Plan: | Schiermonnikoog - Dorp |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0088.056302-0000 |
18. 1. Bestemmingsomschrijving
De voor “Recreatie - Recreatiewoningen 2” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. recreatiewoningen;
b. bijgebouwen bij een recreatiewoning;
met de daarbijbehorende:
c. tuinen, erven en terreinen;
d. parkeervoorzieningen;
e. nutsvoorzieningen;
f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
18. 2. Bouwregels
18. 2. 1. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
a.
als
hoofdgebouw mogen uitsluitend recreatiewoningen worden gebouwd;
c. het
aantal hoofdgebouwen mag per bouwvlak ten hoogste één
bedragen;
d.
de oppervlakte van hoofdgebouw mag ten hoogste
110 m²
bedragen;
e.
de afstand van een hoofdgebouw tot de
zijdelingse bouwperceelgrens zal ten minste 5,00 m bedragen;
f.
de
maatvoering van een hoofdgebouw dient te voldoen aan de in het bouwvlak
aangegeven maatvoeringseisen.
18. 2. 2. Voor het bouwen van bijgebouwen bij een recreatiewoning gelden de volgende regels:
a. per recreatiewoning mag ten hoogste één bijgebouw worden gebouwd;
b. de oppervlakte van een bijgebouw mag ten hoogste 10 m² bedragen;
c. de bouwhoogte van een bijgebouw mag ten hoogste 3,00 m bedragen.
18. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
- de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 1,00 m bedragen.
18. 3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
a. de in bijlage 3 en 4 aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht;
b. de natuurlijke en landschappelijke waarden van het omliggende gebied;
c. een goede woonsituatie;
d. de verkeersveiligheid;
e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
18. 4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor permanente bewoning;
b. het gebruik van bijgebouwen voor recreatieve bewoning.