direct naar inhoud van Artikel 21 Wonen - Woonwagenstandplaats
Plan: Leeuwarden - Wielenpôlle, Schepenbuurt, de Plantage en omgeving
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0080.05005BP00-VG01

Artikel 21 Wonen - Woonwagenstandplaats

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woonwagenstandplaats ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. standplaatsen voor woonwagens tot het aantal zoals ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
  • b. bijgebouwen bij woonwagens;

met de daarbijbehorende:

  • c. tuinen, erven en terreinen;
  • d. wegen, woonstraten en paden;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
21.2 Bouwregels

Op de voor ' Wonen - Woonwagenstandplaats ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

21.2.1 Woonwagens

Voor een woonwagen gelden de volgende regels:

  • a. indien een bouwvlak is aangegeven, dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd en geldt het bepaalde onder b niet;
  • b. de oppervlakte mag niet meer dan 52 m² bedragen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven hoogte;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' geldt dat de goot- en bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven hoogte.
21.2.2 Bijgebouwen bij woonwagens

Voor een bijgebouw bij een woonwagen gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte per woonwagen mag niet meer dan 16 m² bedragen;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen.
21.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 1 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de woonwagen, dan wel het verlengde daarvan niet meer dan 2 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5 m bedragen.
21.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de woonsituatie.
21.4 Specifieke gebruiksregels
21.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsdoeleinden.