Brug Stroomkanaal

4.2 Nadere toelichting op de regels

Bestemming Verkeer

Deze bestemming is toegekend aan de provinciale weg - inclusief de brug - maar ook aan alle nabijgelegen wegen, paden en aanliggende gronden. Deze bestemming is ruim van opzet en omvat ook bouwwerken, geen gebouwen zijnde (brug, kunstwerken e.d), fiets en voetpaden, water en groen. Ter plaatse van de aanduiding laad- en losplaats is het mogelijk een toegang tot het afwateringskanaal te realiseren.

Bestemming Water

Het Afwateringskanaal is bestemd tot "Water". Binnen deze bestemming is een aanduiding laad- en losplaats voor de locatie waar ten behoeve van regulier onderhoud het Afwateringskanaal toegankelijk is.Met de aanduiding steiger is aangegeven waar de bestaande steiger toegelaten is, welke gebruikt wordt door de hengelsportvereniging.

Voor deze bestemming is geen vergunningstelsel opgenomen voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden. Werken en werkzaamheden ten dienste van de bestemming kunnen gewoon worden uitgevoerd. Daaronder worden begrepen werkzaamheden aan keringen/objecten, onderhoudsbaggerwerk. Mogelijk is voor deze werkzaamheden wel een vergunning vereist op grond van de Natuurbeschermingswet 1998.

Anti-dubbeltelregel

Deze regel is opgenomen om een ongewenste verdichting van de bebouwing te kunnen voorkomen. Dit kan zich met name voordoen indien een deel van het bouwperceel, dat reeds eerder bij de berekening van een bepaalde afstand was betrokken wederom - nu ten behoeve van een ander bouwperceel - wordt betrokken. De regel is verplicht op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.4).

Algemene gebruiksregels

Van een aantal activiteiten is expliciet aangegeven of zij als strijdig met de bestemming dan wel als niet strijdig met de bestemming worden aangemerkt.

Algemene afwijkingsregel

Deze regel bevat enkele algemene afwijkingsregels.

Algemene procedureregel

De procedure voor wijzigingen is geregeld in de Wet ruimtelijke ordening (artikel 3.9a) en de procdure voor afwijken van het bestemmingsplan in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (artikel 3.9). Voor het stellen van nadere eisen is de procedure opgenomen in het bestemmingsplan (op basis van artikel 3.6 lid 4 van de Wet ruimtelijke ordening).

Overgangsrecht

Bebouwing die niet voldoet aan de regels van dit bestemmingsplan op het tijdstip van de terinzagelegging van het plan, dan wel bebouwing waarvoor bouwvergunning voor dit tijdstip moet worden verleend, is onder het overgangsrecht gebracht, uitgezonderd illegale bebouwing. Een geringe uitbreiding van de bebouwing kan mogelijk worden gemaakt. Indien de onder het overgangsrecht gebrachte bebouwing door een calamiteit verloren gaat, is volledige herbouw toegestaan. Daarnaast maakt de regeling het mogelijk om de onder het overgangsrecht gebrachte bebouwing gedeeltelijk te vernieuwen of te veranderen.

Het gebruik van gronden en opstallen dat in strijd is met dit bestemmingsplan op het tijdstip van het van rechtskracht worden daarvan, mag worden voortgezet, tenzij dat gebruik reeds voor dat moment strijdig met de bestemming was.