direct naar inhoud van Artikel 12 Wonen - Woongebouw
Plan: Gorredijk - Loevestein Fase 4
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0086.05BPLoevestein4-0301

Artikel 12 Wonen - Woongebouw

 

12. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Wonen - Woongebouw’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    woongebouwen;

en mede bestemd:

b.    de bescherming van het doelma­tig en veilig functioneren van de nabijgelegen vaarweg, ter plaatse van de aanduiding “vrijwaringszone - vaarweg”;

met daaraan ondergeschikt: 

c.    woonstraten;

d.    voet- en rijwielpaden;

e.    parkeervoorzieningen;

f.     speelvoorzieningen;

g.    groenvoorzieningen;

h.    aanleggelegenheid;

i.      waterhuishoudkundige voorzieningen;

j.      waterlopen en waterpartijen;

k.    nutsvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

l.      tuinen, erven en terreinen;

m.   bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder steigers.

12. 2.    Bouwregels

12. 2. 1. Voor het bouwen van woongebouwen gelden de volgende regels:

a.    een woongebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;

b.    het aantal woningen zal ten hoogste het in de aanduiding ‘maximum aantal wooneenheden’ aangegeven aantal bedragen;

c.    de bouwhoogte van een woongebouw zal ten hoogste de in de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ aangegeven bouwhoogte bedragen;

d.    het aantal bouwlagen van een woongebouw zal ten hoogste de in de aanduiding ‘maximum aantal bouwlagen’ aangegeven aantal bouwlagen bedragen;

e.    de dakhelling van een woongebouw zal ten hoogste 60° bedragen.

12. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoog­ste 2,00 m bedragen;

b.    de bouwhoogte van oeverbeschoeiingen zal ten hoogste 0,80 m bedragen;

c.    de bouwhoogte van steigers en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 1,50 m bedragen;

d.    de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

 

12. 3.    Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a.    de woonsituatie;

b.    de milieusituatie;

c.    de verkeersveiligheid;

d.    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

12. 4.    Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

a.    het bepaalde in lid 12.2.1. sub a in die zin dat woongebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:

1.    er sprake is van een incidentele uitbreiding;

2.    uitsluitend ondergeschikte gebouwen geheel buiten het bouwvlak worden gebouwd;

3.    de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;

b.    het bepaalde in lid 12.2.1 sub b in die zin dat het in de aanduiding ‘maximum aantal wooneenheden’ genoemde aantal te bouwen woningen per bouwvlak wordt vergroot, mits:

-       de mogelijke toename van woningen in overeenstemming is met een door de provincie geaccordeerd woningbouwprogramma dat voor de gemeente Opsterland geldt. In het geval dat de woningbouwaantallen worden overschreden, kunnen Burgemeester en Wethouders besluiten hieraan medewerking te verlenen, mits de provincie hiermee instemt;

c.    het bepaalde in lid 12.2.1. sub c in die zin dat de bouwhoogte van een woongebouw met ten hoogste 3,00 m wordt vergroot;

d.    het bepaalde in lid 12.2..1. sub e in die zin dat de dakhelling van een woongebouw wordt vergroot tot ten hoogste 80°.