direct naar inhoud van Artikel 17 Water
Plan: Leeuwarden - Wielenpôlle, Schepenbuurt, de Plantage en omgeving
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0080.05005BP00-VG01

Artikel 17 Water

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Water ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterlopen en waterpartijen;
  • b. oevers en paden;
  • c. aanleggelegenheid;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'schiphuis', tevens schiphuizen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats', tevens ligplaatsen voor woonschepen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - woonschip', tevens een bedrijfswoonschip;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'steiger', tevens een steiger;

met de daarbijbehorende:

  • h. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder oeverbeschoeiingen, bruggen, dammen en/of duikers.
17.2 Bouwregels

Op de voor ' Water ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

17.2.1 Schiphuizen

Voor een schiphuis gelden de volgende regels:

  • a. een schiphuis dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen.
17.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. er mogen geen steigers, vlonders en plankieren worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'steiger' de bouw van een steiger is toegestaan;
  • c. de bouwhoogte van oeverbeschoeiingen mag niet meer dan 0,75 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2 m bedragen.
17.3 Afwijken van de bouwregels
17.3.1 Afwijken

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 17.2 in die zin dat de bouwhoogte van oeverbeschoeiingen wordt verhoogd tot ten hoogste 1 m.

17.3.2 Afwegingskader

Een in 17.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de waterstructuur;
  • b. de waterhuishoudkundige situatie.
17.4 Specifieke gebruiksregels
17.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden als ligplaats voor woonschepen dan wel andere vaartuigen die als zodanig gebruikt worden, tenzij anders in dit plan is geregeld.
17.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.5.1 Vergunningplicht

Het is in onderstaande gevallen verboden om zonder een omgevingsvergunning een werk of werkzaamheid uit te voeren:

  • a. het wijzigen en/of dempen van waterlopen;
  • b. het vergraven van oevers.
17.5.2 Uitzonderingen

Het in 17.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
17.5.3 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterstructuur en de waterhuishoudkundige situatie.