direct naar inhoud van Artikel 5 Natuur - 3
Plan: Bosberg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0085.Bosberg-VG01

Artikel 5 Natuur - 3

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van natuurlijke en landschappelijke waarden van de gronden;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. verkeer, uitsluitend voorzover het betreft, ten tijde van de vaststelling van het plan, bestaande wegen met ten hoogste twee rijstroken en paden;
  • c. dagrecreatie, ter plaatse van de aanduiding 'dagrecreatie';
  • d. voorzieningen ten behoeve van een klimbos, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - klimbos';
  • e. voorzieningen ten behoeve van een midgetgolfbaan, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - midgetgolf';
  • f. parkeren, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  • g. een openluchttheater, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - openluchttheater';
  • h. een kiosk, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - kiosk';
  • i. een restaurant, al dan niet met daaraan ondergeschikte logiesverstrekking, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - restaurant';
  • j. voorzieningen ten behoeve van een sociaal culturele vereniging, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - historische vereniging' al dan niet in combinatie met daaraan ondergeschikte horeca;
  • k. een uitkijktoren, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - uitkijktoren';
  • l. het wonen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen' al dan niet in combinatie met:
    • 1. aan-huis-verbonden beroep: of aan-huis-verbonden bedrijf:, waarbij de volgende voorwaarden gelden:
      • de grondoppervlakte mag maximaal 25% van de vloeroppervlakte van de woning bedraagt, met een maximum van 50 m²;
      • er mag geen detailhandel plaatsvinden, tenzij het betreft productiegebonden detailhandel:;
    • 2. mantelzorg:;
    • 3. Bed & Brochje:, waarbij de volgende voorwaarden gelden:
      • maximaal 2 kamers mogen worden gebruikt voor Bed & Brochje;
      • het maximum brutovloeroppervlak dat wordt gebruikt voor Bed & Brochje is maximaal 50 m²;
      • in de slaapkamers mag geen keukenblok worden gerealiseerd;
      • ten behoeve van Bed & Brochje mag niet een extra inrit worden gerealiseerd;
      • het parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;
      • de ontsluiting van het perceel dient kwantitatief en kwalitatief goed van aard te zijn;
  • m. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van horeca - restaurant' en 'specifieke vorm van recreatie - midgetgolf', al dan niet in combinatie met een aan huis gebonden beroep;
  • n. agrarisch medegebruik;

met de daarbij behorende:

  • o. tuinen, erven en terreinen;
  • p. water.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen en overkappingen

Een gebouw of overkapping mag:

  • a. uitsluitend worden gebouwd ten behoeve de in lid 5.1 onder c, e, g, h, i, j, l en m genoemde functies;
  • b. uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - midgetgolf', 'specifieke vorm van horeca - kiosk', 'specifieke vorm van horeca - restaurant', 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - historische vereniging', 'dagrecreatie', 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - openluchttheater' respectievelijk 'wonen';
  • c. een goothoogte van maximaal 3,50 meter hebben, tenzij de bestaande goothoogte groter is, in welk geval de bestaande goothoogte als maximum geldt;
  • d. een bouwhoogte hebben van maximaal 8,00 meter, tenzij de bestaande bouwhoogte groter is, in welk geval de bestaande bouwhoogte als maximum geldt;
  • e. een oppervlakte hebben die niet groter is dan de bestaande oppervlakte;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder e mag ter plaatse van de aanduiding 'dagrecreatie' één gebouw of overkapping met een oppervlakte van maximaal 15 m² worden opgericht ten behoeve van een sanitaire voorziening.
  • g. in afwijking van het bepaalde onder e mag ten hoogste 50% van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - midgetgolf' worden voorzien van een overkapping.
  • h. in afwijking van het bepaalde onder e mag, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - historische vereniging', de oppervlakte van het gebouw worden vergroot met 50 m2.
5.2.2 Bedrijfswoningen

Een bedrijfswoning mag:

  • a. uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - restaurant' en 'specifieke vorm van recreatie - midgetgolf';
  • b. een goothoogte van maximaal 3,50 meter hebben, tenzij de bestaande goothoogte groter is, in welk geval de bestaande goothoogte als maximum geldt;
  • c. een bouwhoogte van maximaal 8,00 meter hebben, tenzij de bestaande bouwhoogte groter is, in welk geval de bestaande bouwhoogte als maximum geldt;
  • d. in afwijking van het bepaalde in sublid 5.2.1 onder e een oppervlakte van maximaal 150 m2 hebben, tenzij de bestaande oppervlakte groter is, in welk geval de bestaande oppervlakte als maximum geldt.
5.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, niet zijnde overkappingen, bij (bedrijfs)woningen gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte is in afwijking van het bepaalde in sublid 5.2.1 onder e maximaal:
    • 1. 75 m² bij een bouwperceel met een oppervlakte die niet groter is dan 500 m2;
    • 2. 100 m2 bij een bouwperceel met een oppervlakte die groter is dan 650 m2;
    • 3. 125 m2 bij een bouwperceel met een oppervlakte die groter is dan 800 m2;
  • b. de goothoogte is maximaal 3,50 meter;
  • c. deze bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding, waarbinnen de (bedrijfs)woning is toegestaan.
5.2.4 Overkappingen

Voor het bouwen van overkappingen bij (bedrijfs)woningen gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte is maximaal 6,00 meter;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte per perceel is in afwijking van het bepaalde in sublid 5.2.1 onder e maximaal 30 m², tenzij de bestaande oppervlakte groter is, in welk geval de bestaande oppervlakte als maximum geldt;
  • c. deze overkappingen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding, waarbinnen de (bedrijfs)woning is toegestaan.
5.2.5 Uitkijktoren

Een uitkijktoren mag:

  • a. uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - uitkijktoren'.
5.2.6 Andere bouwwerken
  • a. een erf- en terreinafscheiding mag een bouwhoogte van maximaal 2,00 meter hebben;
  • b. een ander bouwwerk ten behoeve van verkeer mag een bouwhoogte van maximaal 12,00 meter hebben;
  • c. een ander bouwwerk ten behoeve van het klimbos mag een bouwhoogte van maximaal 20,00 meter hebben;
  • d. een overig ander bouwwerk mag een bouwhoogte van maximaal 6,00 meter hebben;
  • e. een overige ander bouwwerk mag een oppervlakte van maximaal 30 m² hebben.
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bouwwerken, ten behoeve van:

  • a. de inpassing van de bebouwing in het landschapsbeeld en de natuur;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. een goede milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de sociale veiligheid; en
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.4.1 Afwijken

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • het bepaalde in lid 5.2.1 onder e in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - restaurant', 'specifieke vorm van recreatie - midgetgolf' of 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - openluchttheater' de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen wordt vergroot met ten hoogste 10% per aanduiding.
5.4.2 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. de landschappelijke en natuurlijke waarden van het gebied;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
5.5 Specifieke gebruiksregels

Het gebruik van de gronden en bouwwerken met bestemming 'Natuur - 3' is aan een aantal beperkingen gebonden.

De gronden en bouwwerken mogen niet:

  • a. worden gebruikt voor het verlagen van het grondwaterpeil;
  • b. worden gebruikt voor het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van de grondwateronttrekking, met uitzondering van voorzieningen ten behoeve van de drinkwatervoorziening;
  • c. worden gebruikt voor het aanleggen van sport-, speel- of wedstrijdterreinen;
  • d. worden gebruikt voor het aanleggen van voet-, fiets- en ruiterpaden en voorzieningen ten behoeve van dagrecreatief medegebruik;
  • e. worden gebruikt voor het verrichten van militaire oefeningen;
  • f. worden gebruikt voor het wonen, met uitzondering van de woning ter plaatse van de aanduiding 'wonen' en de bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - restaurant' en 'specifieke vorm van recreatie - midgetgolf'.
5.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.6.1 Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het planten of rooien van opgaand houtgewas;
  • b. het ophogen, afgraven of egaliseren van gronden;
  • c. het aanleggen van voet-, fiets- en ruiterpaden en dagrecreatieve voorzieningen zoals picknickplaatsen en parkeervoorzieningen;
  • d. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,30 m;
  • e. het graven of dempen van sloten en andere watergangen;
  • f. het aanbrengen van drainage;
  • g. het verharden van wegen en paden;
  • h. het aanbrengen van ondergrondse leidingen.
5.6.2 Uitzondering

Het bepaalde in lid 5.6.1 is niet van toepassing op werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. ten behoeve van natuurbeheer worden uitgeoefend;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
5.6.3 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. de landschappelijke en natuurlijke waarden van het gebied;
  • b. de uitgangspunten van het landschapsbeleidsplan Zuidoost Friesland 2004-2014, vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Ooststellingwerf op 25 mei 2004.