direct naar inhoud van Artikel 5 Sport
Plan: Ureterp - Sportvelden
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0086.16BPSportvelden-0401

Artikel 5 Sport

 

5. 1.       Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Sport’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    sport- en speelterreinen;

b.    gebouwen ten behoeve van:

1.    doeleinden van sport en recreatie, met de daarbijbehorende voor­zieningen, zoals een kantine en kleedruimtes;

2.    sociaal-culturele en welzijnsdoeleinden;

3.    onderhoud en beheer;

4.    sanitaire voorzieningen;

c.    paden;

waarbij het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de waardevolle houtsingels wordt nagestreefd;

met daaraan ondergeschikt:

d.    incidentele en periodieke evenementen;

e.    wegen en straten;

f.     erven en terreinen;

met de daarbijbehorende:

g.    parkeervoorzieningen;

h.    groenvoorzieningen en bebossing;

i.      aarden wallen;

j.      verhardingen;

k.    waterlopen en waterpartijen;

l.      nutsvoorzieningen;

m.   bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder tribunes.

5. 2.       Bouwregels

5. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 5.1 sub b genoemde gebouwen geldende volgende regels:

a.    de gebouwen zullen binnen het bouwvlak worden gebouwd;

b.    in afwijking van het bepaalde in sub a mag een gebouw buiten het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat de oppervlakte van gebouwen buiten het bouwvlak ten hoogste 100 m² zal bedragen;

c.    de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 7,00 m bedra­gen.

5. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van lichtmasten zal ten hoogste 15,00 m bedragen;

b.    de bouwhoogte van ballenvangers zal ten hoogste 8,00 m bedra­gen;

c.    de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.


5. 3.       Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a.    de milieusituatie;

b.    de verkeersveiligheid;

c.    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

5. 4.       Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

-       het gebruik van gronden voor de aanleg van aarden wallen over een hoogte van meer dan 3,00 m.

5. 5.       Aanlegvergunning

5. 5. 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

-       het geheel of gedeeltelijk verwijderen van houtsingels.

5. 5. 2. Het bepaalde in lid 5.5.1. is niet van toepassing op werkzaamheden die:

a.    het normale onderhoud betreffen;

b.    reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

5. 5. 3. De in lid 5.5.1. genoemde vergunning kan slechts worden verleend, mits:

-       geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige houtsingels in het gebied.