direct naar inhoud van Artikel 3 Maatschappelijk
Plan: Bosberg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0085.Bosberg-VG01

Artikel 3 Maatschappelijk

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden, zijn bestemd voor:

  • a. sociaal-medische voorzieningen;
  • b. zorgwoningen;
  • c. een zorgboerderij;

met daaraan ondergeschikt:

  • d. wonen, voorzover bestaand, al dan niet in combinatie met mantelzorg;
  • e. verkeer, uitsluitend voorzover het betreft, ten tijde van de vaststelling van het plan, bestaande wegen met ten hoogste twee rijstroken en paden;

met de daarbij behorende:

  • f. tuinen, erven en terreinen;
  • g. water.
3.2 Bouwregels

Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' is aan een aantal regels gebonden.

3.2.1 Gebouwen en overkappingen

Een gebouw of overkapping mag:

  • a. een goothoogte hebben die niet groter is dan 6,50 meter, tenzij de bestaande goothoogte groter is, in welk geval de bestaande goothoogte als maximum geldt;
  • b. een bouwhoogte hebben die niet groter is dan 12,00 meter, tenzij de bestaande bouwhoogte groter is, in welk geval de bestaande bouwhoogte als maximum geldt;
  • c. een oppervlakte hebben die niet groter is dan de bestaande oppervlakte;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder c mag de oppervlakte van de bebouwing per planperiode met ten hoogste 5% worden vergroot, met dien verstande dat deze regel niet geldt ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte (m2)'.
3.2.2 Andere bouwwerken
  • a. een erf- en terreinafscheiding mag een bouwhoogte van maximaal 2,00 meter hebben;
  • b. een ander bouwwerk ten behoeve van verkeer mag een bouwhoogte van maximaal 12,00 meter hebben;
  • c. een overig ander bouwwerk mag een bouwhoogte van maximaal 6,00 meter hebben.
  • d. een overige ander bouwwerk mag een oppervlakte van maximaal 30 m² hebben.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bouwwerken, ten behoeve van:

  • a. de inpassing van de bebouwing in het landschapsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. een goede milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de sociale veiligheid; en
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.4 Afwijken van de bouwregels
3.4.1 Afwijken

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 3.2.1 onder c in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte (m2)' de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen wordt vergroot tot de in deze aanduiding aangegeven oppervlakte in m².
3.4.2 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning mag alleen worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. de landschappelijke en natuurlijke waarden van het gebied;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.5 Specifieke gebruiksregels

Het gebruik van de gronden en bouwwerken met bestemming 'Maatschappelijk' is aan een aantal beperkingen gebonden.

De gronden en bouwwerken mogen niet:

  • a. worden gebruikt voor het verlagen van het grondwaterpeil;
  • b. worden gebruikt voor detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel;
  • c. worden gebruikt voor horeca, met uitzondering van horeca in het kader van sociaal-medische voorzieningen of een zorgboerderij.