direct naar inhoud van Artikel 23 Waarde - Archeologie
Plan: Stiens
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0081.02BP0001-VA01

Artikel 23 Waarde - Archeologie

23.1 Bestemmingsomschrijving
23.1.1 Algemeen

De voor ' Waarde - Archeologie ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) (basisbestemming), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden.

23.1.2 Voorrangsregeling

In geval van strijdigheid gaan deze regels vóór de regels die ingevolge andere regels op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.

23.2 Bouwregels

Op de voor ' Waarde - Archeologie ' aangewezen gronden gronden mogen, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, geen bouwwerken worden gebouwd.

23.2.1 Uitzondering

Het bepaalde in 23.2 is niet van toepassing op:

  • a. bouwwerken en -projecten met een oppervlakte van niet meer dan 50 m2;
  • b. activiteiten waarvoor geen omgevingsvergunning voor de bouw vereist is;
  • c. bouwprojecten waarvoor een omgevingsvergunning is verleend en waarbij een rapport is overgelegd waarin de bescherming van archeologische waarde van de gronden in voldoende mate is veilig gesteld en/of waarbij de beschermende maatregelen overeenkomstig worden getroffen.
23.3 Afwijken van de bouwregels
23.3.1 Omgevingsvergunning

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 23.2 en kan worden toegestaan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de (basis)bestemming.

23.3.2 Afwegingskader

Een in 23.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien daartegen uit hoofde van de bescherming van de archeologische waarde geen bezwaar bestaat, hetgeen kan blijken uit een rapport waarin de archeologische waarde van de gronden in voldoende mate is veilig gesteld en/of waarbij de beschermende maatregelen overeenkomstig worden getroffen.

23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
23.4.1 Verbod

Het is verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, afgraven, egaliseren, mengen, diepploegen en ontginnen van gronden met dien verstande dat het werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden betreft met een oppervlakte groter dan 50 m² en dieper dan 40 cm;
  • b. het graven van watergangen;
  • c. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en drainage en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur dieper dan 30 cm;
  • d. het permanent verlagen van het waterpeil.
23.4.2 Uitzondering op verbod

Het in 23.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:

  • a. ten dienste van het onderzoek naar het behoud, de bescherming en/of het herstel van archeologische waarden;
  • b. die het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • c. die reeds in uitvoering zijn danwel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan;
  • d. waarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingswet;
  • e. ten dienste van de in 23.2 genoemde (bouw)werkzaamheden;
  • f. die de archeologische waarde niet onevenredig aantasten, hetgeen kan blijken uit een rapport waarin de archeologische waarde van de gronden in voldoende mate is vastgesteld.
23.4.3 Strijd met bestemming
  • a. Uitvoering van de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden is in strijd met de bestemming indien daardoor dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen een onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden, hetgeen dient te blijken uit een rapport waarin de archeologische waarde van de gronden in voldoende mate is vastgesteld.
  • b. Een rapport als bedoeld onder a is niet noodzakelijk indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de archeologische waarde van de gronden middels andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Deze informatie wordt dan ook als een rapport beschouwd.
23.4.4 Procedure

Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een omgevingsvergunning horen burgemeester en wethouders een ter zake deskundige.