direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijventerrein
Plan: Bedrijventerreinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0085.Bedrijventerreinen-VG01

Artikel 5 Bedrijventerrein

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2;
  • b. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2 en 3.1, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1';
  • c. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2';
  • d. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1, 3.2 en 4.1, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1';
  • e. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1, 3.2, 4.1 en 4,2, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2';
  • f. geluidzoneringsplichtige inrichtingen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - geluidzoneringsplichtige inrichting';
  • g. perifere detailhandel categorie A, met daaraan ondergeschikt detailhandel in aanverwante artikelen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - perifere detailhandel categorie A';
  • h. perifere detailhandel categorie B, met daaraan ondergeschikt detailhandel in aanverwante artikelen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - perifere detailhandel categorie B';
  • i. detailhandel in rioleringsbenodigdheden, 'specifieke vorm van detailhandel - rioleringsbenodigdheden';
  • j. een brandweerkazerne, ter plaatse van de aanduiding 'brandweerkazerne';
  • k. een dropfabriek, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - dropfabriek';
  • l. een inrichting voor het drogen van gras, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - grasdrogerij';
  • m. een pluimveeslachterij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - pluimveeslachterij';
  • n. een voedingsmiddelenfabriek, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - voedingsmiddelenfabriek';
  • o. dienstverlening;
  • p. maatschappelijke voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
  • q. een verenigingsgebouw, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verenigingsgebouw';
  • r. een sportcentrum, ter plaatse van de aanduiding 'sportcentrum';
  • s. een afleverzuil voor lpg, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - afleverzuil lpg';
  • t. opslag van lpg, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag lpg';
  • u. een verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
  • v. een vulpunt lpg, ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg';
  • w. een risicovolle inrichting, ter plaatse van de aanduiding 'risicovolle inrichting';
  • x. bedrijfswoningen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • y. bijbehorende bouwwerken en overkappingen bij een bedrijfswoning;
  • z. een zandpad, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - te handhaven zandpad';

met daaraan ondergeschikt:

  • aa. kleinschalige duurzame energiewinning;
  • ab. groenvoorzieningen;
  • ac. nutsvoorzieningen;
  • ad. parkeervoorzieningen;
  • ae. tuinen, erven en terreinen;
  • af. water;
  • ag. wegen en paden.
5.2 Bouwregels

Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Bedrijventerrein' is aan een aantal regels gebonden.

5.2.1 Algemene bouwregel
  • a. Het binnen het bouwvlak gelegen gedeelte van het bouwperceel mag voor maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven percentage worden bebouwd.
  • b. Indien geen bebouwingspercentage is weergegeven geldt een bebouwingspercentage van 100%.
5.2.2 Bedrijfsgebouwen en overkappingen

Een bedrijfsgebouw of overkapping mag:

  • a. niet buiten gronden ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
  • b. een goothoogte hebben die niet groter is dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • c. een bouwhoogte hebben die niet groter is dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte.
5.2.3 Bedrijfswoningen

Een bedrijfswoning mag:

  • a. niet buiten gronden ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' worden gebouwd;
  • b. een maximale oppervlakte hebben van 150 m², tenzij de bestaande oppervlakte groter is, in welk geval de bestaande oppervlakte als maximum geldt;
  • c. een maximale goothoogte hebben die niet groter is dan 3,50 meter, tenzij de bestaande goothoogte groter is, in welk geval de bestaande goothoogte als maximum geldt.
5.2.4 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, niet zijnde overkappingen, bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte is maximaal:
    • 1. 100 m² bij een bouwperceel met een oppervlakte die niet groter is dan 500 m2;
    • 2. 125 m2 bij een bouwperceel met een oppervlakte die groter is dan 500 m2 en niet groter is dan 800 m2;
    • 3. 150 m2 bij een bouwperceel met een oppervlakte die groter is dan 800 m2;
  • b. de goothoogte is maximaal 3,50 meter.
5.2.5 Overkappingen

Voor het bouwen van overkappingen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte is maximaal 6,00 meter;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte per perceel is maximaal 30 m², tenzij de bestaande oppervlakte groter is, in welk geval de bestaande oppervlakte als maximum geldt.
5.2.6 Andere bouwwerken
  • a. een erf- en terreinafscheiding mag een bouwhoogte van maximaal 2,00 meter hebben;
  • b. de antennemast mag, ter plaatse van de aanduiding 'antennemast', een bouwhoogte hebben van maximaal 40,00 meter;
  • c. een schoorsteen mag, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - grasdrogerij', een bouwhoogte hebben van maximaal 40,00 meter;
  • d. een overig ander bouwwerk mag een bouwhoogte hebben van maximaal 10,00 meter.
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Afwijkingsbevoegdheid

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 5.2.2 sub b in die zin dat de goothoogte van bedrijfsgebouwen en overkappingen wordt vergroot met maximaal 2,00 meter;
  • b. het bepaalde in lid 5.2.2 sub c in die zin dat de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen en overkappingen wordt vergroot met maximaal 2,00 meter.
5.3.2 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien hierdoor geen wezenlijke afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
5.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van het straat- en bebouwingsbeeld, een goede woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

5.5 Specifieke gebruiksregels

Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Bedrijventerrein' is aan een aantal beperkingen gebonden.

