direct naar inhoud van 4.6 Bodem
Plan: Leeuwarden - Wielenpôlle, Schepenbuurt, de Plantage en omgeving
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0080.05005BP00-VG01

4.6 Bodem

Gemiddeld voldoet de bodemkwaliteit van het plangebied aan de bodemkwaliteitsklasse “Wonen”. Hiermee correspondeert de kwaliteit met de functies binnen het gebied, of is de algemene bodemkwaliteit beter dan noodzakelijk is voor de functie. Binnen een klein deel van het gebied voldoet de bodemkwaliteit aan de bodemkwaliteitsklasse “Industrie” (perceel Tijnjedijk 1). In een klein deel van het plangebied correspondeert de gemiddelde bodemkwaliteit hierdoor niet met de functie. Bij het huidige gebruik zijn er echter geen gezondheidsrisico's te verwachten.

Binnen het plangebied zijn in de loop der jaren diverse bodemonderzoeken uitgevoerd. De onderzoeken zijn voor een deel uitgevoerd op locaties waar potentieel bodemverontreinigende activiteiten hebben plaatsgevonden. Op een aantal locaties is daarbij bodemverontreiniging aangetoond. Daar waar de verontreiniging mogelijk tot gezondheidsrisico's zou kunnen leiden of belemmerend was voor de functie van het terrein is bodemsanering uitgevoerd, waardoor de locaties weer geschikt zijn gemaakt voor het gebruik. Plaatselijk is nog wel sprake van restverontreinigingen.

Verder zijn er binnen het plangebied locaties aanwezig waarvan bekend is dat er activiteiten hebben plaatsgevonden die tot bodemverontreiniging geleid kunnen hebben. Dit betreft locaties waarvoor in het verleden een Hinderwet- of Wet milieubeheervergunning is aangevraagd voor het uitoefenen van bepaalde bedrijfsactiviteiten. Daarnaast bevinden zich binnen het plangebied nog ondergrondse brandstoftanks. Niet op al deze locaties is bodemonderzoek uitgevoerd.

Op grond van de Woningwet dient bij woningbouw steeds een bodemtoets plaats te vinden. Daaruit blijkt of er daadwerkelijk verontreiniging verwacht moet worden, waarnaar vervolgens eventueel onderzoek verricht moet worden. Ook op onverdachte terreinen kan bodemverontreiniging aangetroffen worden, omdat altijd. activiteiten kunnen hebben plaatsgevonden die tot bodemverontreiniging hebben geleid en die thans niet bekend zijn.

Uitgangspunt ten aanzien van de bodemkwaliteit is dat deze bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zodanig goed moet zijn dat er geen risico's voor de volksgezondheid bestaan bij het gebruik van het plangebied voor wonen of een andere functie.