direct naar inhoud van TOELICHTING
Plan: Recreatieterrein De Posthoorn 2014
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0085.Posthoorn2014-VG01

TOELICHTING

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

In 2013 heeft de gemeente Ooststellingwerf voor de kernen in de gemeente beheersverordeningen vastgesteld. De vaststelling van de beheersverordeningen was onderdeel van de omvangrijke actualiseringsopgave waar de gemeente voor stond. Op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) dienen gemeenten hun bestemmingsplannen tien jaar na vaststelling te herzien. De bestemmingsplanvoorraad van ruim 55 grote en minder grote plannen is in 2013 teruggebracht tot een kleiner aantal. Eén van de uitgangspunten daarbij was om te komen tot vereenvoudiging van regelgeving en uniformiteit. In totaal zijn er voor de kernen in Ooststellingwerf vijf beheersverordeningen vastgesteld voor Appelscha, Haulerwijk, Oosterwolde en de overige dorpen en één bestemmingsplan voor de bedrijventerreinen. Ook is er voor het recreatieterrein De Posthoorn een beheersverordening vastgesteld. Met de herziening in 2013 beschikt de gemeente weer over een samenhangend beleidskader voor deze gebieden.


De voorliggende beheersverordening heeft betrekking op het recreatieterrein De Posthoorn en het ten zuidoosten daarvan gelegen blokhuttenterrein en pension. In de volgende paragraaf wordt het instrument beheersverordening nader toegelicht. De bestaande situatie en de huidige kernkwaliteiten van het dorp en de ontwikkelingsmogelijkheden op grond van de hiervoor geldende bestemmingsplannen zijn het vertrekpunt geweest voor de beheersverordening. Nieuwe (planologisch) ruimtelijk relevante ontwikkelingen, zoals de bouw van nieuwe woningen in uitbreidings- of inbreidingsplannen, zijn hier niet in geregeld, tenzij het kleine ontwikkelingen betreft die al in het bestemmingsplan Haulerwijk waren opgenomen. Hiervoor zijn andere planologische instrumenten beschikbaar, zoals een apart bestemmingsplan of de omgevingsvergunning. Wel zijn op perceelsniveau in de beheersverordening ruimtelijk ondergeschikte ontwikkelingen mogelijk.

In het volgende figuur is de ligging van het verordeningsgebied weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0085.Posthoorn2014-VG01_0001.jpg"

Figuur 1 Ligging verordeningsgebied

1.2 De beheersverordening

Een beheersverordening is een beheerregeling voor het bestaand gebruik voor een gebied met een lage dynamiek waarin geen ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorzien binnen de horizon van de verordening. Het begrip "bestaand" kan zowel "eng" als "ruim" worden uitgelegd. Bij bestaand gebruik in enge zin worden alleen de bestaande feitelijk aanwezige functies en bebouwing vastgelegd. Het gaat daarbij om gebruik en bouwen inclusief hetgeen dat op basis van verleende vergunningen is toegestaan, maar nog niet is gerealiseerd. Bij gebruik in ruime zin worden de geldende bestemmingsplannen als uitgangspunt genomen. In deze beheersverordening wordt gekozen voor de ruime variant. Er is aangesloten bij de rechten uit het vigerende bestemmingsplan. Daarnaast zijn zaken als erfbebouwing en een beperkte uitbreiding van de bedrijfswoning wel opgenomen. Ook is aangesloten bij het gemeentelijk beleid voor recreatiewoningen. Het betreft kleine perceelsgerichte ontwikkelingen die als beheer kunnen worden aangemerkt en daarmee onder de reikwijdte van de beheersverordening vallen.

Anders dan bij het bestemmingsplan bepaalt de Wro niet uit welke elementen een beheersverordening bestaat. Het is wel duidelijk dat de beheersverordening betrekking heeft op een gebied en regels geeft voor het beheer van dat gebied en voor het vastleggen van de bestaande situatie. De beheersverordening heeft een digitale component en sluit aan bij de digitale opzet van de instrumenten van de Wro. Dat maakt dat een beheersverordening bestaat uit:

  • een object dat bestaat uit het gebied waarop de verordening betrekking heeft. Dat is op de bijbehorende verbeelding aangegeven als verordeningsgebied, met een of meer objecten binnen het gebied, die op de verbeelding zijn aangeven als besluit(sub)vlak;
  • regels die gekoppeld zijn aan het gebied en/of de objecten en die kunnen gaan over gebruiken, bouwen, aanleggen en slopen, afwijken met een omgevingsvergunning en eventueel overgangsrecht.


