direct naar inhoud van 3.3 Cultuurhistorie en archeologie
Plan: Urkerstraat - Steile Bank
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0082.001300-0004

3.3 Cultuurhistorie en archeologie

In 2006 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg van kracht geworden. In het kader hiervan dient een gemeente ruimtelijke planvorming te toetsen op archeologische waarden. Indien potentiële archeologische waarden worden verstoord, dient hier nader onderzoek naar te worden verricht. Naast bouwkundige monumenten zijn er ook aardkundige monumenten, natuurmonumenten en landschapsmonumenten.

In het plangebied komen geen archeologische monumenten voor. Monumenten met de status rijksmonument vallen onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OC&W). Er zijn ook gemeentelijke monumenten in Nederland. Deze groep is omvangrijker en heeft een duidelijk plaatselijke betekenis. Het betreft hier vaker woonhuizen of stadsdelen.

De bescherming van deze monumenten is afdoende geregeld in het kader van de Monumentenwet.

Door de voorgenomen nieuwe ontwikkeling en de bodemverstorende activiteiten die hiermee gepaard gaan, kunnen eventuele archeologische waarden in de bodem verloren gaan. Om eventuele archeologische waarden op te kunnen sporen, heeft Vestigia een onderzoek uitgevoerd.

Op basis van het bureauonderzoek (zie Bijlage 2) had het pangebied een verhoogde verwachting op het aantreffen van archeologische indicatoren. Gezien de voormalige bebouwing was de verwachting voor sporen uit de middeleeuwen lager, door vermoedelijke verstoring van de bovengrond.

Aan de hand van het archeologische booronderzoek (bijlage 2) kan worden vastgesteld dat de bodem tot een diepte van 50 tot 190 cm –mv bestaat uit een opgehoogde en verstoorde laag. Dit betekent dat de zeeklei en de top van de het hieronder gelegen veen niet meer intact. Sporen van de IJzertijd/Romeinse tijd tot en met de Nieuwe tijd die op deze niveaus mogelijk konden worden aangetroffen zijn, indien ooit aanwezig, zeker vernietigd. Onder het veen is op een diepte vanaf 1,90 m –mv het pleistocene dekzand aangetroffen. In het dekzand is zeer zwak ontwikkelde bodem aangetroffen, waarschijnlijk gevormd onder natte omstandigheden. Bovendien is de top van het dekzand in een eerdere fase verspoeld. Op het dekzandniveau zijn, net als in de rest van het profiel, geen archeologische indicatoren aangetroffen welke een aanwijzing vormen voor menselijke aanwezigheid. Op basis van het booronderzoek kan de archeologische verwachting voor het plangebied naar beneden worden bijgesteld tot laag.