direct naar inhoud van Artikel 15 Verkeer
Plan: Aengwirderweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0074.BPNAengwirderweg-VG01

Artikel 15 Verkeer

 

15. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    wegen en straten;

b.    voet- en rijwielpaden;

c.    bruggen, dammen en/of duikers, en naar de aard daarmee gelijk te stellen kunstwerken;

d.    sloten, bermen en beplanting;

e.    nutsvoorzieningen;

waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het verkeer;

met de daarbijbehorende:

f.     parkeervoorzieningen;

g.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

15. 2.     Bouwregels

15. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

15. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

-       de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

15. 3.     Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

15. 4.    Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

 

a.    het aanleggen van wegen en paden of anderszins inrichten van het bestemmingsvlak in afwijking van het aangegeven dwarsprofiel.

b.    het gebruik van de gronden als verkooppunt van motorbrandstoffen.

15. 5.    Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de landschappelijke waarden, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

-       het bepaalde in lid 15.4 onder a in die zin dat wordt afgeweken van het aangegeven dwarsprofiel, mits:

1.    hierdoor geen wezenlijke verandering in de geluidssituatie optreedt;

2.    tevens getoetst wordt aan de gevolgen voor de afwikkeling van het openbaar vervoer.