direct naar inhoud van Artikel 10 Detailhandel
Plan: Stiens
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0081.02BP0001-VA01

Artikel 10 Detailhandel

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Detailhandel ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel in goederen met betrekking tot woninginrichting en naar de aard daarmee gelijk te stellen goederen;
  • b. bedrijfswoningen, voor zover deze bestaan op het moment van terinzagelegging van het ontwerp;

met daarbijbehorende:

  • c. gebouwen;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • e. tuinen;
  • f. erven;
  • g. terreinen;
  • h. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. parkeervoorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • k. de inrichting en het beheer van de provinciale weg, voor zover de gronden zijn gelegen binnen de in artikel 32.6 aangegeven beheersgrenzen.
10.2 Bouwregels

Op de voor ' Detailhandel ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

10.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en dakhelling (graden)' geldt dat de goot- respectievelijk bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven hoogte en de dakhelling niet meer mag bedragen dan de aangegeven dakhelling;
  • c. afwijkingen in maten en afmetingen, zoals die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, mogen worden gehandhaafd.
10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen mag niet meer dan 1.50 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 2 m bedragen.
10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • b. het bebouwingsbeeld;
  • c. de woonsituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de sociale en externe veiligheid.
10.3.1 Procedure

Voor het stellen van een nadere eis geldt de in 31.1 vermelde voorbereidingsprocedure.