direct naar inhoud van Artikel 14: Sport
Plan: Bakkeveen Kom
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0086.01BPKom-0301

Artikel 14: Sport

Link naar de toelichting op de bestemming 'Sport'.

14.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sport- en speelterreinen;
  • b. gebouwen en overkappingen ten behoeve van doeleinden van sport en recreatie al dan niet in combinatie met dagrecreatieve en culturele voorzieningen, kinderdagverblijven en horeca, voorzover ondergeschikt aan en ten dienste van de genoemde functies;
  • c. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. onderhoud en beheer;
    • 2. sanitaire voorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • d. wegen en paden;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. bebossing;
  • h. cultuurgrond;
  • i. waterlopen en waterpartijen;
  • j. nutsvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • k. erven en terreinen;
  • l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder een uitkijktoren.
14.2. Bouwregels
14.2.1. Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van de gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen en overkappingen zal ten hoogste 1.300 m² bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 5,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een overkapping zal ten hoogste 3,50 m bedragen.
14.2.2. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van lichtmasten zal ten hoogste 20,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van ballenvangers zal ten hoogste 10,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een uitkijktoren zal ten hoogste 20,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder d mag ten hoogste één antennemast worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 40,00 m.
14.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de milieusituatie;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
14.4. Wijzigingsbevoegdheid
14.4.1. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, een goede landschappelijke inpassing, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Sport' geheel of gedeeltelijk worden gewijzigd in de bestemmingen 'Groen', 'Maatschappelijk', 'Verkeer - Verblijf', 'Water' en/of 'Wonen' alsmede de situering en de vorm van de aangegeven bouwvlakken wordt gewijzigd dan wel nieuwe bouwvlakken worden aangebracht, mits:

  • a. de wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2';
  • b. een goede ruimtelijke inpassing wordt gerealiseerd waarbij wordt aangesloten op de ruimtelijke structuur en de kenmerken van de omgeving;
  • c. de aantallen en de kwaliteit van de woningbouw in overeenstemming zijn met een woonplan, dat de schriftelijke instemming van Gedeputeerde Staten heeft;
  • d. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde;
  • e. er een gemiddelde aan parkeergelegenheid van ten minste 1 parkeerplaats per woning wordt gerealiseerd;
  • f. er geen onevenredige parkeerdruk voor de omgeving optreedt;
  • g. de betreffende functie op een adequate wijze wordt ontsloten;
  • h. de verkeersdruk in de naaste omgeving niet onevenredig toeneemt;
  • i. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ontwikkelingsmogelijkheden van functies in de omgeving;
  • j. archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden waaruit blijkt dat:
    • 1. de archeologische waarden van de gronden die door de ontwikkeling kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en
    • 2. in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd;
  • k. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 8, 16, 17 en/of 18 van toepassing zijn.