direct naar inhoud van 6.2. Plankaart
Plan: Drachten De Drait - Morrapark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0090.BP2009SDM001-0501

6.2. Plankaart

Alhoewel de plankaart een verbeelding betreft van een digitaal bestand en geen juridische status meer heeft sinds de invoering van de nieuwe Wro, vormt de plankaart voor de doorsnee gebruiker veelal de eerste ingang van het bestemmingsplan, wat er veelal toe leidt dat een analoog plan achterstevoren wordt geraadpleegd (plankaart à regels à toelichting). Deze functie van de plankaart houdt in dat deze een zo overzichtelijk en concreet mogelijk kaartbeeld dient te geven, waaruit de belangrijkste gebruiks- en bouwmogelijkheden zonder al te veel geblader in de regels en de toelichting af te leiden zijn.

Op de plankaart zijn per bestemmingsvlak de bouwvlakken aangegeven waar de hoofd- en erfbebouwing opgericht mag worden. Voor het leggen van deze bestemmings- en bouwvlakken is gebruik gemaakt van de Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN) als ondergrond. In het incidentele geval waarin een bouwvlak niet volledig rekening houdt met de bestaande situatie is het overgangsrecht van toepassing.

Voor de begrenzing van de bouwvlakken is de ligging van de hoofdbebouwing op de percelen en een vaste afstand tot het openbare gebied van 2 meter als uitgangspunt genomen. De voorzijde van de bouwvlakken volgt de voorgevels van de hoofdgebouwen en de achterzijde wordt gevormd door de perceelsgrens, tenzij de perceelsgrens wordt gevormd door openbaar gebied. In dat geval wordt wederom een afstand van 2 meter aangehouden. In gevallen waar de hoofdbebouwing dichter dan 2 meter vanaf het openbare gebied aanwezig is, wordt de grens van het bouwvlak op deze afstand gelegd. Ook is bepaald dat erfbebouwing achter de voorgevel van het hoofdgebouw dient plaats te vinden.

Voor de percelen binnen de gehanteerde bestemmingen geldt als uitgangspunt dat het bouwvlak volledig tot een maximaal percentage voor bebouwing mag worden benut. Om sturing te kunnen geven aan de uiterlijke verschijningsvorm en oppervlakte van gebouwen, zijn op de plankaart matrices opgenomen met maatvoeringen waaraan de bebouwing binnen de bouwvlakken moet voldoen. Ook in de planregels zijn hiervoor voorschriften opgenomen.

Mede met het oog op de overzichtelijkheid en raadpleegbaarheid, wordt per bestemming gewerkt met een afzonderlijke regel. Hierbij is zoveel mogelijk als principe gehanteerd dat een bestemming één (hoofd)functie omvat (enkelvoudige bestemming). Daarmee wordt vorm gegeven aan de toedelingsfunctie van het bestemmingsplan: het plan geeft de verschillende bestemmingen binnen het plangebied hun plaats en regelt de onderlinge verhoudingen en ontwikkelingsmogelijkheden. Waar echter sprake is van twee of meerdere hoofdfuncties en het principe van de enkelvoudige bestemming niet kan worden toegepast, is gekozen voor een meervoudige bestemming. Hierbij kan nog een onderscheid worden gemaakt tussen mengbestemmingen en dubbelbestemmingen.

Een voorbeeld van een dergelijke mengbestemming is de bestemmingen "Gemengd - 1", die wonen en werken combineert en dus ruimte biedt aan één van deze functies afzonderlijk of aan een combinatie van beide functies op één en dezelfde locatie. Daarin ligt tevens het onderscheid met dubbelbestemmingen. Deze bestemmingen zijn opgenomen indien er sprake is van meerdere functies, die onafhankelijk van elkaar op dezelfde plaats voorkomen. Om die reden worden in de bestemmingsomschrijving van de regels niet alle doeleinden opnieuw genoemd, maar alleen die, waarvoor de dubbelbestemming is opgenomen. Een voorbeeld hiervan is de leidingstrook in het onderhavige plangebied. Volstaan wordt met de verwijzing naar de andere toepasselijke bestemming(en). In feite betreft het hier twee (of meer) afzonderlijke bestemmingen voor één (deel van een) gebied.

Tot slot kent de plankaart nog aanduidingen welke worden gebruikt om bepaalde gebruiksvormen of bebouwing binnen een bestemming specifiek te regelen en via de kaart aan een nadere locatie te koppelen. Voorbeelden hiervan zijn de aanduidingen voor de bijgebouwen die voor de voorgevel zijn gebouwd alsmede de aanduidingen die een bepaalde bedrijfsactiviteit binnen de bedrijvenbestemming toestaan.