direct naar inhoud van Artikel 14 Waarde - Beschermd dorpsgezicht
Plan: Schiermonnikoog - Dorp - Herziening 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0088.106302-VG03

Artikel 14 Waarde - Beschermd dorpsgezicht

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht' aangewezen gronden zijn , behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor:

  • het behoud, het herstel en de uitbouw van de in bijlage 3 en 4 aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied en zijn bebouwing.

14.2 Bouwregels
14.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding "gevellijn" dienen per hoofdgebouw één (of meer) gevel(s) in de gevellijn te worden gebouwd;
  • b. een hoofdgebouw c.q. een in de gevellijn gebouwd gebouw dient te zijn voorzien van een (afgeknot) schilddak, een zadeldak of samengestelde delen daarvan;
  • c. de nokrichting van een hoofdgebouw of van een in de gevellijn gebouwd gebouw dient haaks op de weg c.q. de openbare ruimte te liggen, tenzij de bestaande nokrichting afwijkt, in welk geval de bestaande nokrichting gehandhaafd mag blijven.

14.3 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de in bijlage 3 en 4 aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 14.2 sub a in die zin dat een hoofdgebouw tot ten hoogste 2,00 m achter de gevellijn wordt gebouwd;
  • b. het bepaalde in lid 14.2 sub b in die zin dat wordt afgeweken van de kapvorm dan wel dat een hoofdgebouw gedeeltelijk wordt voorzien van een plat dak.

14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
14.4.1 Vergunningsplichtige werken en werkzaamheden

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen, een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het aanleggen, verbreden, verleggen of verharden van wegen, paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, alsmede het wijzigen van de verhardingssoort;
  • b. het aanbrengen of rooien van opgaande beplanting;
  • c. het ophogen en afgraven van gronden;
  • d. het aanleggen van ondergrondse en bovengrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur.

14.4.2 Uitzondering

Het bepaalde in lid 14.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

14.4.3 Beoordelingscriteria

De omgevingsvergunning mag uitsluitend worden verleend mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht.