Overleg heeft het Wetterskip Fryslân schriftelijk laten weten geen aanvullende opmerkingen te hebben op het bestemmingsplan.

Randvoorwaarden waterhuishouding

Door de realisatie van de woon- en zorglocatie De Lauwers vinden de volgende ruimtelijke veranderingen plaats. De verharding uit de oude situatie (10.055 m2) is inmiddels afgebroken en verwijderd en wordt vervangen door nieuwe bebouwing, paden en wegen, met een verhard oppervlak van 6.122 m2. In verband met de waterberging dient van elke nieuwe vierkante meter verhard oppervlak, waarvan het regenwater dient te worden afgevoerd naar het oppervlaktewater, 10% aan nieuw oppervlaktewater te worden aangelegd om het regenwater van de verharde oppervlakten te kunnen bergen. Verder dienen te dempen watergangen te worden gecompenseerd. Bij de uitvoering van het plan wordt in totaal 6.122 m2 verhard oppervlak aangebracht en wordt 230 m2 wateroppervlak gedempt. In totaal dient daarom 842 m2 watervlak te worden gecompenseerd.

Het afstromende regenwater (vanaf de daken en de terreinen) dient te worden afgevoerd naar nieuw aan te leggen oppervlaktewater (de uitbreiding van het huidige watersysteem aan de westkant van het plan) met een waterpeil van 0,80 meter - NAP. Zodoende vindt er geen afwenteling plaats naar omliggende gebieden. In de plannen wordt in totaal 1.945 m2 nieuw oppervlaktewater toegevoegd, dit is ruimschoots meer dan de benodigde 842 m2 en voldoet daarmee aan de gestelde eis. Bij de nieuw in te richten waterpartijen wordt gekozen voor een natuurlijk oever, aansluitende op de omgeving.

Het regenwater van verharde oppervlakten dient in de nieuwe situatie gescheiden van het afvalwater te worden afgevoerd naar de waterpartij aan de westkant van het plan (de watergang evenwijdig aan de Oude Drait). Dit vindt bij voorkeur plaats door middel van een bovengrondse afvoer naar het oppervlaktewater. Het afvalwater van de gebouwen wordt afgevoerd naar het gemengde rioolstelsel in de Lauwers.

In het plangebied ligt tevens een poldergemaal met bijbehorende voorzieningen op de hoek van de Lauwers en de Overstesingel. Voor een goede waterhuishouding in de woongebieden De Drait, De Singels en het Drachtstervaartgebied, is voldoende gemaalcapaciteit noodzakelijk. Het gemaal bij de Oude Drait voorziet hierin.

Met betrekking tot de gebouwen en het groen geldt dat de regenwatervoorzieningen en de dakmaterialen niet bestaan uit uitloogbare materialen. Het regen- en afvalwater wordt gescheiden afgevoerd en op het terrein worden geen voor het milieu schadelijke bestrijdingsmiddelen gebruikt in verband met belasting van het oppervlakte- en grondwater. Tenslotte dienen de mogelijkheden van regenwaterbenutting voor toiletspoeling en beregening van plantsoenen afgewogen te worden.