direct naar inhoud van Artikel 12 Groen
Plan: Stiens
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0081.02BP0001-VA01

Artikel 12 Groen

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Groen ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden', tevens het behoud, de bescherming en/of het herstel van de landschappelijke waarden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin', tevens de inrichting en het gebruik als volkstuinen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bos uitgesloten', uitsluitend een inrichting en het gebruik van gronden waarbij opgaande beplanting niet is toegestaan;

met daarbijbehorende:

  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • f. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
  • g. paden en verhardingen;
  • h. speelvoorzieningen;
  • i. water;
  • j. waterhuishoudkundige voorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • k. de inrichting en het beheer van vaarwegen, voor zover de gronden zijn gelegen binnen de in 32.4 aangegeven beheersgrenzen.
12.2 Bouwregels

Op de voor ' Groen ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

12.2.1 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde geldt de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen.
12.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • b. het bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale en externe veiligheid.
12.3.1 Procedure

Voor het stellen van een nadere eis geldt de in 31.1 vermelde voorbereidingsprocedure.

12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
12.4.1 Verbod

Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden', zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het kappen en/of rooien van bomen en/of houtgewas;
  • b. het ontgronden, afgraven, egaliseren, diepploegen en ophogen van gronden;
  • c. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen met een oppervlakte van meer dan 10% van de totale oppervlakte van de bestemming;
  • d. het aanleggen en/of het verharden van wegen en paden;
  • e. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van recreatief of educatief medegebruik;
  • f. het aanleggen van ligplaatsen voor vaartuigen;
  • g. het aanbrengen van drainage;
  • h. het aanbrengen van bovengrondse of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, met uitzondering van het aanbrengen van leidingen ten behoeve van de aansluiting van percelen op het openbare voorzieningennet.
12.4.2 Uitzonderingen op het verbod

Het in 12.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het inwerkingtreding van dit plan.
12.4.3 Strijd met bestemming

Uitvoering van de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden is in strijd met de bestemming indien daardoor dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen een onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden.