Plan: Bontebok
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0074.BPNbontebok-VG01

Artikel 3: Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. de uitoefening van een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering;
  2. het behoud en ontwikkeling van de landschappelijke waarden;
  3. cultuurgrond;
  4. met daaraan ondergeschikt:
  5. water
  6. paden;
  7. nutsvoorzieningen
  8. met de daarbij behorende:
  9. bouwwerken.

3.2 Bouwregels

3.2.1.Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt de volgende regel:
  1. op of in deze gronden worden geen gebouwen en overkappingen gebouwd.
3.2.2.Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
  1. de hoogte van terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m;
  2. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 3 m.

3.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een:

  1. goede woonsituatie;
  2. de sociale veiligheid;
  3. de milieusituatie;
  4. de verkeersveiligheid;
  5. en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden,
nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.4 Specifieke gebruiksregel

Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden voor:

  1. het opslaan van mest en/of andere landbouwproducten;
  2. het al dan niet hobbymatig gebruiken van een paardrijbak;
  3. het aanbrengen van bomen en houtgewas.

3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

3.5.1 Verbod
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van Burgemeester en Wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
  1. Het kappen en/of verwijderen van bomen en houtgewas;
  2. Het aanbrengen van hoogopgaande en/of diepwortelende beplanting.

3.5.2 Uitzondering
Het in lid 3.5.1, vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:
  1. het normale onderhoud betreffen;
  2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

3.5.3 Afwegingskader
De in lid 3.5.1, genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits:
  1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden van het gebied.