Alhoewel de Wro dit evenmin bepaalt, is het noodzakelijk de beheersverordening vergezeld te laten gaan van een toelichting waarin de gemaakte keuzen zijn onderbouwd. De Wro bepaalt wel dat de beheersverordening de volgende elementen kan bevatten:

  • een verbod om bepaalde werken, geen gebouwen zijnde, of werkzaamheden uit te voeren zonder omgevingsvergunning;
  • binnenplanse afwijkingsregels.

Deze elementen zijn in deze beheersverordening van toepassing.

De beheersverordening is slechts één van de beschikbare instrumenten voor het ruimtelijke beheer van het dorp en kan niet los worden gezien van de andere instrumenten die ook voor het beheer kunnen worden benut. Het gaat daarbij om de volgende instrumenten:

  • het welstandstoezicht;
  • het vergunningvrij bouwen;
  • de planologische kruimelgevallen;
  • omgevingsvergunning voor afwijken van de beheersverordening te voorzien van een ruimtelijke onderbouwing, ook wel de planologische omgevingsvergunning genoemd.

1.3 Geldende bestemmingsplannen

Met deze beheersverordening worden de volgende bestemmingsplannen geheel of gedeeltelijk vervangen:

Bestemmingsplan   Vastgesteld   Goedgekeurd  
     
Buitengebied   28-02-2006   17-10-2006  
Recreatieterrein "De Posthoorn"   21-10-1997   07-01-1998  

Op basis van deze en daarvoor geldende bestemmingsplannen zijn verscheidene vrijstellingen en/of ontheffingen verleend. Deze zijn vertaald in de beheersverordening.

1.4 Leeswijzer

De toelichting op de beheersverordening is als volgt opgebouwd. In het volgende hoofdstuk wordt allereerst een beschrijving gegeven van de huidige situatie in het beheersgebied. Daarna wordt in Hoofdstuk 3 het beleid en de milieu- en omgevingsaspecten uiteengezet. Hoofdstuk 4 geeft een juridische toelichting op de beheersverordening en gaat in op de uitvoerbaarheid hiervan. Hoofdstuk 5 gaat in op de vaststellingsfase en de daaraan voorgaande inspraakperiode.
 

Hoofdstuk 2 Huidige situatie en uitgangspunten

In het gebied staat de recreatieve functie voorop. De mogelijkheden hiervoor dienen behouden en afgestemd te worden op de omgeving. In dit hoofdstuk volgt een korte omschrijving van de huidige situatie, waaronder de cultuurhistorische elementen en structuren. De luchtfoto's d.d. 30 juli 2010 zijn een bron om te raadplegen van welke bestaande situatie is uitgegaan. Deze luchtfoto's zijn eventueel raadpleegbaar bij de gemeente.

2.1 De Posthoorn

Recreatieterrein De Posthoorn ligt aan de Wester Es ten westen van Appelscha, in het gebied Oud-Appelscha/Aekinga. De Wester Es is een van de verbindingswegen van het dorp met de provinciale weg N381. Zuidelijk van het terrein ligt het recreatiewoningenterrein Hulsthof en het was het jeugdinternaat Aekinga gevestigd. In de richting van Appelscha strekt zich een open agrarisch gebied uit: de Wester Es. Deze wordt aan de zuidzijde begrensd door de fraaie rand van de bossen van de Boswachterij Appelscha. Over de es loopt het onverharde deel van de Aekingaweg, die ter hoogte van De Posthoorn een aftakking heeft in de richting van de Wester Es.
Aan de oostzijde van de Aekingaweg bevindt zich nog een door beplanting omzoomd onderdeel van De Posthoorn. Het gebied aan de zuidwestzijde is een kleinschalig landbouwgebied met houtwallen, enkele bosjes en verspreide (voormalige) boerderijen.
Aan weerszijden van de ontsluitingsweg Wester Es staan verspreid enige bebouwing met verschillende voorzieningen waaronder woningen en agrarische bedrijven. Het gehele agrarisch gebied is landschappelijk en cultuurhistorisch waardevol.

