direct naar inhoud van Artikel 8 Verkeer
Plan: Harlingen - Oostpoort
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0072.Oostpoort-GV01

Artikel 8 Verkeer

 

8. 1.       Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    wegen en straten;

b.    voet- en rijwielpaden;

c.    kaden;

d.    nutsvoorzieningen;

e.    een reclamemast, ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - reclamemast”;

f.     het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege een industrieterrein van geluidsgevoelige objecten, ter plaatse van de aanduiding “geluidzone - industrie”;

g.    de bescherming van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen vaarweg, ter plaatse van de aanduiding “vrijwaringszone - vaarweg”;

met daaraan ondergeschikt:

h.    parkeervoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

i.      groenvoorzieningen;

j.      sloten, bermen en beplanting;

k.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

8. 2.       Bouwregels

8. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

8. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen niet worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - bebouwingsvrije zone”;

b.    reclamemasten mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - reclamemast”;

c.    de bouwhoogte van een reclamemast zal ten hoogste 25,00 m bedragen;

d.    de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zal ten hoogste 15,00 m bedragen.

8. 3.       Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a.    de verkeersveiligheid;

b.    de brandveiligheid; en

c.    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

8. 4.       Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de milieusituatie, de brandveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:

 

-        het bepaalde in lid 8.2.2. sub a en toestaan dat, ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - bebouwingsvrije zone", bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:

1.    de bouwhoogte ten hoogste 5,00 m zal bedragen;

2.    geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren van de vaarweg;

3.    vooraf advies is ingewonnen bij de beheerder van de vaarweg omtrent de vraag of dit uit een oogpunt van doelmatig beheer en onderhoud bezwaren oplevert;

4.    vooraf advies is ingewonnen bij de brandweer Fryslân omtrent de vraag of dit uit een oogpunt van veiligheid bezwaren oplevert.