Direct naar inhoud
Plan:Merkebuorren 85 - Wijnjewoude
Status:ontwerp
Plantype:wijzigingsplan
IMRO-idn:NL.IMRO.0086.17BPWMbuorren85-0301

TOELICHTING

 

Inhoudsopgave

 

TOELICHTING

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1. Het wijzigingsplan

1.2. Ligging plangebied

1.3. Vigerend plan

1.4. Leeswijzer

Hoofdstuk 2 Gewenste situatie en regeling bestemmingsplan

Hoofdstuk 3 Beleid

3.1 Verordening Romte Fryslân 2014

3.2. Wetterskip

3.3 Omgevingsvisie 2015-2030

Hoofdstuk 4 Sectorale aspecten

4.1 Inleiding

4.2. Milieuzonering

4.3. Geluid

4.4. Externe veiligheid

4.5. Luchtkwaliteit

4.6. Bodem

4.7. Water

4.8. Archeologie en cultuurhistorie

4.9. Ecologie

4.10. Kabels en leidingen

Hoofdstuk 5 Juridische toelichting

5.1. Inleiding

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1. Maatschappelijke uitvoerbaarheid

6.2. Grondexploitatie en economische uitvoerbaarheid

 

 

Hoofdstuk 1 Inleiding

 

 

1.1. Het wijzigingsplan

 

Op 16 november 2021 is er een aanvraag ingediend voor wijziging van de bestemming van het perceel Merkebuorren 85 in Wijnjewoude (kadastraal bekend als gemeente Lippenhuizen, sectie G, nummer 709). Initiatiefnemers willen de bestemming van het perceel van het voormalig Café van der Weij wijzigen naar de functie 'Wonen'. De bedoeling is om hier te gaan wonen. Het betreffende perceel heeft ingevolge het bestemmingsplan “Wijnjewoude/Klein Groningen” de bestemming ‘Horeca’. Wonen als primaire functie op dit perceel is in strijd met deze bestemming. Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid om de bestemming ‘Horeca’ te wijzigen naar de bestemming ‘Wonen’.

 

 

1.2. Ligging plangebied

 

Het plangebied Merkebuorren 85 ligt in de dorpskern Wijnjewoude. Merkebuorren 85 is gelegen op de hoek van de Merkebuorren en Mounleane. Hieronder een afbeelding van het perceel en omgeving.

 [image]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Afbeelding 1: Begrenzing van het plangebied.

 

1.3. Vigerend plan

 

Voor het plangebied is op dit moment het bestemmingsplan “Wijnjewoude / Klein Groningen” van kracht. Dit bestemmingsplan is op 11 november 2019 onherroepelijk geworden. Het perceel Merkebuorren 85 heeft ingevolge dit bestemmingsplan de bestemming “Horeca”.
Binnen deze bestemming mogen alleen gebouwen en overkappingen ten behoeve van horeca voorzieningen worden gerealiseerd en gebruikt. Het gebruik van de bestaande gebouwen en bouwwerken voor enkel en alleen wonen is in strijdt met deze bestemming.

 

Artikel 26 geeft algemene wijzigingsregels. Dit artikel biedt de mogelijkheid om de bestemming ‘Horeca’ te wijzigingen naar ‘Wonen’. Hieronder een uitsnede uit de planverbeelding van het bestemmingsplan “Wijnjewoude / Klein Groningen” (2019).

 [image]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Afbeelding 2: Uitsnede uit het bestemmingsplan

 

 

1.4. Leeswijzer

 

De toelichting bij dit wijzigingsplan is als volgt opgebouwd:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Gewenste situatie en regeling bestemmingsplan

 

Aan de Merkebuorren 85 in Wijnjewoude is tot 2022 het dorpscafé van der Weij van Wijnjewoude gevestigd. De uitbaters van het café hebben enige tijd geleden besloten om de horeca-activiteiten ter plaatse te beëindigen en het café met bijbehorend perceel in de verkoop te doen. De huidige initiatiefnemers zijn onlangs met hen een voorlopige koopovereenkomst aangegaan met de intentie om het perceel met de huidige gebouwen en bouwwerken te gaan gebruiken voor een woonfunctie. Hiervoor is een wijziging van de huidige bestemming van het perceel noodzakelijk (van ‘Horeca’ naar ‘Wonen’). De ruimtelijke situatie zoals die was blijft daardoor nagenoeg gelijk. Met dat verschil dat er nu alleen gewoond zal gaan worden. Dit in plaats van horeca-activiteiten in combinatie met wonen ten behoeve van die bedrijfsactiviteiten.

 

 [image]

Afbeelding 3:

Foto pand aan de Merkebuorren in Wijnjewoude gezien vanaf het kruispunt Merkebuorren-Mounleane

Het perceel Merkebuorren in Wijnjewoude heeft ingevolge het bestemmingsplan “Wijnjewoude/Klein Groningen” de bestemming ‘Horeca’. Wonen op dit perceel is in strijd met de bestemming. Gebouwen en overkappingen mogen alleen gerealiseerd worden ten dienste van de bestemming. Artikel 26 van het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid de bestemming te wijzigen van ‘Horeca’ naar ‘Wonen’.

Voorwaarde voor de wijziging is dat:

  1. de bestemming 'Wonen', 'Detailhandel', 'Horeca' of 'Maatschappelijk' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen', alsmede de situering en de vorm van de aangegeven bouwvlakken wordt gewijzigd dan wel nieuwe bouwvlakken worden aangebracht, mits:

  1. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van artikel 17 van toepassing zijn;

  2. er een gemiddelde aan parkeergelegenheid van ten minste 1 parkeerplaats per woning wordt gerealiseerd;

  3. de betreffende functie op een adequate wijze wordt ontsloten;

  4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ontwikkelingsmogelijkheden van functies in de omgeving;

  5. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde;

  6. deze wijzigingsbevoegdheid primair wordt toegepast voor hergebruik van de bestaande gebouwen. Indien een woonfunctie in de bestaande bebouwing redelijkerwijs niet mogelijk is, mag herinvulling plaatsvinden,

  7. de aantallen en de kwaliteit van de woningbouw in overeenstemming zijn met een woonplan, dat de schriftelijke instemming van Gedeputeerde Staten heeft;

 

Ten aanzien van de genoemde criteria van de wijzigingsbevoegdheid hebben wij kunnen concluderen dat:

 

- er op het perceel voldoende ruimte aanwezig is om parkeergelegenheid op het eigen erf te

realiseren;

- de locatie goed ontsloten is op de de Mounleane en de Merkebuorren;

- het wijzigen van de bestemming van 'Horeca' naar 'Wonen' zich goed zal verhouden naar de

omliggende functies;

- er is geen reden is om aan te nemen dat de geluidsbelasting van de Merkebuorren 85 hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde (ligging in 30 km/h-zone);

- de wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast voor het hergebruik van de bestaande bebouwing;

- er per saldo geen sprake is van een toename van het aantal woningen. Er was immers al een

bedrijfswoning aanwezig.

 

Hoofdstuk 3 Beleid

 

3.1 Verordening Romte Fryslân 2014

 

In de wet ruimtelijke ordening (Wro), in werking getreden op 1 juli 2008, zijn instrumenten opgenomen passend bij het stelsel van verantwoordelijkheden voor de drie bestuurslagen te weten het Rijk, de provincies en gemeenten. Doel van de wet is om een slagvaardiger doorwerking en uitvoering van het ruimtelijke beleid te bewerkstelligen. De Wro maakt onderscheid tussen een strategische visie en juridisch bindend beleid. De strategische visie staat in de structuurvisies van de verschillende overheidslagen. Binnen dat wettelijke kader hebben Provinciale Staten op 15 juni 2011 de Verordening Romte Fryslân vastgesteld. Deze is per 1 augustus in werking getreden. Medio 2011 is door Provinciale Staten nieuw beleid geformuleerd inzake de veehouderij, intensieve veehouderij landschap en cultuurhistorie (Grutsk op ‘e Romte) en weidevogels. In de ‘Tuskentiidske evaluaasje Streekplan Fryslân, van 23 januari 2013, heeft ook een eerste evaluatie van de verordening plaatsgevonden. Daarin is een aantal onderwerpen benoemd waarvan aanpassing in de verordening gewenst werd geacht. Ook op grond van de inwerkingtreding van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) is aanpassing van de verordening vereist. Aanpassingen hieromtrent hebben geresulteerd in de Verordening Romte Fryslân 2014.