De Posthoorn dateert uit de jaren '50 van de vorige eeuw. In de loop der jaren heeft zich op het terrein een aantrekkelijke beplantingsstructuur ontwikkeld, die zich vooral manifesteert in de randbeplanting. De centrale recreatieve voorzieningen zijn aan de noordoostzijde van het terrein gesitueerd, in en nabij de bedrijfswoning. Deze voorzieningen bestaan onder ander uit een restaurant, bed&breakfast, receptie, kantine, winkel, zwembad en sanitaire voorzieningen. De toegang tot het terrein vindt plaats vanaf de Aekingaweg, aan de oostzijde.
In het verleden was het recreatieterrein ingericht met stacaravans. Dit is nog steeds aan de oostzijde van het terrein het geval. In het westelijke deel hebben de stacaravans plaatsgemaakt voor recreatiewoningen, waarmee De Posthoorn voldeed aan de behoefte aan kwalitatief hoogwaardige verblijfsrecreatie en seizoensverbreding. In totaal zijn er maximaal 120 (vrijstaande) recreatiewoningen mogelijk. Permanente bewoning is niet toegestaan. Deze bestaande situatie en mogelijkheden uit het vigerende bestemmingsplan gelden als uitgangspunt voor de beheersverordening.

2.2 Recreatieblokhuttenterrein en pension

Ten zuidoosten van recreatieterrein De Posthoorn is een recreatieblokhuttenterrein gelegen. Daarnaast is in de woning aan de Aekingaweg 3 een kleinschalig pension gevestigd. Voor de realisatie hiervan is in 2005 een vrijstelling op grond van artikel 19 lid 1 van Wet op de Ruimtelijke ordening verleend. De vrijstelling is verleend voor 10 blokhutten. Drie daarvan zijn inmiddels gerealiseerd. Op grond van de vrijstelling mogen er nog zeven worden gebouwd.

Hoofdstuk 3 Beleid en milieu- en omgevingsaspecten

3.1 Beleid

Op verschillende niveaus gelden beleidsnota's die betrekking hebben op het beheersgebied. Op rijks- en provinciaal niveau zijn dit onder andere de "Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte" en het "Streekplan Fryslân 2007", die verder zijn uitgewerkt in respectievelijk het "Besluit algemene regels ruimtelijke ordening" en de "Verordening Romte Fryslân". Deze beleidsnota's geven geen specifieke uitgangspunten voor het beheersgebied, aangezien de bestaande situatie wordt vastgelegd en er geen sprake is van nieuwe, ruimtelijk relevante ontwikkelingen. In algemene zin wordt gestreefd naar een voortzetting en verbetering van het bestaande kwaliteitsniveau. Dit geldt dan ook voor het beheersgebied.

Op gemeentelijk niveau zijn de volgende beleidsdocumenten relevant voor de beheersverordening:

Structuurvisie 2010-2020-2030 (de grenzeloze toekomst)   Toerisme en recreatie zijn van grote betekenis in Ooststellingwerf. De spil voor recreatie is Appelscha. Seizoensverlenging en kwaliteitsverhoging zijn belangrijk voor het aantrekkelijker maken van de gemeente. Binnen de kaders van deze beheersverordening is dat mogelijk. De grootste effecten zullen echter komen uit het voornemen om de Boerestreek en omgeving een kwaliteitsimpuls te geven. Hiervoor worden aparte bestemmingsplannen opgesteld.  
Welstandsnota   In de beheersverordening zijn het grondgebruik en de bebouwingsmogelijkheden voor het recreatieterrein geregeld. De in de welstandsnota vastgestelde richtlijnen vormen het kader voor de welstandsbeoordeling van bouwplannen.  
Landschapsbeleidsplan Zuidoost Friesland (2004-2014)   Het landschapsbeleidsplan stelt dat de houtsingels belangrijk zijn voor de karakteristiek van het landschap en om deze reden behouden moeten blijven. De beheersverordening biedt hiervoor een beschermende regeling.  
Milieubeleidsplan Ooststellingwerf 2010-2016   In het milieubeleidsplan staat de duurzaamheid in de gemeente de komende jaren voorop. Energiezuinige woningbouw en een duurzame leefomgeving zijn hierin belangrijke aandachtspunten. Binnen de kaders van de beheersverordening is het mogelijk deze doelstellingen te realiseren.  
Memo Bed & Brochje   In deze memo geeft de gemeente beleid voor Bed & Brochje. Bij (bedrijfs)woningen wordt dit onder voorwaarden toegestaan.  
Beleidsregels mantelzorg, paardenbakken en recreatiewoningen   De gemeente heeft voor de thema's mantelzorg, paardenbakken en recreatiewoningen standaardregels opgesteld die van toepassing zijn op de gehele gemeente en dus ook op het recreatieterrein in de beheersverordening. Hoofdstuk 4 gaat hier nader op in.  

