direct naar inhoud van Artikel 8 Maatschappelijk
Plan: Frieschepalen - Kom
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0086.04BPKom-0401

Artikel 8 Maatschappelijk

 

8. 1.       Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    gebouwen ten behoeve van:

1.    onderwijsdoeleinden;

2.    sociaal-culturele en welzijnsdoeleinden;

3.    doeleinden van sport en recreatie;

4.    sociaal-medische doeleinden;

5.    religieuze doeleinden;

6.    bedrijfswoningen, ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”;

b.    aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning;

met de daarbijbehorende:

c.    tuinen, erven en terreinen;

d.    wegen, straten en paden;

e.    parkeervoorzieningen;

f.     groenvoorzieningen;

g.    nutsvoorzieningen;

h.    waterlopen;

i.      cultuurgrond;

j.      sport- en speelterreinen;

k.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

8. 2.       Bouwregels

8. 2. 1. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

a.    een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;

b.    een bedrijfswoning zal uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”;

c.    het aantal bedrijfswoningen zal ten hoogste één per maatschappelijke instelling bedragen;

d.    de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de in het bouwvlak aangegeven bouwhoogte bedragen;

e.    de dakhelling van een gebouw zal ten minste 30° bedragen;

f.     de dakhelling van een gebouw zal ten hoogste 60° bedragen;

g.    ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering" zal de bouwhoogte ten hoogste 5,50 m bedragen;

h.    ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering" zal de goothoogte ten hoogste 3,50 m bedragen;

i.      ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering" zal de dakhelling ten minste 10° bedragen.

8. 2. 2. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

a.    de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, de bijgebouwen en de overkappingen bij een bedrijfswoning zal ten hoogste 70 m² bedragen;

b.    de goothoogte van een aan- of uitbouw, een aangebouwd bijgebouw of een aangebouwde overkapping zal ten hoogste gelijk zijn aan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning;

c.    de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw of een vrijstaande overkapping zal ten hoogste 3,00 m bedragen.

8. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan ten hoogste 1,00 m zal bedragen;

b.    de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

8. 3.       Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a.    de woonsituatie;

b.    de milieusituatie;

c.    de verkeersveiligheid;

d.    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

8. 4.       Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, ontheffing verlenen van:

 

a.    het bepaalde in lid 8.2.1. sub a. en toestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:

1.    er sprake is van een ondergeschikte uitbreiding;

2.    uitsluitend ondergeschikte gebouwen geheel buiten het bouwvlak worden gebouwd;

3.    de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;


b.    het bepaalde in lid 8.2.1. sub i. en toestaan dat ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering" ten hoogste 60% van het dakvlak plat wordt af­gedekt;

c.    het bepaalde in 8.2.2. sub b. en toestaan dat de goothoogte van een aan- of uitbouw, een aangebouwd bijgebouw of een aangebouwde overkapping wordt verhoogd, mits:

-      dit voor een hoofdgebouw vanuit architectonische overwe­gingen aanvaardbaar is en de verhoging bijdraagt tot een ruimtelijke versterking van een straat of straat­wand.

8. 5.       Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve de uitoefening van detailhandel, tenzij het betreft een sociaal-culturele of een sport- of recreatieve functie, in welk geval een detailhandelsfunctie is toegestaan die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de sociaal-culturele functie dan wel de sport- of recreatieve functie;

b.    het gebruik van gronden en bouwwerken als horecabedrijf, tenzij het betreft een sociaal-culturele of een sport- of recreatieve functie, in welk geval een horecafunctie is toegestaan die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de sociaal-culturele functie dan wel de sport- of recreatieve functie.

8. 6.       Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, het plan wijzigen in die zin dat:

 

a.    de gronden en bouwwerken tevens worden gebruikt voor dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen.

b.    de bestemming ‘Maatschappelijk’ wordt gewijzigd in de bestemming ‘Wonen - 1’, mits:

1.    deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding “Wro-zone - wijzigingsgebied 2”;

2.    de mogelijke toename van woningen in overeenstemming is met een door de provincie geaccordeerd woonplan dat voor de gemeente Opsterland geldt. In het geval dat de woningbouwaantallen worden overschreden, kunnen Burgemeester en Wethouders besluiten hieraan medewerking te verlenen, mits de provincie hiermee instemt;


3.    de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde;

4.    er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan mogelijke archeologische en ecologische waarden;

5.    na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 14 van overeenkomstige toepassing zijn.