direct naar inhoud van 4.3. Archeologie
Plan: Drachten De Drait - Morrapark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0090.BP2009SDM001-0501

4.3. Archeologie

In 1992 is het Europees Verdrag van Malta ondertekend door een groot aantal EU-landen, waaronder ook Nederland. Het doel hiervan is het veiligstellen van het (Europese) archeologisch erfgoed. Dit moet met name gestalte krijgen in het ruimtelijke ordeningsbeleid, wat betekent dat bij de voorbereiding van bestemmingsplannen meer aandacht moet worden besteed aan de (mogelijke) aanwezigheid van archeologische waarden en dat een beschermende regeling moet worden opgenomen ten aanzien van die archeologische waarden.

Ter implementatie van het Verdrag van Malta is op 1 september 2007 de Wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. Deze wet regelt onder andere dat er in het proces van ruimtelijke ordening tijdig rekening gehouden wordt met de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden. Voor een globaal inzicht in mogelijke waarden heeft de provincie de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE) gepubliceerd. Deze bestaat uit een advieskaart voor de steentijd - bronstijd en uit een advieskaart voor de ijzertijd - middeleeuwen. Door de gemeente Smallingerland is een archeologische verwachtingskaart voor de gemeente opgesteld, als verdieping van de FAMKE-advieskaarten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0090.BP2009SDM001-0501_0005.jpg" Figuur 5: Advieskaart steentijd - bronstijd

De advieskaart steentijd - bronstijd geeft het volgende aan. De westelijke helft van het plangebied (in grote lijnen parallel aan de Oude Drait) wordt aangemerkt als gebied waar karterend onderzoek dient te worden verricht als het gaat om (planologische) ingrepen die een grotere oppervlakte betreffen dan 2500 m2. Hier kunnen zich op enige diepte namelijk nog archeologische lagen uit de steentijd bevinden, die zijn afgedekt door een veen- of kleidek.

Nabij het wijkcentrum van De Drait wordt aanbevolen een archeologisch waarderend onderzoek bij ingrepen van meer dan 500 m² in verband met de eventuele aanwezigheid van dobben. Dobben (pingoruïnes en soms ook vennen) en de directe omgeving daarvan kunnen namelijk belangrijke archeologisch en paleobotanische resten herbergen.

Voor het overige plangebied, waarvan de ondergrond door ingrepen al ernstig is verstoord, wordt geadviseerd om bij (planologische) ingrepen groter dan 5000 m² een quickscan uit te voeren.

afbeelding "i_NL.IMRO.0090.BP2009SDM001-0501_0006.jpg"

Figuur 6: Advieskaart ijzertijd - middeleeuwen

Volgens de advieskaart voor de ijzertijd - middeleeuwen is het gehele plangebied aangewezen als gebied waar zich archeologische resten bevinden uit de periode middenbronstijd - vroege middeleeuwen en dan met name de vroeg en vol-middeleeuwse veenontginningen. Aanbevolen wordt om bij (planologische) ingrepen met een beslag van meer dan 5000 m² een historisch en karterend onderzoek te verrichten.

Gelet op het stadium waarin het plangebied verkeert (vrijwel geheel gerealiseerd) kan worden gesteld dat het bestemmingsplan ingrepen met een omvang groter dan voornoemde oppervlakten niet mogelijk maakt, zodat nader onderzoek in het kader van dit bestemmingsplan niet noodzakelijk wordt geacht.

Hiermee is dan ook aangegeven dat de eventueel aanwezige archeologische waarden in het plangebied geen belemmering vormen voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.