De gronden en bouwwerken mogen niet:

  • a. worden gebruikt voor geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding:
    • 1. 'geluidzoneringsplichtige inrichting': geluidzoneringsplichtige inrichtingen zijn wel toegestaan;
    • 2. 'gezoneerd terrein': geluidzoneringsplichtige inrichtingen zijn wel toegestaan;
    • 3. 'risicovolle inrichting': risicovolle inrichtingen zijn wel toegestaan;
  • b. worden gebruikt voor bedrijven die niet zijn genoemd in lid 5.1;
  • c. worden gebruikt voor detailhandel, tenzij het gronden betreft ter plaatse van de aanduiding:
    • 1. 'specifieke vorm van detailhandel - perifere detailhandel categorie A': perifere detailhandel categorie A is toegestaan;
    • 2. 'specifieke vorm van detailhandel - perifere detailhandel categorie B': perifere detailhandel categorie B is toegestaan;
    • 3. 'specifieke vorm van detailhandel - rioleringsbenodigdheden': in welk geval detailhandel in rioleringsbenodigdheden is toegestaan;
    • 4. 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg': een verkooppunt van motorbrandstoffen zonder lpg is toegestaan;
  • d. worden gebruikt voor het wonen, tenzij het gronden betreft ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', in welk geval één bedrijfswoning is toegestaan;
  • e. worden gebruikt voor meer dan één bedrijfswoning per gebied ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • f. worden gebruikt voor het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
  • g. worden gebruikt voor zelfstandige kantoren.
5.6 Afwijken van de gebruiksregels
5.6.1 Bevoegdheid

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 5.5 sub b in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder categorieën 1 en 2, mits:
    • 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1 en qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd in bijlage 1 onder een grotere categorie dan 2, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben;
    • 2. het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft;
  • b. het bepaalde in lid 5.5 sub b in die zin dat, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1', tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder categorieën 1, 2 en 3.1, mits:
    • 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1 en qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd in bijlage 1 onder een grotere categorie dan 3.1, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben;
    • 2. het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft;
  • c. het bepaalde in lid 5.5 sub b in die zin dat, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2', tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2, mits:
    • 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1 en qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd in bijlage 1 onder een grotere categorie dan 3.2, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben;
    • 2. het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft;
  • d. het bepaalde in lid 5.5 sub b in die zin dat, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1', tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder categorieën 1, 2, 3.1, 3.2 en 4.1, mits:
    • 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1 en qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd in bijlage 1 onder een grotere categorie dan 4.1, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben;
    • 2. het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft;
  • e. het bepaalde in lid 5.5 sub b in die zin dat, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2', tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder categorieën 1, 2, 3.1, 3.2, 4.1 en 4.2, mits:
    • 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1 en qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd in bijlage 1 onder een grotere categorie dan 4.2, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben;
    • 2. het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft;
  • f. het bepaalde in lid 5.5 sub c in die zin dat productiegebonden detailhandel wordt toegestaan;
  • g. het bepaalde in lid 5.5 sub c in die zin dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor perifere detailhandel categorie A, mits:
    • 1. vestiging in of nabij kernwinkelgebieden vanwege het ruimtebeslag en/of verkeersoverlast ongewenst is;
    • 2. de verkoop van aanverwante artikelen beperkt blijft tot een oppervlakte van 100 m2;
    • 3. er voldoende parkeergelegenheid aanwezig is.
  • h. het bepaalde in lid 5.5 sub c in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - ontheffingsgebied' gronden en bouwwerken worden gebruikt voor perifere detailhandel categorie B, mits:
    • 1. vestiging in of nabij het kernwinkelgebied van Oosterwolde vanwege het ruimtebeslag en/of verkeersoverlast ongewenst is;
    • 2. de verkoop van aanverwante artikelen beperkt blijft tot een oppervlakte van 100 m2;
    • 3. er voldoende parkeergelegenheid aanwezig is.
5.6.2 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:

  • a. hierdoor geen wezenlijke afbreuk wordt gedaan aan:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de woonsituatie;
    • 3. de milieusituatie;
    • 4. de verkeersveiligheid;
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • b. het gaat om incidentele gevallen waarbij de noodzaak voor het afwijken van het bestemmingsplan is aangetoond.
5.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, en van werkzaamheden
5.7.1 Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ter plaatse van de aanduiding 'houtsingel' een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het ophogen of afgraven van gronden;
  • b. het beplanten van gronden met bomen en andere opgaande houtige gewassen;
  • c. het vellen en rooien van houtgewas;
  • d. aanleggen en/of verharden van wegen en paden;
  • e. aanleggen van bovengrondse of ondergrondse leidingen, constructies, installaties of apparatuur.
5.7.2 Uitzondering

Het bepaalde in lid 5.7.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud of de normale exploitatie betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
5.7.3 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurlijke waarden van de houtsingels, ter plaatse van de aanduiding 'houtsingel'.