direct naar inhoud van Artikel 26: Leiding - Riool
Plan: Drachten De Drait - Morrapark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0090.BP2009SDM001-0501

Artikel 26: Leiding - Riool

26.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een rioolpersleidingstrook.

26.2. Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. anders dan in de basisbestemming is bepaald, mogen op de in lid 26.1 bedoelde gronden geen bouwwerken voor de basisbestemming worden gebouwd, maar alleen bouwwwerken voor de dubbelbestemming Leiding - Riool;
  • b. er mogen geen gebouwen worden gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag maximaal 2 meter zijn.

26.3. Ontheffing van de bouwregels

26.3.1. Ontheffingsbevoegdheden

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regels van lid 26.2 en toestaan dat in de basisbestemming genoemde gebouwen en andere bouwwerken tóch mogen worden gebouwd op voorwaarde dat:

  • a. er geen schade wordt toegebracht aan de rioolpersleiding en het functioneren daarvan niet nadelig wordt beïnvloed;
  • b. hierover advies is gevraagd van de rioolpersleidingbeheerder.

26.3.2. Ontheffingsprocedure

Als Burgemeester en Wethouders de ontheffingsbevoegdheden van lid 26.3.1 toepassen, moeten zij de procedure volgen die omschreven staat in artikel 35.1.

26.4. Aanlegvergunning

26.4.1. Vergunningplicht

Het is verboden om op de gronden, bedoeld in lid 26.1, zonder vergunning van burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) of anders dan in zo'n vergunning is vastgelegd, de volgende werken (geen bouwwerken zijnde) of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het planten van diepwortelende en/of hoopopgaande beplanting, waaronder rietbeplanting;
  • b. het wijzigen van het maaivelnveau door ontgronding en ophoging;
  • c. het verrichten van grondroeractiviteiten, bijvoorbeeld het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage, anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • d. het diepploegen;
  • e. het permanent opslaan van goederen, waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;
  • f. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;
  • g. beplantingen of bomen;
  • h. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op een andere manier ingraven of indrijven van voorwerpen;
  • i. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • j. het aanbrengen van gesloten oppervlakteverhardingen.

26.4.2. Uitzondering vergunningplicht

Artikel 26.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:

  • a. plaatsvinden in het kader van het normale onderhoud of het beheer van de rioolpersleiding of die nodig zijn voor het in stand houden van de leiding;
  • b. al in uitvoering waren op het moment van het van kracht worden van het plan.

26.4.3. Beoordelingscriteria

Een vergunning als bedoeld in lid 26.4.1 kan alleen worden verleend als:

  • a. geen schade ontstaat aan de rioolpersleiding en/of het doelmatige functioneren van de rioolpersleiding niet in gevaar wordt gebracht;
  • b. de veiligheid niet in gevaar wordt gebracht;
  • c. hierover advies is gevraagd van de rioolpersleidingbeheerder.

26.5. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen door de dubbelbestemming 'Leiding - Riool' in het plan op te nemen of uit het plan te verwijderen. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

  • a. de aanleg van een nieuwe waterleiding of het verleggen van de rioolpersleiding is in verband met de afvalwatervoorziening nodig;
  • b. een (her)inrichting van (delen van) het gebied, waardoor de leiding loopt maakt dit wenselijk of nodig;
  • c. hierover is advies gevraagd aan de rioolpersleidingbeheerder.