direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijf
Plan: Buitengebied 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0082.000300-0004

Artikel 6 Bedrijf

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. voor zover de bestemmingsvlakken zijn gelegen op de volgende adressen voor de volgende activiteiten:
    • 1. Bandsloot 52: een loonwerkbedrijf;
    • 2. Herenweg 24: een timmerbedrijf;
    • 3. Marwei 90-92: een klussen- en kanobedrijf;
    • 4. Meester Wijmaweg 9: een landbouwmechanisatiebedrijf;
    • 5. Pasveer 3a: een gemeentewerf;
    • 6. Pasveer 7: een transportbedrijf en een rundveeverbeteringsbedrijf;
    • 7. achter Pasveer 2-4: opslag waterschap;
    • 8. Schoteruiterdijken 7: reparatie, onderhoud en stalling van boten, met dien verstande dat buitenopslag niet is toegestaan;
    • 9. Schuddingsteeg: afvaloverslag;
    • 10. Straatweg 8 te Follega: een timmerbedrijf;
    • 11. Straatweg 13 te Follega: transportbedrijf;
    • 12. Straatweg 71 te Follega: veehandelsbedrijf;
    • 13. bij Westeind 4: opslag van goederen, niet zijnde gevaarlijke stoffen, met dien verstande dat buitenopslag niet is toegestaan;
    • 14. bij Westeind 5: opslag van goederen, niet zijnde gevaarlijke stoffen, met dien verstande dat buitenopslag niet is toegestaan;
  • b. voor een reclamemast ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding - mast;
  • c. voor het behoud, herstel en/of het versterken van de cultuurhistorische waarden van de gebouwen ter plaatse van de aanduiding karakteristiek;
  • d. voor het behoud en de versterking van de landschappelijke waarden, tot uitdrukking komend in de instandhouding en aanleg van boomsingels en andere hoogopgaande beplanting;

met daarbijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, terreinen, parkeervoorzieningen, tuinen en erven.

6.2 Bouwregels

Op de tot Bedrijf bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.

6.2.1 Hoofdgebouwen

Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. deze mogen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in 29 (algemene bouwregels);
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen (inclusief de oppervlakte van een bedrijfswoning en bijgebouwen bij de bedrijfswoning) mag niet meer bedragen dan:
    Bandsloot 52   1.290   m2  
    Herenweg 24   860   m2  
    Marwei 90-92   355   m2  
    Meester Wijmaweg 9   960   m2  
    Pasveer 3a   1.750   m2  
    Pasveer 7   1.380   m2  
    achter Pasveer 2-4   355   m2  
    Schoteruiterdijken 7   740   m2  
    Schuddingsteeg   50   m2  
    Straatweg 8 te Follega   350   m²  
    Straatweg 13 te Follega   500   m²  
    Straatweg 71 te Follega   510   m2  
    bij Westeind 4   905   m2  
    bij Westeind 5   3.495   m2  
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 5 m;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m;
  • e. de dakhelling mag niet minder dan 30o en niet meer dan 60o bedragen.
6.2.2 Bedrijfswoningen

Voor bedrijfswoningen gelden bovendien in aanvulling op het bepaalde in 6.2.1 de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak mag niet meer dan één bedrijfswoning worden gebouwd, tenzij de gronden zijn aangeduid met bedrijfswoning uitgesloten, in welk geval geen bedrijfswoning is toegestaan;
  • b. de inhoud van de bedrijfswoning, inclusief aanbouwen en uitbouwen, mag niet meer bedragen dan 750 m3, tenzij op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan een grotere inhoud aanwezig was, in welk geval die grotere inhoud als maximum geldt.
6.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van de reclamemast ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding - mast mag niet meer dan 25 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, niet zijnde gebouwen mag niet meer dan 2,50 m bedragen.
6.2.4 Afwijkende maatvoering

In afwijking van het bepaalde in 6.2.1 , 6.2.2 en 6.2.3 geldt dat indien een grotere maatvoering aanwezig is op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan, deze maatvoering als maximum mag worden gehanteerd, tenzij het betreft de minimale dakhelling, in welk geval die geringere dakhelling als minimum mag worden gehanteerd.

6.2.5 Te handhaven hoofdvorm

In afwijking van het bepaalde in 6.2.1, 6.2.2 en 6.2.3 geldt ter plaatse van de aanduiding karakteristiek dat de hoofdvorm van het gebouw, zoals die hoofdvorm bestond op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan en zoals die tot uitdrukking komt in het grondvlak, de goothoogte, de bouwhoogte, de dakvorm en de nokrichting, moet worden gehandhaafd, met dien verstande dat een afwijking van de goot- en/of bouwhoogte van niet meer dan 5% is toegestaan, waarbij de dakhelling dienovereenkomstig mag worden aangepast.

