Gemeente:
Leeuwarden
Plannaam:
Leeuwarden - Drachtsterweg e.o. (incl. nieuw Aquaduct)
Status:
Vastgesteld
Statusdatum:
03-05-2012

Artikel 8 : Leiding - Hoogspanningsverbinding

 

 

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Leiding - Hoogspanningsverbinding" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) (basisbestemmingen), mede bestemd voor de aanleg, de instandhouding en bescherming van bovengrondse hoogspanningsverbindingen met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

8.2 Bouwregels

  1. in afwijking van het bepaalde bij andere bestemmingen mag binnen op de voor "Leiding - Hoogspanningsverbinding" bestemde gronden niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze (dubbel-)bestemming;

  2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de elektriciteitsvoorziening, geldt een bouwhoogte van maximaal 50 meter;

  3. Voor het bouwen van nutsvoorzieningen, niet zoals bedoeld onder lid 8.2, onder b, geldt per bouwwerk een bouwhoogte van maximaal 3 meter en een oppervlakte van maximaal 25 meter2.

 

8.3 Afwijken van de bouwregels

  1. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bouwregels van het bepaalde in lid 8.2, onder a, en toestaan dat ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemming(en) de daarbij genoemde bebouwing wordt gebouwd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de bovengrondse hoogspanningsverbinding en vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.

 

  1. De omgevingsvergunning, zoals genoemd in lid 8.3, onder a, wordt uitsluitend verleend onder de voorwaarde dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

    1. de woonsitiuatie;

    2. het straat- en bebouwingsbeeld;

    3. de inpassing in het landschap;

    4. de verkeerssituatie;

    5. de parkeercapaciteit;

    6. het waterbeheer;

    7. de sociale veiligheid;

    8. de externe veiligheid, en de brandveiligheid;

    9. de milieusituatie;

    10. de archeologie;

    11. de cultuurhistorie;

    12. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

    13. de bescherming volgens de hoogtebeperkingen die voortvloeien uit de geldende luchtvaartwet- en regelgeving i.v.m. de vliegbasis Leeuwarden, of andere in het gebied aanwezige hoogtebeperkingen.

    14. de bescherming volgens de regels volgens artikel 14, lid 14.1 voor het gebied waarop de aanduiding "overig - folieconstructie" is aangegeven.

 

8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

        1. Het is verboden op de voor "Leiding - Hoogspanningsverbinding" bestemde gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren, die de veiligheid kunnen schaden of de continuïteit van de energievoorziening in gevaar kunnen brengen:

          1. het aanbrengen van hoogopgaande beplanting en/of bomen;

          2. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur;

          3. het opslaan van materialen of stoffen, die onder bepaalde omstandigheden gevaar van brand of explosie kunnen opleveren;

          4. het ophogen en egaliseren, bodemverlaging of afgraven of anderszins wijzigen in maaiveld- en weghoogte.

        2. Het onder lid 8.4, onder a, bedoelde verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die het normale onderhoud gebruik en beheer van hoogspanningverbinding betreffen, of die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt.

        3. De werken en werkzaamheden als bedoeld inlid 8.4, onder a, zijn slechts toelaatbaar indien door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen onevenredige aantasting van de belangen van de hoogspanningsverbinding en/of de energievoorziening ontstaan of kan ontstaan.

        4. Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.4, onder a, wordt het advies ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.