3.2 Milieu- en omgevingsaspecten

In de beheersverordening dient rekening te worden gehouden met de aanwezige functies in en rond het beheersgebied met als uitgangspunt is dat er een goede omgevingssituatie ontstaat. In de volgende paragrafen worden de milieu- en omgevingsaspecten en behandeld.

3.2.1 Milieuzonering

Ten behoeve van de milieuzonering is door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) het systeem "Bedrijven en milieuzonering" ontwikkeld, in de vorm van een bedrijvenlijst, waarin de bedrijven zijn gecategoriseerd op hun milieueffecten. Afhankelijk van de mate waarin de in deze lijst opgenomen bedrijven milieuhinder (uitgaande van de gemiddelde bedrijfssituatie) kunnen veroorzaken, kent de lijst aan de bedrijven een milieucategorie toe. Naarmate de milieuhinder toeneemt, loopt de milieu-indeling op van 1 t/m 6, met bijbehorende richtlijnafstanden.
Aangezien de bestaande situatie wordt vastgelegd in de beheersverordening, is en blijft de bestaande milieuhygiënische situatie gehandhaafd en is een verslechtering niet mogelijk. Vanuit milieuzonering gelden er geen belemmeringen voor het beheersgebied.

3.2.2 Geluid

De Wet geluidhinder (Wgh) stelt eisen met betrekking tot de geluidbelasting van geluidsgevoelige gebouwen en terreinen door drie verschillende geluidsbronnen: wegverkeer, spoorwegverkeer en industrie. In en rondom het recreatieterrein zijn geen spoorwegen en geluidzones voor industrie aanwezig. In de Wgh is bepaald dat elke weg in principe een zone heeft, waar aandacht aan geluidhinder moet worden besteed. Wegen waar deze zone in principe niet geldt, zijn onder andere wegen waarvoor een maximumsnelheid geldt van 30 km/uur. De Wester Es betreft een zoneplichtige weg met een maximumsnelheid van 80 km/uur. Langs de weg is een bedrijfswoning gelegen. In de beheersverordening wordt de bestaande situatie geregeld, waarmee het niet mogelijk is om een geluidsgevoelig gebouw of terrein dichter naar een zoneplichtige weg te bouwen. Hierdoor is geluid geen belemmering voor het beheersgebied.

3.2.3 Externe veiligheid

Op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de daarop gebaseerde Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) gelden bepaalde normeringsafstanden tussen risicovolle en risicogevoelige functies. Daarbij wordt er onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. In het Bevi wordt aangegeven hoe met het plaatsgebonden risico en het groepsgebonden risico moet worden omgegaan. De risicovolle inrichtingen zijn op de risicokaart van de provincie Fryslân weergegeven. In of buiten het recreatieterrein zijn geen risicovolle inrichtingen en/of transportroutes en transportleidingen van gevaarlijke stoffen aanwezig die beperkingen leggen op de mogelijkheden in het beheersgebied.

3.2.4 Luchtkwaliteit

De Wet luchtkwaliteit vormt een onderdeel van de Wet milieubeheer. In de wet zijn normen opgenomen voor de luchtkwaliteit. De luchtkwaliteitseisen vormen onder andere geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde of als een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt. In het beheersgebied zijn geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk die nader luchtkwaliteitsonderzoek vereisen. Ook zijn er in Ooststellingwerf geen overschrijdingen van de wettelijke luchtkwaliteitsnormen bekend.

