direct naar inhoud van Artikel 23 Leiding - Gas
Plan: Buitengebied 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0082.000300-0004

Artikel 23 Leiding - Gas

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn, naast de voor die gronden aangewezen basisbestemmingen, tevens bestemd:

  • a. ter plaatse van de aanduiding hartlijn leiding - gas voor leidingen ten behoeve van het transport van aardgas;
  • b. voor bescherming van de aardgastransportleiding;

met daarbijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde en voorzieningen.

23.2 Bouwregels

Op de tot Leiding - Gas bestemde gronden:

  • a. mag niet worden gebouwd ten dienste van de basisbestemming;
  • b. mogen bouwwerken, geen gebouw zijnde ten dienste van de leiding worden gebouwd, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 2,50 m mag bedragen.
23.3 Afwijken van de bouwregels
23.3.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 23.2 onder a en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de basisbestemming.

23.3.2 Afwegingskader

De in 23.3.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend voor zover uit overleg met de leidingbeheerder blijkt dat daartegen geen bezwaar bestaat.

23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
23.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van diepwortelende en/of hoogopgaande beplanting, waaronder bijvoorbeeld rietbeplanting;
  • b. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
  • c. het verrichten van grondroeractiviteiten, zoals het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage, anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • d. diepploegen;
  • e. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
  • f. het permanent opslaan van goederen, waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;
  • g. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;
  • h. het plaatsen van onroerende objecten zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;
  • i. het indrijven van voorwerpen in de bodem.
23.4.2 Uitzondering op verbod

Het in 23.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden die:

  • a. voorkomen op de beplantingslijst van de beheerder;
  • b. mechanisch worden uitgevoerd en daarmee vallen onder de werking van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten;
  • c. reeds in uitvoering zijn dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • d. worden uitgevoerd ten behoeve van het instandhouden van de leidingen.
23.4.3 Afwegingskader

Een in 23.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien het behoud van een veilige ligging van de gasleiding en de continuïteit van de functie van de gasleiding zijn gewaarborgd.

23.4.4 Advisering

Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een omgevingsvergunning horen burgemeester en wethouders de betreffende leidingbeheerder(s).