direct naar inhoud van Artikel 3 Groen
Plan: Ureterp - De Hege Kamp
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0086.16BPDeHegeKamp-0401

Artikel 3 Groen

 

3. 1.       Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    groenvoorzieningen;

b.    bebossing, waarbij ter plaatse van de aanduiding “houtsingel”, de instandhouding van de landschappelijke en natuurlijke waarden wordt nagestreefd;

c.    voet- en rijwielpaden;

d.    woonstraten;

e.    speelvoorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

f.     tuinen, erven en terreinen;

g.    in- en uitritten;

h.    parkeervoorzieningen;

i.      waterlopen en waterpartijen;

j.      nutsvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

k.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder steigers, bruggen, duikers en/of dammen, een antennemast, ter plaatse van de aanduiding “antennemast”.

3. 2.       Bouwregels

3. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

3. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;

b.    de bouwhoogte van oeverbeschoeiingen zal ten hoogste 0,40 m bedragen;

c.    de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding “antennemast”, de bouwhoogte

van een antennemast 38,00 m mag bedragen.

3. 3.       Nadere eisen

 

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a.    de verkeersveiligheid;

b.    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.


3. 4.       Aanlegvergunning

3. 4. 1. Ter plaatse van de aanduiding “houtsingel” is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

a.    het verwijderen van houtopstanden;

b.    het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden.

3. 4. 2. Geen aanlegvergunning als bedoeld in lid 3.4.1. is vereist voor werken en werkzaamheden die:

a.    het normale onderhoud betreffen;

b.    noodzakelijk zijn in verband met het op de bestemming gerichte beheer van de grond;

c.    reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

3. 4. 3. Burgemeester en Wethouders kunnen de vergunning slechts verlenen indien geen

onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurlijke waarden van het gebied.

3. 5.       Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, het plan wijzigen in die zin dat:

 

-       de bestemming ‘Groen’ geheel of gedeeltelijk wordt gewijzigd in de bestemming ‘Wonen - 1’, mits:

1.    deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding “wro-zone - wijzigingsgebied”;

2.    de mogelijke toename van woningen in overeenstemming is met een door de provincie geaccordeerd woonplan dat voor de gemeente Opsterland geldt. In het geval dat de woningbouwaantallen worden overschreden, kunnen Burgemeester en Wethouders besluiten hieraan medewerking te verlenen, mits de provincie hiermee instemt;

3.    de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde;

4.    er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan mogelijke archeologische en ecologische waarden;

5.    voldaan wordt aan de normen met betrekking tot externe veiligheid;

6.    na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 6 van overeenkomstige toepassing zijn.