3.2.5 Bodem

Met betrekking tot de bodem kan gemeld worden dat in het beheersgebied geen nieuwe (grootschalige) ontwikkelingen worden toegestaan waarvoor op voorhand bodemonderzoek noodzakelijk is. Vanuit het omgevingsaspect bodem zijn er dan ook geen belemmeringen voor het beheersgebied.

3.2.6 Water

Het beheersgebied valt onder het beheer van het Wetterskip Fryslân, dat zorg draagt voor de kwaliteit van het oppervlaktewater in het gebied en dat de grotere boezemwateren en sloten beheert, alsmede de waterkeringen, zoals geregeld in de Waterwet. Ook is het waterschap belast met het peilbeheer in het beheersgebied.
Voor de watergangen en waterpartijen in het plangebied geldt dat de bestaande situatie wordt gecontinueerd. De kwaliteit- en kwantiteitsfunctie van het water in het beheersgebied is hiermee gewaarborgd.

3.2.7 Archeologie

Voor het recreatieterrein is op grond van de Wet op de archeologisch monumentenzorg onderzocht of er archeologische waarden aanwezig zijn. Hiervoor is de Friese Archeologische MonumentenKaart Extra (FAMKE) van de provincie Fryslân gebruikt. Op deze kaart is op basis van zowel de aanwezige archeologische monumenten als de te verwachten archeologische waarden een advies aangegeven. De FAMKE bestaat uit twee provinciedekkende advieskaarten, één voor de periode Steentijd - Bronstijd, en één voor de periode Ijzertijd - Middeleeuwen. Hieruit blijkt dat pas bij ingrepen van meer dan 5.000 m2 archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Hier is in de beheersverordening geen sprake van, daarom is het niet noodzakelijk om in de beheersverordening een beschermende regeling op te nemen.

3.2.8 Ecologie

Het beheersgebied is getoetst aan de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in gebiedsbescherming en soortenbescherming.

Wat betreft de gebiedsbescherming, maakt het beheersgebied geen deel uit van een Natura 2000-gebied of een gebied dat onder het regime van de Ecologische HoofdStructuur (EHS) valt. Ook zijn er in het beheersgebied geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk die negatieve gevolgen hebben voor Natura 2000- of EHS-gebieden.
Voor het beheersgebied kan worden gesteld dat het om een bestaande situatie gaat waarin geen nieuwe (grootschalige) ontwikkelingen worden toegestaan. Het is en blijft voornamelijk in gebruik als recreatieterrein. Wat betreft de soortenbescherming, zijn er daarom geen belemmeringen te verwachten.

Hoofdstuk 4 Juridische toelichting en uitvoerbaarheid

4.1 Juridische toelichting

Juridische regeling
In de beheersverordening is de bestaande situatie vastgelegd door middel van een besluitgebied. Het begrip "bestaand" is gedefinieerd in de begripsbepalingen van de Regels. Permanente bewoning van de recreatiewoningen en blokhutten is specifiek uitgesloten. De beheersverordening maakt onderscheid in gebruiksregels en bouwregels. Hierbij is zoveel mogelijk aangesloten op de planologische mogelijkheden van de geldende bestemmingsplannen.

Gebruik
Voor het gebruik van de gronden zijn naast de huidige functies ook qua zwaarte vergelijkbare recreatieve functies toegestaan. In de regeling is onderscheid gemaakt tussen de plaats voor recreatieve voorzieningen (in de noordoostzijde van het recreatieterrein) en de recreatiewoningen en andere bestaande kampeermiddelen (sta- en toercaravans en tenten) voor de delen waar nu nog geen recreatiewoningen aanwezig zijn. De centrale recreatieve voorzieningen (receptie, bedrijfswoning, groepsaccommodatie e.d.) zijn toegestaan aan de noordzijde van het terrein, de meer dagrecreatieve voorzieningen aan de oostzijde. Beide gebieden zijn weergegeven met een besluitsubvlak.
Eventueel bestaande permanente bewoning van recreatiewoningen en kampeermiddelen is als strijdig gebruik aangemerkt in de beheersverordening, overeenkomstig de geldende regelingen daarvoor.

Houtsingels
Voor de houtsingels aan de randen van het recreatieterrein is een omgevingsvergunningstelsel opgenomen conform de aanlegvergunning in de vigerende bestemmingsplannen. Hiermee worden de houtsingels beschermd.

Bouwen
De bouwregels van de beheersverordening zijn grotendeels afgestemd op het geldende bestemmingsplan.

In totaal zijn er 120 recreatiewoningen mogelijk op het recreatieterrein. Dit gebied is specifiek aangegeven met een besluitsubvlak. Er mag uitsluitend worden gebouwd binnen het aangegeven bouwvlak. Voor de oppervlakte, maatvoering en bijbehorende bouwwerken is aangesloten op het gemeentelijk beleid voor recreatiewoningen. Dit is ruimer dan de regeling uit het bestemmingsplan.

Voor de centrale recreatievoorzieningen is aangesloten bij de regeling uit het voorheen geldende bestemmingsplan. Er is onderscheid gemaakt tussen bouwen binnen en buiten het bouwvlak.

Voor wat betreft de recreatieblokhutten mogen de overige zeven nog worden gebouwd. Op de locatie waar de vrijstelling geldt is een besluitsubvlak opgenomen.

Specifieke regelingen naar aanleiding van gemeentelijk beleid
Daarnaast is in de juridische regeling aangesloten bij de (beleids)standaarden van de gemeente. Dit houdt in dat er bij de bedrijfswoning op het recreatiepark mogelijkheden worden geboden voor aan-huis-verbonden beroepen/bedrijven, mantelzorg, Bed&Brochje en paardenbakken. Voor hobbymatige paardenbakken bij een bedrijfswoning is een regeling getroffen waarbij deze alleen zijn toegestaan vanaf 5 meter van de perceelsgrens en 25 meter vanaf derden.

Procedure beheersverordening
De Wro kent geen voorbereidingsprocedure voor de beheersverordening. Op grond van de gemeentelijke Inspraakverordening is gelegenheid geboden tot inspraak. De inspraakreactie is verwerkt in de beheersverordening. De beheersverordening is vervolgens vastgesteld door de gemeenteraad. Hierop is hoofdstuk 3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. Tegen het besluit tot vaststellen van een beheersverordening kon geen beroep worden aangetekend.

De herziening van de beheersverordening is niet opnieuw in procedure gebracht, omdat het hier gaat om minimale wijzigingen ten opzichte van de vorige versie van de beheersverordening. Inspraak op deze verordening is dus niet mogelijk, beroep evenmin.

4.2 Uitvoerbaarheid

Maatschappelijke uitvoerbaarheid
De veranderingen die de beheersverordening mogelijk maakt zijn perceelsgebonden van aard en kleinschalig van karakter. Deze zijn ruimtelijke ondergeschikt. De beheersverordening voorziet niet in ingrijpende veranderingen waarbij particuliere belangen geschaad zouden kunnen worden. De situatie uit het geldende bestemmingsplan wordt grotendeels voortgezet. De maatschappelijke uitvoerbaarheid is hiermee gewaarborgd.

Grondexploitatie en economische uitvoerbaarheid
Door middel van de grondexploitatieregeling in de Wro en het Bro beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten. Het is niet mogelijk een exploitatieplan te koppelen aan een beheersverordening. Aangezien de beheersverordening het bestaande gebruik regelt, zijn aan de uitvoering hiervan ook geen kosten verbonden die ten laste komen van de gemeente. Bovendien staat de beheersverordening geen bouwplannen toe waar het verhalen van kosten mogelijk is. Om deze reden is ook het weergeven van de economische uitvoerbaarheid ten behoeve van de inzet van gemeentelijke middelen niet relevant.

Hoofdstuk 5 Vaststelling

5.1 Inspraak

De ontwerp-beheersverordening 'Recreatieterrein De Posthoorn' heeft vanaf 20 december 2012 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Tijdens deze termijn van terinzagelegging werd een ieder in de gelegenheid gesteld om een inspraakreactie op de ontwerp-verordening in te dienen. De inspraakreactie die is ingediend, is hieronder met een gemeentelijke reactie weergegeven. De inspraakreactie is als bijlage 1 bij de beheersverordening opgenomen.

