Bûtengebiet en doarpen

Artikel 20 Sport - Sportvelden

Zie voor de uitleg van de bestemming paragraaf 5.19 Sport - Sportvelden in de toelichting.

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport - Sportvelden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

• a. terreinen ten behoeve van sport- en recreatieve voorzieningen, zoals sportvelden, ijsbanen, tennisbanen, en daarmee gelijk te stellen voorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

• b. grondgebonden agrarisch medegebruik;
• c. het behoud en herstel van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van steilranden en microreliëf, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van waarde - steilrand/microreliëf";
• d. wegen en paden;
• e. water;

met de daarbijbehorende:

• f. gebouwen en overkappingen;
• g. nutsvoorzieningen;
• h. parkeervoorzieningen;
• i. afschermende beplanting;
• j. andere bouwwerken, waaronder lichtmasten.

20.2 Bouwregels

20.2.1 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

• a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen en overkappingen zal per bestemmingsvlak ten hoogste 100 m² bedragen;
• b. de goothoogte van een gebouw of een overkapping zal ten hoogste 3,50 m bedragen;
• c. de bouwhoogte van een gebouw of een overkapping zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

20.2.2 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

• a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
• b. de bouwhoogte van lichtmasten zal ten hoogste 15,00 m bedragen;
• c. de bouwhoogte van reclamemasten zal ten hoogste 6,00 m bedragen;
• d. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

20.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming,wordt in ieder geval gerekend:

• a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
• b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden anders dan op de wijze van een sportkantine.

20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

20.4.1 Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van waarde - steilrand/microreliëf", een omgevingsvergunning vereist:

• het ontgronden, afgraven, egaliseren, mengen, diepploegen, ontginnen en/of ophogen van gronden.

20.4.2 Uitzondering

Het bepaalde in lid 20.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

• a. het normale onderhoud en/of het normale agrarische gebruik betreffen;
• b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

20.4.3 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische en landschappelijke waarden.