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. de milieusituatie;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • c. de cultuurhistorische waarden van de bebouwing en/of het erf;
  • d. de landschappelijke waarden als bedoeld in 6.1 onder d.
6.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.1 onder e en toestaan dat de dakhelling wordt verlaagd, mits het bebouwingsbeeld daardoor niet onevenredig wordt aangetast.

6.5 Afwijken van de gebruiksregels
6.5.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1 ten behoeve van andere bedrijfsactiviteiten, indien die bedrijfsactiviteiten naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de toegestane activiteiten dan wel minder invloed op de omgeving hebben.

6.5.2 Afwegingskader

Ter beoordeling van de toelaatbaarheid van de omgevingsvergunning vindt een evenredige belangenafweging plaats, waarbij betrokken worden:

  • a. de mate waarin de waarden en functies van de gronden die het plan beoogt te beschermen door de omgevingsvergunning worden geschaad;
  • b. de mate waarin de belangen van de gebruikers en/of eigenaren van de aangrenzende gronden en/of nabijgelegen agrarische bedrijven door de omgevingsvergunning worden geschaad;
  • c. de uitvoerbaarheid, waaronder begrepen de aanvaardbaarheid op het gebied van milieu, externe veiligheid, ecologie, archeologie en waterhuishouding;
  • d. de landschappelijke inpassing.
6.5.3 Geen omgevingsvergunning

Indien de waarden, functies en/of belangen als genoemd in 6.5.2 onevenredig worden geschaad dan wel de uitvoerbaarheid en inpassing niet zijn aangetoond, vinden de in 6.5.1 genoemde afwijkingsbevoegdheden geen toepassing.

6.6 Wijzigingsbevoegdheid
6.6.1 Wijziging

Burgemeester en wethouders kunnen na beëindiging van het bedrijf de bestemming Bedrijf wijzigen in de bestemming Wonen - eventueel met de aanduiding bedrijf aan huis - en de aangrenzende gebiedsbestemming, met dien verstande dat:

  • a. indien de aanduiding karakteristiek of specifieke bouwaanduiding - monument voorkomt, deze wordt gehandhaafd;
  • b. uitsluitend de bedrijfswoning(en) en het aangebouwde voormalige bedrijfsgebouw mogen worden gebruikt voor één woonhuis;
  • c. ten behoeve van het realiseren van een inpandige woning in afwijking van het bepaalde in 6.2.2 , met dien verstande dat hiervoor in ruil 750 m² bebouwing op het betreffende perceel wordt gesloopt;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder b geldt uitsluitend ter plaatse van de aanduiding karakteristiek en specifieke bouwaanduiding - monument dat het aan het woonhuis aangebouwde voormalige bedrijfsgebouw mag worden verbouwd tot meerdere woonhuizen, met dien verstande dat burgemeester en wethouders bij het wijzigingsplan beperkingen kunnen stellen aan de oppervlakte aan bijgebouwen bij deze woonhuizen;
  • e. een extra woonhuis kan worden toegestaan, indien het bestemmingsvlak is gelegen in een bestaand bebouwingslint en tenminste 1.000 m2 aan bedrijfsbebouwing wordt gesloopt, niet zijnde bebouwing die is aangeduid als karakteristiek of specifieke bouwaanduiding - monument;
  • f. een extra woonhuis kan worden toegestaan, indien het bestemmingsvlak is gelegen buiten een bestaand bebouwingslint en tenminste 1.500 m2 aan bedrijfsbebouwing wordt gesloopt, niet zijnde bebouwing die is aangeduid als karakteristiek of specifieke bouwaanduiding - monument.
6.6.2 Voorwaarde wijziging

Toepassing van het bepaalde in 6.6.1 sub c tot en met f vindt plaats, mits wordt voldaan aan een door de provincie geaccordeerd woonplan.

6.6.3 Afwegingskader

Ter beoordeling van de toelaatbaarheid van de wijziging vindt een evenredige belangenafweging plaats, waarbij betrokken worden:

  • a. de mate waarin de waarden en functies van de gronden die het plan beoogt te beschermen door de wijziging worden geschaad;
  • b. de mate waarin de belangen van de gebruikers en/of eigenaren van de aangrenzende gronden en/of nabijgelegen agrarische bedrijven door de wijziging worden geschaad;
  • c. de uitvoerbaarheid, waaronder begrepen de aanvaardbaarheid op het gebied van milieu, externe veiligheid, ecologie, archeologie en waterhuishouding;
  • d. de landschappelijke inpassing.
6.6.4 Geen wijziging

Indien de waarden, functies en/of belangen als genoemd in 6.6.3 onevenredig worden geschaad dan wel de uitvoerbaarheid en inpassing niet zijn aangetoond, vindt de in 6.6.1 genoemde wijzigingsbevoegdheid geen toepassing.