Dhr. en mevr. Bakker te Appelscha

Inspraakreactie

In de voormalige bedrijfswoning is een restaurant gevestigd met twee kamers voor Bed & breakfast. Daarnaast is in 2009 toestemming gekregen voor de vestiging van een kleine winkel in de bedrijfswoning. Er is een gastenverblijf aanwezig. De genoemde functie staan niet goed beschreven in de beheersverordening.

In de toelichting staat beschreven dat de functies 'nabij' de bedrijfswoning gesitueerd zijn. Een aantal functies is in de bedrijfswoning gevestigd.

In het koopcontract is een kettingbeding opgenomen. Hiermee mocht het bedrijf opgestart worden. De wens is om onder het kettingbeding uit te komen, omdat het vigerende bestemmingsplan 'Recreatieterrein De Posthoorn' komt te vervallen.

Reactie gemeente

De genoemde functies passen binnen de regeling die opgenomen is voor het 'Recreatieterrein De Posthoorn'. Naast de bestaande functies mogen de gronden ook worden gebruikt voor recreatieve voorzieningen in de vorm van receptie, kantine, kampwinkel, zwembad, sanitaire voorzieningen, een bedrijfswoning en accommodatie voor groepskamperen.

Binnen het besluitsubvlak 'recreatievoorzieningen 1' zijn de genoemde functies toegestaan. In de toelichting zal worden beschreven dat de functies ook in de bedrijfswoning zijn toegestaan.

Dit is een privaatrechtelijke overeenkomst waar de beheersverordening 'Recreatieterrein De Posthoorn' geen invloed op heeft.

De inspraakreactie leidt voor het overige niet tot aanpassing van de beheersverordening.

5.2 Vaststelling

De beheersverordening Recreatieterrein De Posthoorn is op 21 mei 2013 vastgesteld.

5.3 Herziening beheersverordening 2014

Na de vaststelling van de beheersverordening in 2013 bleek dat enkele mogelijkheden uit de hiervoor geldende bestemmingsplannen niet correct waren overgenomen. Daarnaast heeft de gemeente al werkende weg nog wat verbeterpunten geconstateerd. Met de herziening van de beheersverordening zijn deze onderdelen in de beheersverordening aangepast.

De beheersverordening is op enkele onderdelen aangepast, de overige regelingen zijn ongewijzigd. De toelichting is geactualiseerd. Wel wordt de hele beheersverordening opnieuw vastgesteld, zodat een integrale versie op internet te raadplegen is. Omdat het hier gaat om kleine aanpassingen is de nieuwe versie van de verordening niet opnieuw in het kader van de Inspraak ter inzage gelegd. Het betreft kleine aanpassingen die bijna allemaal op grond van de hiervoor geldende bestemmingsplannen ook al mogelijk waren. Met de wijziging zijn geen ruimtelijke ontwikkelingen in de beheersverordening opgenomen.

Het betreft de volgende wijzigingen:

  • Voor uitbreidingen van woonhuizen geldt dat voor wat betreft de hoogte mag worden aangesloten op de goot- en bouwhoogte van het bestaande woonhuis, dan wel de hoogte die op grond van de regels is toegestaan.
  • De regeling voor erf- en terreinafscheidingen is aangepast in die zin dat ook in hoeksituaties een bouwhoogte van 2 meter is toegestaan. Bij het bouwen voor de voorgevel is er sprake van een vergunningplicht. Hierbij moet voldaan worden aan de eisen die op grond van de welstandsnota gelden. Vanuit die eisen is bepaald dat 90% open (gaas of latwerk) wordt uitgevoerd dan wel volledig in (begroeid) gaas- of latwerk.
  • Enkele tekstuele onjuistheden zijn met deze wijziging gerepareerd.
  • De meest recente ondergrond (GBKN) is gebruikt.

Met inachtneming van deze wijzigingen is de herziening van de beheersverordening op 20 mei 2014 vastgesteld.