direct naar inhoud van 4.8. Externe veiligheid
Plan: Drachten De Drait - Morrapark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0090.BP2009SDM001-0501

4.8. Externe veiligheid

In het vierde Nationale milieubeleidsplan (NMP4) zijn de lijnen uitgezet voor een vernieuwing van het externe veiligheidsbeleid. Deze vernieuwing gaat uit van de zogenaamde risicobenadering. Er wordt onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico en het groepsrisico:

  • Plaatsgebonden risico: het plaatsgebonden risico is de kans per jaar dat een persoon, die zich continu en onbeschermd op een bepaalde plaats in de omgeving van een risicovol bedrijf en/of transportroute van gevaarlijke stoffen bevindt, overlijdt door een ongeval met gevaarlijke stoffen;
  • Groepsrisico: het groepsrisico geeft de kans aan van een ongeval, met 10 of meer dodelijke slachtoffers, in de omgeving van een risicovol bedrijf en/of transportroute van gevaarlijke stoffen.

Met betrekking tot het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) zijn de volgende aandachtspunten van belang:

  • het transport van gevaarlijke stoffen over de Zuiderhogeweg:
  • een hogedruk transportleiding voor aardgas langs de Zuiderhogeweg;
  • het LPG-tankstation aan de Zuiderhogeweg.


Transport gevaarlijke stoffen

Om de risico's door transport met gevaarlijke stoffen te kunnen beoordelen en toetsen, is een risico-analyse uitgevoerd: "Risico-analyse wegtransport gevaarlijke stoffen Drachten". Ter onderbouwing van de verantwoordingsplicht van het groepsrisico, is op grond van genoemde risico-analyse, een evaluatierapport opgesteld: "Beoordeling externe veiligheid voor bestemmingsplannen gemeente Smallingerland".

Als bijlage 2 is een toelichting opgenomen waarin de achtergronden van de wet- en regelgeving en het landelijke beleid zijn beschreven die de basis vormen voor de externe veiligheidsafweging.


Uit de analyse blijkt dat risico's worden veroorzaakt door transport van LPG. Ten opzichte van De Drait vindt transport met LPG plaats over de Zuiderhogeweg. Naar aanleiding van de berekeningen kan worden geconcludeerd dat het bestemmingsplan voldoet aan de verplichting dat het risico voor de individuele burger maatschappelijk verantwoord klein is. Het plaatsgebonden risico blijft onder de wettelijk vastgestelde grenswaarde van 10-6. Ook het groepsrisico blijft ruim onder de oriënterende waarde die daarvoor is vastgesteld.

Daarnaast vindt in het plangebied transport plaats van overige motorbrandstoffen, zoals benzine en diesel. Vanuit het BEVI levert dit geen planologische belemmeringen op voor het plangebied. Het bestemmingsplan gaat uit van een reeds langer bestaande situatie.


Transport aardgas

Aan de westzijde van de Zuiderhogeweg ligt het tracé van een hoge druk transportleiding voor aardgas. Het betreft een leiding met een druk van 40 bar en een diameter van 8 inch. De veilige afstanden die ten opzichte van dergelijke transportleidingen moeten worden aangehouden, zijn opgenomen in de circulaire "Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen" van het ministerie van VROM uit 1984. De toetsingsafstand die voor deze leiding tot woningen is aangegeven betreft 20 meter. Op een aantal plaatsen is deze afstand kleiner, te weten 12 - 14 meter. Ter plaatse is gebiedsklasse 3 "woonwijk" van toepassing. Hieruit volgt volgens tabel 3 van de richtlijn dat een minimale bebouwingsafstand van 7 meter tot de aardgastransportleiding dient te worden aangehouden. Aan deze afstand wordt voldaan. Het leidingtracé, met aan weerszijden een bebouwingsvrije strook van 4 meter, wordt in dit bestemmingsplan vastgelegd.

Aanvullend kan het volgende worden opgemerkt. De ligging van dit leidingtracé betreft een reeds lang bestaande situatie. Op het moment is de regelgeving ten aanzien van de externe veiligheid bij buisleidingen in ontwikkeling. Zodra deze regelgeving is vastgesteld zal, in dit geval door de Gasunie als eigenaar van de leiding, een risico-inventarisatie worden uitgevoerd. Mocht daar aanleiding voor zijn, dan zal door de Gasunie actie worden ondernomen.


LPG-tankstation

In het plangebied bevindt zich een LPG-tankstation aan de Zuiderhogeweg. Dit station valt onder de regelgeving die is opgenomen in het BEVI. Bij LPG-tankstations zijn risico's afhankelijk van de hoeveelheid LPG die op jaarbasis wordt afgeleverd. Dit station heeft een doorzet aan LPG die kleiner is dan 1000 m3 per jaar. Ten aanzien van het plaatsgebonden risico is voor een doorzet tot 1000 m3 jaar een minimale afstand gesteld van 35 meter vanaf het vulpunt voor de tankauto. Aan deze afstand wordt voldaan.

Het groepsrisico heeft voor LPG-tankstations met een doorzet tot maximaal 1000 m3/jaar, een invloedsgebied van 150 meter. Een gedeelte van De Drait ligt binnen het invloedsgebied voor het groepsrisico. Dit is in het onderstaande figuur weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0090.BP2009SDM001-0501_0007.jpg"

Figuur 7: Invloedsgebied LPG-tankstation Zuiderhogeweg

Het groepsrisico betreft een richtwaarde. In bestaande situaties is er geen wettelijke basis om overschrijdingen te beëindigen aanwezig. Met het bestemmingsplan bestaat geen mogelijkheid het aantal woningen binnen het invloedsgebied uit te breiden.

Voor het tankstation aan de Zuiderhogeweg is onderzoek naar het groepsrisico uitgevoerd, "Groepsrisico LPG-tankstation te Drachten", AVIV, project 061017, 8 september 2006. Uit de berekening blijkt dat in de huidige situatie geen overschrijding plaatsvindt van de oriënterende waarde van het groepsrisico.


Conclusie

De individuele veiligheid van mensen die in De Drait - Morrapark verblijven, voldoet aan de wettelijke grenswaarde. De kans op een ramp ligt ruim onder de waarde die men volgens het EV-beleidsstreven moet hanteren.


De rapportages van de in deze paragraaf genoemde onderzoeken zijn opgenomen in bijlage 2.