Plan: Bontebok
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0074.BPNbontebok-VG01

Artikel 16: Algemene gebruiksregels

16.1. Strijdig gebruik

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijvingen, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
  1. het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  2. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen;
  3. het gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak en/of bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
  4. het gebruik van gronden voor het storten van puin en/of afvalstoffen;
  5. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de stalling en/of opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- en/of vliegtuigen;
  6. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van het kennelijk ten verkoop stallen en opslaan van bruikbare en niet aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar- en/of vliegtuigen anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten verkoop;
  7. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een crossen/of wedstrijdterrein voor voer- en vaartuigen, alsmede ten behoeve van de modelvliegsport.

16.2 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan, bij een omgevingsvergunning afwijken van:
  1. het bepaalde in lid 16.1 sub a en toestaan dat gronden bij woonhuizen of bedrijfswoningen worden gebruikt als kleinschalig kampeerterrein, mits:
    1. er per woonhuis of bedrijfswoning niet meer dan één kleinschalig kampeerterrein wordt ingericht;
    2. het kleinschalig kampeerterrein volledig is gelegen binnen een afstand van ten hoogste 100 m vanaf het woonhuis of de bedrijfswoning van waaruit het kleinschalig kampeerterrein wordt geexploiteerd of beheerd;
    3. de afstand ten opzichte van een ander (al dan niet kleinschalig) kampeerterrein ten minste 500 m bedraagt;
    4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
      1. de woonsituatie;
      2. de milieusituatie;
      3. de landschappelijke waarden;

  2. het bepaalde in de regels van het plan en toestaan dat gronden en/of gebouwen waarop krachtens de regels van dit bestemmingsplan de uitoefening van detailhandel en/of horeca niet is toegestaan, worden gebruikt voor de uitoefening van detailhandel en/of horeca, mits:
    1. Deze detailhandel en/of horeca plaatsvindt op een kleinschalig kampeerterrein;
    2. De gezamenlijke oppervlakte van de bouwwerken en gronden die voor de uitoefening van detailhandel en/of horeca ten hoogste 50m2 bedraagt, waarbij de oppervlakte van bouwwerken en gronden die worden gebruikt voor de uitoefening van detailhandel ten hoogste 25m2 bedraagt;
    3. eveneens de in lid 16.2.1 sub a bedoelde afwijking is toegepast.

16.3 Afwegingskader

De in lid 16.2 genoemde afwijkingen kunnen slechts worden toegepast indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
  1. het straat- en bebouwingsbeeld,
  2. de woonsituatie;
  3. de sociale veiligheid;
  4. de milieusituatie;
  5. de verkeersveiligheid;
  6. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.