 

Gemeenten kunnen lokale belangen naar eigen inzicht regelen, binnen de context van provinciale belangen. Wat deze provinciale belangen zijn, is in het Streekplan ca. aangegeven. Deze vormen voor ons dan ook leidraad voor het opstellen van de verordening. Uitgangspunt daarbij is de gezamenlijke inzet. Deze inzet laat echter onverlet dat er een onderscheid is tussen lokale en provinciale belangen. De Verordening Romte Fryslân regelt de provinciale belangen die op voorhand door moeten werken naar gemeentelijke ruimtelijke plannen. Het gaat dan om belangen die niet doelmatig of doeltreffend op gemeentelijk niveau kunnen worden afgewogen en behartigd, omdat de effecten het lokale niveau overstijgen.

 

De verordening bevat instructies ingevolge artikel 4.1, eerste lid Wro, over de inhoud van gemeentelijke ruimtelijke plannen en over de onderbouwing en motivering in de plantoelichting. Deze instructies zijn gericht aan het gemeentebestuur en binden de burgers niet rechtstreeks.

 

Artikel 3.1.1 van de verordening bepaalt over het toevoegen van een woning:

a. Een ruimtelijk plan kan mogelijkheden voor woningbouw bevatten indien de aantallen en de

kwaliteit van de woningbouw in overeenstemming zijn met een woonplan, dat de schriftelijke

instemming van Gedeputeerde Staten heeft.

b. In afwijking van het eerste lid kan een ruimtelijk plan een woningbouwproject bevatten dat niet is

opgenomen in een woonplan, indien:

1. het woningbouwproject niet meer dan 3 woningen bevat dan wel, voor zover gelegen binnen het

bestaand stedelijk gebied, niet meer dan 11 woningen bevat,

en

2. in de plantoelichting is gemotiveerd dat en op welke wijze overschrijding van het woning-

bouwprogramma van het woonplan kan worden voorkomen door uitwisseling of fasering van

projecten.

 

Zoals ook in hoofdstuk 2 beschreven is deze woning in overeenstemming met het door de provincie geaccordeerde woonplan van de gemeente Opsterland. Ter plaatse was al sprake van een bedrijfswoning ten behoeve van de bedrijfsactiviteiten. Hierdoor zal de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling geen gevolgen hebben voor de woningaantallen.

 

3.2. Wetterskip

 

In 2004 is door Wetterskip Fryslân een Leidraad Stedelijk Waterbeheer vastgesteld. Deze Leidraad is een instrument waarmee waterschapmedewerkers helder en eenduidig over water kunnen communiceren met gemeenten. De Leidraad Stedelijk Waterbeheer werd door medewerkers van Wetterskip Fryslân gebruikt bij het opstellen van wateradviezen en beantwoorden van vragen.
In 2004 hadden gemeenten en waterschappen nog weinig ervaring met de watertoets, die in 2002 van kracht is geworden. Anno 2013 is door beide partijen veel ervaring opgedaan met het watertoetsproces.

 

Doel van de Leidraad Watertoets is dat in ruimtelijke plannen alle wateraspecten worden meegenomen. Leidraad Watertoets is een instrument waarmee de waterbelangen in ruimtelijke plannen kunnen worden geborgd en waarmee er zorg voor kan worden gedragen dat ruimtelijke plannen voldoen aan de uitgangspunten van Wetterskip Fryslân. Daarnaast zorgt de leidraad watertoets voor draagvlak van het wateradvies bij de gemeenten en voor een betere samenwerking tussen gemeenten en Wetterskip tijdens het watertoetsproces. De leidraad geeft duidelijkheid over de juridische status van het wateradvies.

 

Voor het onderhavige wijzigingsplan is ook de digitale watertoets uitgevoerd (zie de bijlage bij de toelichting). Concluderend kan gesteld worden dat er met de voorgenomen bestemmingswijziging aan de bestaande verharde oppervlakte niet zal veranderen en dat daarmee de wijziging van de bestemming geen extra effect op de waterhuishouding ter plaatse zal hebben.

 

3.3 Omgevingsvisie 2015-2030

 

In het beleidsdocument 'Omgevingsvisie 2015-2030' van Opsterland wordt het ruimtelijk

beleid van de gemeente tot 2030 geschetst. Een omgevingsvisie moet heldere doelen

kennen en flexibel kunnen inspelen op maatschappelijke veranderingen, maar wel de

robuuste ruimtelijke structuren, zoals natuur en landschap, vastleggen. De gemeente

Opsterland loopt vooruit op de (ontwerp) Omgevingswet en de daarin opgenomen

planfiguur van de Omgevingsvisie voor het gemeentelijke grondbeleid.

 

De missie van de gemeente Opsterland is het creëren van randvoorwaarden, die zorgen

voor vitale leefgemeenschappen in een aantrekkelijke en duurzame leefomgeving.

Opsterland wil een faciliterende gemeente zijn, die regie voert over de ruimtelijke

ontwikkelingen, door duidelijke doelen te stellen en het maatschappelijk middenveld uit

te nodigen om te investeren in de samenleving en in de leefomgeving.

 

 

Deze missie van de gemeente kan worden vertaald in vier hoofddoelen:

 

1. De kracht van de gemeenschap

De kracht van de samenleving aanboren en optimaal benutten.

 

2. De kracht van de leefomgeving

Opsterland is met haar landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten, tussen de

stedelijke buurgemeenten, bij uitstek een woon en recreatiegemeente. Deze kwaliteiten

moeten behouden blijven en waar mogelijk worden versterkt.

 

3. De krachten bundelen: regionale samenwerking

De gemeente Opsterland is een robuuste en zelfstandige gemeente, die door

samenwerking met andere gemeenten prima in staat is om toekomstige opgaven het

hoofd te bieden.

 

4. De rol en werkwijze van de gemeente

De gemeente Opsterland ontwikkelt zich van een aanbod-gestuurde organisatie naar een

faciliterende, vraag-gestuurde organisatie.

 

De ruimtelijke kwaliteit van de dorpen in Opsterland wordt mede bepaald door het omliggende landschap. Voor veel streekdorpen geldt dat het van belang is de doorzichten naar het open landschap te behouden. Ook hier is weer sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid van bewoners (beheer aanplant) en gemeente.

 

Voor onderhavige aanvraag geldt dat de feitelijke situatie niet zal veranderen. Het hoofdgebouw zal in plaats van een horecafunctie nu een woonfunctie krijgen. Er zal niet worden gebouwd hooguit verbouwd.

Hoofdstuk 4 Sectorale aspecten

 

4.1 Inleiding

 

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe rekening is gehouden met de in en rond het plangebied voorkomende relevante omgevingsaspecten. Dit wijzigingsplan voorziet in het wijzigen van de bestemming 'Horeca' naar 'Wonen'.

 

4.2. Milieuzonering

 

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ruimtelijke afstemming tussen bedrijfsactiviteiten, voorzieningen en gevoelige functies (zoals woningen) noodzakelijk. In de basiszoneringslijst van de VNG-brochure "Bedrijven en milieuzonering" zijn richtafstanden tussen bedrijvigheid en milieugevoelige bebouwing als woningen opgenomen. Een richtafstand kan worden beschouwd als de afstand waarbij onaanvaardbare hinder als gevolg van bedrijfsactiviteiten redelijkerwijs kan worden uitgesloten. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen een rustige woonomgeving en een gemengd gebied. In het onderhavige geval spreken wij van een gemengd gebied.

 

De bestemming ‘Wonen’ is een meer gevoelige bestemming dan ‘Horeca’. De naastgelegen percelen hebben alleen een woonbestemming. Hierdoor is het dan ook niet bezwaarlijk dat de bestemming wordt gewijzigd. Schuin tegenover het perceel is nu een detailhandelsfunctie gesitueerd. Het betreft het perceel Merkebuorren 70/72 dat de bestemming ‘Detailhandel’ heeft. Voor een dergelijke functie geldt bij het realiseren van een nieuwe milieugevoelige bestemming als "Wonen" in een gemengd gebied een richtafstand van 10 meter. De afstand tussen het pand van de Merkebuorren 85 en het perceel Merkebuorren 70/72 bedraagt circa 20 meter. Daarom kan worden gesteld dat de voorgenomen wijziging van de huidige bestemming van het perceel Merkebuorren 85 naar ‘Wonen’ in het kader van een goede ruimtelijke ordening kan voldoen aan de gewenste miliezonering.

