direct naar inhoud van 3.5 Natuur
Plan: Buitengebied 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0082.000300-0004

3.5 Natuur

Verspreid in de gemeente Lemsterland komen verschillende gebieden met hoge natuurwaarden voor. Deze paragraaf beschrijft de gebieden met hoge natuurwaarden en gaat in op de natuurwaarden in het overige agrarisch cultuurlandschap.

3.5.1 Gebieden met hoge natuurwaarden

In deze paragraaf worden de gebieden met hoge natuurwaarden beschreven. Naast deze gebieden is het Iselmar en het gebied Rottige Meenthe en Brandemeer van grote betekenis voor de natuur. Deze gebieden zijn in paragraaf 2.2. van hoofdstuk 2 reeds aan de orde geweest.

Kleine Brekken

Natuurstrook ten noorden van de Follegasloot, tegen de uiterste noordgrens van de gemeente. Het gebied bestaat uit grotendeels verdroogde rietlanden en wilgenstruweel (met algemene moerasvogels). Aan de westkant hiervan lag vroeger het meertje de Kleine Brekken (verdwenen met de aanleg van het Prinses Margriet-kanaal).

Brandemar

Relatief klein meer met rietoevers. Het is een pleisterplaats voor watervogels. Het Brandemar is in eigendom van Domeinen.

Hoge Mieden en Bancopolder

Complex van verlande petgaten, rietlanden en moerasbos, deels in particulier eigendom, deels in eigendom en beheer van It Fryske Gea en Staatsbosbeheer. Voor dit natuurreservaat is een maatregelenpakket uitgewerkt om verdroging te bestrijden.

Buiten Ee

Verdroogd moerasbos en beplant dagrecreatieterrein aan de Ee, welke in beheer is bij Staatsbosbeheer. De ecologische waarden zijn in dit gebied beperkt, het is een broedplaats van algemene vogels.

Friese Iselmarkust en Uitheiingpolder

De Friese Iselmarkust heeft in Lemsterland vrijwel geheel betrekking op de Uitheiingpolder, een beheersgebied met belangrijke weidevogelwaarden en een zeer belangrijke pleisterplaats voor ganzen en steltenlopers. Langs de zeedijk - buitendijks - komen grote zeggenvegetaties, rietmoeras en open water voor. Een deel van dit gebied is beschermd natuurmonument. Deels is het in eigendom en beheer bij Staatsbosbeheer.

Grutte Brekken en zomerpolder Grutte Brekken

Buiten het meer zelf - belangrijk voor diverse soorten eenden als rustgebied en tevens belangrijke doorvoerroute voor de beroepsvaart - gaat het om de zomerpolder aan de Grutte Brekken (vroeger stond deze 's winters onder water). Deze circa 170 hectare grote polder is in het winterhalfjaar en met name het voorjaar zeer belangrijk als slaap- en pleisterplaats voor ganzen, eenden en steltlopers (Kemphaan). Het is tevens een belangrijk broedgebied voor weidevogels. Het gebied is als natuurgebied begrensd op basis van het gebiedsplan De Zuidwesthoek (zie ook paragraaf 2.4.3.).

Hof van Holland

Moerasbos, deels in eigendom en beheer bij Staatsbosbeheer. Het gebied Hof van Holland ligt aan de Straatweg. Aan de randen is sprake van schrale vegetaties met kleine zeggen en veenmossen. Het reservaat huisvest al sinds jaar en dag een kolonie van Blauwe reigers. Het bos kampt met verdroging.

Zandwinput bij Eesterga

Een oorspronkelijke diepe zandwinput dat is heringericht. De zandwinput heeft een ondiepe bodem gekregen is daardoor van grotere betekenis voor de natuur geworden (moerasgebied). Deels heeft het gebied een recreatieve functie gekregen (onder andere viswater). Het omringende populierenbos is een broedplaats voor verschillende roofvogels.

Verbindingszone Follegeasleat

Langs de Follegeasleat is sprake van een ecologische verbindingszone van de Grutte Brekken naar het Tsjûkemar. De uitvoering is een aantal jaren geleden gestart. De Follegeasleat kent inmiddels een brede natuurstrook.

Tsjûkemar en oeverzones

Het zuidelijk deel van het de Tsjûkemar ligt in de gemeente Lemsterland. De Tsjûkemar is ecologisch van grote betekenis als foerageer- en rustplaats voor watervogels.

Zandhuizerveld

Het Zandhuizerveld is een graslandreservaat van Staatsbosbeheer met belangrijke botanische kwaliteiten en een weidevogeldoelstelling. Het is een belangrijk terrein voor de Ringslang.

Oeverlanden Tsjonger en Schoteruiterdijken

De oeverlanden van de Tsjonger (natte graslanden) zijn van belang als broedgebied voor weidevogels en pleisterplaats voor watervogels. Tegenwoordig is het grootste deel van de oeverlanden en Schoteruiterdijken intensief agrarisch in gebruik en zijn beperkt natte graslanden aanwezig. Aan t Wiede zijn gronden aangewezen als natuur(ontwikkelings)gebied. Het gebied is van belang als leefgebied en verbindingszone voor de Ringslang. De oeverlanden van de Tsjonger en de Schoteruiterdijken zijn opgenomen in het gebiedsplan Het Lage Midden (zie ook paragraaf 2.4.4.).

Rietpolders en moeraselementen in de Echtener Groote Veenpolder

In het zuidelijk deel van de veenpolder en de Veenpolder Delfstrahuizen ligt een aantal rietpolders en moerassige elementen waar in het verleden via bevloeiing riet is geteeld; ook nu worden deze polders nog gebruikt voor de rietteelt. De meeste van deze rietpolders zijn in beheer en in eigendom van It Fryske Gea: Hengsteputten, Koepeinse en Kamperpolder, Langehalen en het Echterveld. De reservaten hebben te kampen met verdroging en de botanische kwaliteiten van weleer zijn goeddeels verdwenen. Over de precieze ecologische betekenis is relatief weinig bekend. Zeker is dat de polders een rol spelen als broedgebied voor moerasvogels en leefgebied voor andere moerasfauna (ten dele Heikikker en Ringslang).

Beheersgebied Otterweg

Dit is een graslandgebied dat aangewezen is als beheersgebied (zie ook paragraaf 2.4.4.), gelegen tussen de hiervoor genoemde rietpolders. Het gebied is een broedgebied voor (kleine aantallen) weidevogels en rust- en foerageergebied voor ganzen.

Oude Zuiderzeedijk en aangrenzende percelen

De strook langs de oude Zuiderzeedijk (Grietenijdijk) en naast de Dijksloot is in het gebiedsplan Het Lage Midden aangewezen als natuurgebied. De dijk is botanisch interessant maar concrete gegevens ontbreken.

3.5.2 Natuurwaarden in het overige agrarisch cultuurlandschap

Buiten de in de vorige paragraaf genoemde natuurgebieden komen er nog andere locaties met belangrijke natuurwaarden voor. Het betreft meest natuurlijke moeras- en bosgebieden, oeverzones langs meren en brede vaarten en andere groene elementen. In Lemsterland betreft het deels oude, voorheen uitgeveende gebieden, die nu verworden zijn tot verlande petgaten en/of moerasbosjes. Voorbeelden liggen in het Zandhuizerveld bij Delfstrahuizen en in de Echtener Groote Veenpolder (bijvoorbeeld in de Kromme Warren). Veel van de betreffende gebieden zijn in eigendom van particulieren.