direct naar inhoud van Artikel 11 Maatschappelijk - Vuurtoren
Plan: Schiermonnikoog - Dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0088.056302-0000

Artikel 11 Maatschappelijk - Vuurtoren

 

11. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor “Maatschappelijk - Vuurtoren” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    vuurtoren;

b.    gebouwen ten behoeve van het onderhoud en beheer van de vuurtoren;

met de daarbijbehorende:

c.    erven en terreinen;

d.    groenvoorzieningen;

e.    straten en paden;

f.     parkeervoorzieningen;

g.    nutsvoorzieningen;

h.    sloten, bermen en beplanting;

i.      bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

11. 2.    Bouwregels

11. 2. 1. Voor het bouwen van de vuurtoren gelden de volgende regels:

a.    de vuurtoren dient binnen het bouwvlak te worden gebouwd;

b.    de maatvoering van de vuurtoren dient te voldoen aan de in het bouwvlak aangegeven maatvoeringseisen.

11. 2. 2. Voor het bouwen van de in lid 11.1. sub b genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

a.    de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen zal ten hoogste 150 m² bedragen;

b.    de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen.

11. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, achter de naar de weg gekeerde gevels(s) van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan te worden gebouwd;

b.    de gezamenlijke oppervlakte van overkappingen mag per bouwperceel ten hoogste 15 m² bedragen;

c.    de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3,00 m bedragen;

d.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 m bedragen;

e.    de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5,00 m bedragen.

11. 3.    Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a.    de in bijlage 3 en 4 aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht;

b.    de milieusituatie;

c.    de verkeersveiligheid;

d.    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

11. 4.    Ontheffing van de bouwregels

11. 4. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

-       het bepaalde in lid 11.2.3. sub a en toestaan dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde, vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw worden gebouwd.

11. 4. 2. De in lid 11.4.1. genoemde ontheffing mag uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

a.    het straat- en bebouwingsbeeld;

b.    de in bijlage 3 en 4 aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht;

c.    de woonsituatie;

d.    de verkeerssituatie;

e.    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

11. 5.    Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het gebruik van de gronden en bouwwerken als horecabedrijf;

b.    het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van zelfstandige detailhandel.