 

 

4.3. Geluid

 

De Wet geluidhinder (Wgh) stelt eisen met betrekking tot de geluidbelasting op geluidsgevoelige gebouwen (waaronder woningen). Genoemd worden drie verschillende geluidsbronnen: wegverkeer, spoorwegverkeer en industrie zijn. Tevens is in de Wgh bepaald dat elke weg in principe een geluidszone heeft, waar aandacht aan mogelijke geluidshinder moet worden besteed. In dit kader kan over het plangebied worden gesteld dat er geen spoorwegen en industrie in de directe nabijheid aanwezig zijn. De toekomstige woning is gelegen aan de wegen Merkebuorren en Mounleane die beiden een 30 km/h-limiet kennen. In het kader van geluid is bij een woonbestemming vooral de gevelbelasting van weggeluid op de woning van toepassing. Het gebouw was in gebruik als café in combinatie met een bedrijfswoning en zal nu alleen worden gebruikt voor bewoning.

 

De bestemming die nu nog op het perceel ligt is 'Horeca' met een woonfunctie ten dienste van de bedrijfsfunnctie. Deze bestemming is net als de bestemming 'Wonen' een geluidsgevoelige bestemming. Dat houdt in dat voor de Wet geluidhinder er geen verschil is tussen 'Horeca' en 'Wonen'.Het pand ligt aan de 30 km/u-wegen van de Mounleane en de Merkebuorren. Akoestisch onderzoek is dan ook niet nodig.

 

4.4. Externe veiligheid

 

Externe veiligheid wordt geregeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en gaat over het beheersen van risico's die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, LPG en munitie. Het externe veiligheidsbeleid heeft vorm gekregen in de risicobenadering.
Artikel 1 van het Bevi bepaalt hierbij dat woningen, scholen, gezondheidscentra en dagverblijven, kwetsbare objecten zijn en dat gebouwen/voorzieningen zoals kantoren, winkels en parkeerterreinen beperkt kwetsbare objecten zijn. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. In het Bevi wordt aangegeven hoe met het plaatsgebonden risico en het groepsgebonden risico moet worden omgegaan. De risicovolle inrichtingen zijn op de risicokaart van de provincie Fryslân weergegeven.

 

Het plangebied ligt niet binnen de invloedssfeer van inrichtingen, transportroutes gevaarlijke stoffen of buisleidingen. Het onderhavige plan is ten aanzien van het aspect externe veiligheid uitvoerbaar.

 

4.5. Luchtkwaliteit

 

Een onderdeel van de Wet milieubeheer betreft de luchtkwaliteit. Dit onderdeel is bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid, als gevolg van te hoge niveaus van de luchtverontreiniging aan te pakken.

 

Overschrijdingen van de grenswaarden voor luchtkwaliteit zijn veelal het gevolg van het aantal verkeersbewegingen in een gebied. Een ontwikkeling dat slechts in zeer beperkte mate bijdraagt aan luchtverontreiniging is vrijgesteld van toetsing aan de grenswaarden.

 

Dit wijzigingsplan voorziet in een wijziging van 'Horeca' naar 'Wonen'. Deze ontwikkeling heeft geen invloed op de luchtkwaliteit. Onderzoek is dan ook niet aan de orde.

 

4.6. Bodem

 

Op basis van historisch onderzoek is gebleken dat de totale locatie Merkebuorren 85 qua bodemkwaliteit als ‘verdacht’ kan worden beschouwd door het jarenlange menselijke gebruik en de activiteiten die er plaats hebben gevonden. Uit de diverse onderzoeksrapporten uit het verleden is gebleken dat ter plaatse van de voormalige petroleumhandel op het achterterrein een bodemverontreiniging met minerale olie aanwezig is met een omvang van circa 320 m³ grond en

400 m³ grondwater. De verontreiniging is aangetroffen tot circa 2 meter onder het maaiveld. Ter plaatse van het overige terrein zijn ten hoogste licht verhoogde gehalten aan onderzochte parameters voor bodemverontreiniging aangetroffen. Uit een uitgevoerde risicobeoordeling is indertijd gebleken dat er geen sprake is van actuele risico’s voor de mens, het ecosysteem en verspreiding via het grondwater.

 

Uit een recent bodemonderzoek (2020) is gebleken dat de verontreiniging ter plaatse

van de voormalige petroleumhandel (op het achterterrein) in de loop van de jaren dusdanig is afgenomen (natuurlijke afbraak), dat er geen sprake meer is van een ‘geval van ernstige bodemverontreiniging’ in de zin van de Wet bodembescherming (Wbb). Er is alleen nog licht tot matig verontreinigde grond aangetroffen met een omvang van circa 180 m³. Het grondwater ter plaatse is nog licht verontreinigd met minerale olie en heeft dezelfde omvang. Op het overige terrein zijn alleen in de bovengrond licht verhoogde gehalten aan onderzochte parameters aangetroffen en dit komt overeen met de verwachting. In de ondergrond en het grondwater zijn geen verhoogde gehalten aan onderzochte parameters aangetroffen. Daarnaast is, zowel zintuigelijk als analytisch, geen asbest aangetoond op of in de bodem.

 

Concluderend wordt in het rapport (2020) gesteld dat er vanuit milieuhygiënisch oogpunt geen belemmeringen bestaan voor de voorgenomen eigendomsoverdracht van de onderzoekslocatie. Hierbij wordt opgemerkt dat, bij eventuele graafwerkzaamheden op het terrein van de voormalige

petroleumhandel, er wel rekening moet worden gehouden met de aanwezige matig verontreinigde grond. Voorafgaand aan een eventuele ontgraving moet een plan van aanpak ingediend worden bij het bevoegd gezag en na goedkeuring kan de grond, conform de huidige wet- en regelgeving, ontgraven en afgevoerd worden naar een erkende verwerkingslocatie. Indien grond van de locatie wordt afgevoerd voor toepassing elders, volstaan de resultaten van het uitgevoerde bodemonderzoek mogelijk niet. Om definitief vast te stellen of de grond buiten de locatie kan worden hergebruikt, kan het bevoegd gezag (gemeente waar de grond zal worden toegepast) verzoeken om een partijkeuring conform het Besluit bodemkwaliteit.

Gelet op voorgaande zijn er in het onderhavige wijzigingsplan aanvullende regels opgenomen ten aanzien van grondbewerking ter plaatse van de geconstateerde verontreiniging die de streefwaarden te boven gaat. Het verontreinigde deel is voorzien van een aanduiding " Milieuzone - bodem" op de planverbeelding.

 

 [image]

Afbeelding 4:

Uitsnede bodemonderzoek perceel Merkebuorren 85. Arcering in ovale vlak betreft de bodemverontreiniging boven de streefwaarden.

Met de in de planregels opgenomen regeling kan de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling op een verantwoorde wijze invulling krijgen.

 

4.7. Water

 

Op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening dient in de toelichting op

ruimtelijke plannen een waterparagraaf te worden opgenomen. Deze waterparagraaf doet

verslag van de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de

waterhuishoudkundige situatie, dat wil zeggen voor het grondwater en het oppervlaktewater.

Uit de watertoets blijkt dat er geen belang is voor het waterschap. Het plan heeft dan ook geen invloed op de waterhuishouding. Het betreffende wateradvies is als bijlage bij de toelichting opgenomen.

 

4.8. Archeologie en cultuurhistorie

 

Archeologie

Voor de locatie Merkebuorren 85 is de archeologische waarden- en verwachtingskaart FAMKE van de Provincie Fryslân geraadpleegd. De resultaten zijn hieronder weergegeven.

 

[image] 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Figuur 5: FAMKE Merkebuorren 85: Steentijd - Bronstijd[image]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Figuur 6: FAMKE Merkebuorren 85: IJzertijd - middeleeuwen

 

Archeologisch onderzoek is in deze verder niet nodig omdat er niet gebouwd zal worden en er dus geen bodemingrepen ter plaatse zullen worden uitgevoerd.

 

Cultuurhistorie

Gelet op het feit dat er niet wordt gebouwd maar sprake is van een nieuw gebruik van de bebouwing is er geen sprake van negatieve effecten op de cultuurhistorische waarden van het plangebied en de omgeving daarvan.

 

4.9. Ecologie

 

Sinds 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming van kracht. Deze wet vervangt drie wetten, te weten de Natuurbeschermingswet 1998, de Boswet en de Flora- en Faunawet. De Natuurbeschermingswet regelt de bescherming van specifieke gebieden in ons land. In de wet zijn de bepalingen uit de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn verwerkt. Hieronder vallen ook de Natura 2000 gebieden. Voor het plangebied geldt dat alleen de bestemming veranderd van 'Horeca' naar 'Wonen'. Wat betreft de soortenbescherming, zijn er daarom geen belemmeringen te verwachten. Wat betreft de gebiedsbescherming, maakt het onderhavige plangebied geen deel uit van een Natura 2000-gebied. Ook maakt het plangebied geen onderdeel uit van het Natuur Netwerk Nederland (NNN).

 

Het wijzigen van de bestemming ‘Horeca’ naar ‘Wonen’ heeft geen effect op de natuur. Gelet op dit gegeven is onderzoek dan ook niet noodzakelijk.

 

4.10. Kabels en leidingen

Er kunnen kabels en leidingen in het plangebied aanwezig zijn. Het gaat hierbij waarschijnlijk om huisaansluitingen. Deze hebben geen specifieke bescherming nodig.

 

Hoofdstuk 5 Juridische toelichting

 

 

5.1. Inleiding

 

Het onderhavige wijzigingsplan wordt mogelijk gemaakt met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid zoals die is opgenomen in artikel 26 van het bestemmingsplan "Wijnjewoude/Klein Groningen". Dit plan is onherroepelijk geworden op 11 november 2019. Een wijzigingsbevoegdheid stelt burgemeester en wethouders in staat te besluiten om de bestemming van een locatie te wijzigen onder in het bestemmingsplan opgenomen voorwaarden.

 

De procedure die ten aanzien van een wijzigingsplan moet worden doorlopen, is vastgelegd in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is tevens van toepassing.

 

Het toepassen van een wijzigingsbevoegdheid dient samen te gaan met een toelichting. In een dergelijke toelichting dient uiteengezet te worden of er vanwege de voorgenomen wijziging sprake is van een goede ruimtelijke ordening. In voorliggende toelichting is de uitvoerbaarheid verantwoord. Het wijzigingsplan zelf bestaat uit een verbeelding en regels. Voor de betreffende bestemming ‘Wonen’ gelden de regels zoals die zijn opgenomen in het moederplan. Er is een aanvullende regeling opgenomen voor eventuele grondbewerkingen in verband met een geconstateerde (beperkte) bodemverontreiniging.

 

Voorliggend wijzigingsplan is zodanig vormgegeven dat het voldoet aan de vereisten voortkomend uit de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Bij de vormgeving en de bijbehorende verbeelding is aangesloten op de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012. Het wijzigingsplan voldoet aan de digitale verplichting zoals deze per 1 januari 2010 van kracht is.

 

 

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

 

 

6.1. Maatschappelijke uitvoerbaarheid

 

 

De verandering die met vaststelling van het onderhavige wijzigingsplan mogelijk wordt gemaakt is veel minder (milieu)belastend voor de naaste omgeving dan de huidige horecafunctie. Bovendien is het zeer aannemelijk dat het perceel Merkebuorren 85 te Wijnjewoude met het voorgenomen gebruik (woonfunctie) met name wat betreft het achtererf een betere ruimtelijke uitstraling zal krijgen dan nu het geval is. Al met al ziet de planwijziging daarmee op een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling die geen onevenredige afbreuk doet aan de ontwikkelingsmogelijkheden van functies in de omgeving. De maatschappelijke uitvoerbaarheid is hiermee gewaarborgd.

 

Inspraakreacties

Het ontwerpwijzigingsplan heeft conform afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) vanaf 9 juni 2022 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Tegen het plan zijn geen zienswijzen ingediend.

 

Het vooroverleg op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) heeft plaatsgevonden in het kader van de totstandkoming van het bestemmingsplan "Wijnjewoude / Klein Groningen", (het moederplan), waardoor afgezien is van vooroverleg bij de totstandkoming van dit wijzigingsplan.

 

 

6.2. Grondexploitatie en economische uitvoerbaarheid

 

Bij de voorbereiding van een wijzigingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid Wro, dient, op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro, eveneens onderzoek plaats te vinden naar de economische uitvoerbaarheid van het plan. De economische uitvoerbaarheid van een ruimtelijke regeling wordt bepaald door de financiële haalbaarheid van daarin mogelijk gemaakte ontwikkelingen en de grondexploitatie.

 

De voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling heeft geen financiële gevolgen voor de gemeente. De financiële verantwoordelijkheid voor het ruimtelijke voornemen en het daarbij horende risico wordt volledig gedragen door de initiatiefnemers. Procedurekosten voor het wijzigingsplan komen eveneens via het heffen van leges voor rekening van de initiatiefnemers. Er is geen aanleiding voor kostenverhaal anderzins.

 

Op basis van bovenstaande kan worden gesteld dat de economische uitvoerbaarheid van het ruimtelijke voornemen voldoende is verzekerd.