Gemeente:
Leeuwarden
Plannaam:
Leeuwarden - Recreatiegebied Groene Ster
Status:
Vastgesteld
Statusdatum:
10-12-2012

Artikel 13 : Wonen

 

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ''Wonen'' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. woonhuizen, al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep- of bedrijfsactiviteit, niet bedoeld bed and breakfast;

  2. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;

waarbij, ter plaatse van de aanduiding ''karakteristiek'', de bestaande karakteristieke

hoofdvorm van de gebouwen wordt nagestreefd;

 

met de daarbij behorende:

  1. tuinen en erven;

  2. sloten en water;

  3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

13.2 Bouwregels

 

13.2.1 hoofdgebouw

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  1. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd;

  2. een hoofdgebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;

  3. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding ''maximale goot- en bouwhoogte (m)'' aangegeven goot- en bouwhoogte.

 

13.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  1. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen per hoofdgebouw zal ten hoogste 50 mû2 bedragen, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen ten hoogste 50% van het erf zal bedragen;

  2. de goothoogte van een aan- of uitbouw of bijgebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen;

  3. de dakhelling van een aan- of uitbouw of bijgebouw zal ten hoogste 60° bedragen.

 

13.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel(s) van het (hoofd)gebouw en het verlengde daarvan, ten hoogste 1,00 m zal bedragen;

  2. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

 

13.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;

  2. een goede milieusituatie;

  3. de verkeersveiligheid;

  4. de sociale veiligheid;

  5. een goede woonsituatie;

  6. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

 

13.4 Afwijken van de bouwregels

 

13.4.1 Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  1. het bepaalde in lid 13.2.2 sub a en toestaan dat de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen per hoofdgebouw wordt vergroot tot ten hoogste 100 m2, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen ten hoogste 50% van het erf zal bedragen.

 

13.4.2 Toetsingscriteria

Van het bepaalde in lid 13.4.1kan uitsluitend worden afgeweken, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  1. een samenghangend straat- en bebouwingsbeeld;

  2. een goede milieusituatie;

  3. de verkeersveiligheid;

  4. de sociale veiligheid;

  5. een goede woonsituatie;

  6. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

 

13.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;

b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel;

c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca;

d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsdoeleinden anders dan in de vorm van een aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;

e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huisverbonden

beroeps- of bedrijfsactiviteit, zodanig dat:

1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel, met dien verstande dat de bedrijfsvloeroppervlakte per bouwperceel ten hoogste 50 m2 mag bedragen;

2. de activiteit niet (mede) wordt uitgeoefend door de eigenaar of één van debewoners van de betreffende woning;

3. het totale aantal werkenden bij een beroepsuitoefening meer dan drie bedraagt en bij een bedrijfsuitoefening meer dan twee;

4. de activiteiten meldingsplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

5. er detailhandel plaatsvindt, tenzij er sprake is van de verkoop van ter plaatse vervaardigde non-food goederen of de verkoop van direct aan de activiteit verwante artikelen, met dien verstande dat de verkoopvloeroppervlakte ten hoogste 10% van de bedrijfsvloeroppervlakte mag bedragen;

6. de activiteit leidt tot parkeer- en verkeersoverlast;

7. de activiteit leidt tot overlast door een publiekaantrekkende werking;

8. het uiterlijk aanzien van de woning wordt aangetast. Er mag niet meer dan één reclame-uiting worden aangebracht. De reclame-uiting mag ten hoogste één naamsaanduiding of logo bevatten en is uitsluitend toegestaan in de vorm van uitstekende gevelreclame. De lengte van de reclame-uiting mag niet meer bedragen dan 1,00 m en mag geen grotere oppervlakte hebben van meer dan 0,50 m2. Die reclame mag niet worden verlicht. In andere gebieden dan specifiek woongebieden kan van deze regel worden afgeweken, mits de beleidsnota "Oog op reclame" daarin voorziet;

9. de activiteit hinder voor het woonmilieu oplevert.

 

13.6 Afwijken van de gebruiksregels

 

13.6.1 Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 13.5 sub c, d en e in die zin dat de gronden en bouwwerken, in combinatie met het wonen, worden gebruikt ten behoeve van bed and breakfast, mits:

  1. de bedrijfsvloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel met dien verstande dat de bedrijfsvloeroppervlakte per bouwperceel ten hoogste 50 m2 mag bedragen;

  2. er ten hoogste vier slaapplaatsen in ten hoogste twee van elkaar afgescheiden ruimten voor nachtverblijf aanwezig zijn;

  3. de exploitant hoofdbewoner is en er daadwerkelijk woont;

  4. de kamers deel uitmaken van het hoofdgebouw of van een daarvan onderdeel uitmakende aan- of uitbouw;

  5. reclame wordt beperkt in die zin dat één naamsaanduiding of logo met een lengte van niet meer dan 1,00 m en een oppervlakte van niet meer dan 0,50 m2 in de vorm van niet uitstekende gevelreclame is toegestaan. Die reclame mag niet verlicht zijn. In andere gebieden dan specifiek woongebieden kan van deze regel worden afgeweken, mits de beleidsnota "Oog op reclame" daarin voorziet;

  6. de activiteit niet leidt tot parkeer- en verkeeroverlast;

  7. de activiteit geen hinder of overlast voor het woonmilieu oplevert; waarbij bij de beoordeling van de mate van overlast tevens het woningtype en het karakter van de buurt of wijk betrokken dient te worden;

  8. het ruimtebeslag van de functie niet leidt tot te weinig bergruimte in of bij de woning.

 

 

13.7 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

 

13.7.1 Vergunningsplicht

Voor het (deels) slopen van bouwwerken ter plaatse van de aanduiding ''karakteristiek'' is een omgevingsvergunning vereist.

 

13.7.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 13.7.1is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden welke:

a. het normale onderhoud betreffen;

b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

 

13.7.3 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend indien:

a. de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het pand kan worden hersteld;

b. de karakteristieke hoofdvorm in redelijkheid niet te handhaven is;

c. het delen van het pand of bijgebouwen betreft die opzichzelf niet als karakteristiek zijn aan te merken en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm plaatsvindt.