direct naar inhoud van Hoofdstuk 8 Uitvoerbaarheid
Plan: Buitengebied 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0082.000300-0004

Hoofdstuk 8 Uitvoerbaarheid

Op grond van artikel 3.1.6. van het Besluit ruimtelijke ordening dient inzicht te worden gegeven in de uitvoerbaarheid van het plan. Voor wat betreft de economische uitvoerbaarheid kan worden gesteld dat het hier bestaande situaties betreft waaraan een planologisch-juridische regeling is toegekend. Aan de realisatie van deze regeling zijn voor de gemeente geen kosten verbonden.

Grondexploitatiewet

Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) per 1 juli 2008 is tevens de Grondexploitatiewet in werking getreden. De Grondexploitatiewet is een onderdeel van de Wro en is van toepassing bij de ontwikkeling van bouwlocaties. Een exploitatieplan is verplicht voor gronden waarop een bouwplan is voorgenomen. Onder een bouwplan wordt verstaan een bouwplan voor (o.a.) de bouw van een of meer woningen of van een of meer hoofdgebouwen (art. 6.2.1 Bro).

Besloten kan worden geen exploitatieplan vast te stellen (art. 6.12 lid 2 Wro juncto art. 6.2.1a Bro):

  • als het totaalbedrag aan exploitatiebijdragen dat met toepassing van artikel 6.19 van de wet, minder bedraagt dan €10.000,--;
  • er geen verhaalbare kosten zijn zoals bedoeld in artikel 6.2.4 onderdelen b tot en met f Bro;
  • de verhaalbare kosten, bedoeld in 6.2.4, onderdelen b tot en met f Bro, uitsluitend de aansluiting van een bouwperceel op de openbare ruimte of de aansluiting op de nutsvoorzieningen betreffen;
  • indien het verhaal van kosten van grondexploitatie over de in het plan begrepen gronden anderszins verzekerd is, het bepalen van een tijdvak of fasering niet noodzakelijk is het stellen van bepaalde eisen of regels niet noodzakelijk is.

Het voorliggende bestemmingsplan is een conserverend bestemmingsplan. Bestaande functies krijgen een nieuwe planologisch-juridische regeling. Het bestemmingsplan maakt geen nieuwbouw van woningen mogelijk. De woonbestemming en de agrarische bedrijfsbesteming zijn uitsluitend opgenomen voor reeds bestaande burgerwoningen c.q. agrarische bedrijven.

Nieuwbouw van een woning kan alleen rechtens aan de orde zijn bij vervanging van een bestaande woning. Planologisch gezien maakt het bestemmingsplan dit mogelijk. Vooraf is echter niet in te schatten of en waar van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt. Dit geldt ook voor de uitbreiding van agrarische bedrijven. Met de bouwmogelijkheden die dit bestemmingsplan biedt is er geen sprake van bouwplannen waarbij de kosten voor de gemeente boven de € 10.000,00 aan de orde zullen zijn.

In de wijzigingsbevoegdheden zit een aantal mogelijke ontwikkelingen die wel zouden kunnen leiden tot dit soort kosten. Omdat er sprake is van een wijzigingsbevoegdheid, en er nu nog geen concrete situaties zijn, wordt te zijner bij de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid beoordeeld of er een exploitaitieplan moet worden gemaakt bij het dan op te stellen wijzigingsplan. Deze toets (uitvoerbaarheid) is opgenomen in de voorwaarden bij de verschillende wijzigingsbevoegdheden in het plan.

De gemeente Lemsterland heeft daarom geoordeeld dat bij het voorliggend bestemmingsplan geen exploitatieplan hoeft te worden opgesteld. Functiewijzigingen (en omvangrijke verbouwplannen) zijn bovendien alleen mogelijk bij wijziging van het bestemmingsplan, indien de plannen passen binnen één van de wijzigingsbevoegdheden die het plan kent, waarvoor op dat moment, wanneer hier gebruik van wordt gemaakt, een exploitatieplan kan worden opgesteld.

juni 2011.