direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Tuincentrum/ bouwmarkt, Domela Nieuwenhuisweg 1, Heerenveen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0074.TuincentrmBouwmrkt-VG01

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. één tuincentrum en één bouwmarkt, beide al dan niet met functieondersteunende horeca, met dien verstande, dat:
    • 1. het randassortiment voor tuincentra en ondersteunende horeca ten hoogste 13% van het totale verkoopvloeroppervlak binnen het gehele bestemmingsvlak mag beslaan;
    • 2. het verkoopvloeroppervlak voor dierbenodigdheden binnen het gehele bestemmingsvlak in totaal niet meer mag bedragen dan 400 m2;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'oever' zijn de gronden uitsluitend bestemd voor groenvoorzieningen en water;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' zijn de gronden in ieder geval bestemd voor minimaal 230 parkeerplaatsen;

met bijbehorend tuin, erf en terreinen.

3.2 Bouwregels

Ten aanzien van de in lid 3.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. ten behoeve van een bouwmarkt mag ten hoogste een bedrijfsvloeroppervlakte van 4000 m2 worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de maximale bouwhoogte niet meer bedragen dan aangegeven;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' mag de maximale goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan aangegeven.
  • e. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan:
    • 1. voor erfafscheidingen:
      • 2 m binnen het bouwvlak;
      • 1 m buiten het bouwvlak;
    • 2. 12 m voor reclame- en vlaggenmasten;
    • 3. 5 m voor overige andere bouwwerken.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van het hieronder gestelde, nadere eisen stellen aan de plaats afmetingen en hoofdvorm van de bebouwing, waarbij met name rekening zal worden gehouden met de toetsingscriteria.

Toetsingscriteria voor ontwikkeling en beheer

Ontwikkelingen in het plangebied zullen worden getoetst aan, onder meer, de volgende criteria:

3.3.1 Voorerf en zijerf

Het beleid is erop gericht binnen het voorerf, voor zover dit voor (het verlengde van) de voorgevellijn is gelegen, en binnen het zijerf, voorzover gelegen binnen 1 m uit de grens met het openbaar gebied (weg of openbaar groen), uitsluitend erfafscheidingen met een hoogte van maximaal 1 m toe te staan, tenzij in deze regels anders is bepaald.

3.3.2 Straat- en bebouwingsbeeld

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient gestreefd te worden naar het tot stand brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld. In het algemeen zal worden gestreefd naar:

  • a. een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
  • b. een goede hoogte-/ breedteverhouding tussen de bebouwing onderling;
  • c. een samenhang in bouwvorm/ architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar is georiënteerd.
3.3.3 Sociale veiligheid

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient voorkomen te worden dat een ruimtelijke situatie ontstaat die onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet sociaal controleerbaar is.

3.3.4 Milieusituatie

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met milieuaspecten, zoals hinder voor omwonenden en verkeersaantrekkende werking.

3.3.5 Gebruiksmogelijkheden

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met gebruiksmogelijkheden binnen andere bestemmingen, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed.