direct naar inhoud van Artikel 25 Waarde - Archeologie
Plan: Buitengebied 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0082.000300-0004

Artikel 25 Waarde - Archeologie

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Archeologie aangewezen gronden zijn, naast de voor die gronden aangewezen basisbestemmingen, tevens bestemd voor het behoud en de bescherming van de voorkomende archeologische waarden.

25.2 Bouwregels

Op de tot Waarde - Archeologie bestemde gronden:

  • a. mag uitsluitend ten dienste van en conform de basisbestemming worden gebouwd, met dien verstande dat geen gebouwen mogen worden gebouwd met een oppervlakte van meer dan 50 m2;
  • b. mogen bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd ten dienste van het behoud en de bescherming van de archeologische waarden, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 2,50 m mag bedragen.
25.3 Afwijken van de bouwregels
25.3.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 25.2 onder a en toestaan dat gebouwen met een oppervlakte van meer dan 50 m2 worden gebouwd ten dienste van en conform de basisbestemming, mits op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden geschaad dan wel, indien de archeologische waarden door de bouwactiviteiten kunnen worden verstoord de volgende voorwaarden in acht worden genomen:

  • a. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem behouden kunnen worden of
  • b. een verplichting tot het doen van opgravingen of
  • c. een verplichting de uitvoering van de werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
25.3.2 Advisering

Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de omgevingsvergunning de voorwaarde te verbinden als bedoeld 25.3.1 onder c wordt de provinciale archeoloog om advies gevraagd. Bij een negatief advies van de provinciale archeoloog wordt de omgevingsvergunning niet verleend, dan nadat van gedeputeerde staten een verklaring van geen bezwaar is ontvangen.

25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
25.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders in de tot archeologisch waardevol gebied bestemde gronden grondberoeringen uit te voeren met een oppervlakte van meer dan 50 m2 op een diepte van meer dan 0,30 m.

25.4.2 Uitzondering op verbod

Het in 25.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan
  • c. zijn gericht op archeologisch onderzoek.
25.4.3 Afwegingskader

Uitvoering van de in 25.4.1 genoemde werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen een verstoring van archeologisch materiaal kan of zal plaatsvinden.

25.4.4 Advisering

Alvorens de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen, vragen burgemeester en wethouders de provinciale archeoloog om advies. Bij een negatief advies van de provinciale archeoloog wordt de omgevingsvergunning niet verleend, dan nadat van gedeputeerde staten een verklaring van geen bezwaar is ontvangen.