direct naar inhoud van Artikel 7 Leiding - Zout
Plan: Bestemmingsplan Sexbierum - Bestaande Glastuinbouw
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0070.BPSBRBESTGLAST2009-VAS1

Artikel 7 Leiding - Zout

 

7. 1.       Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Leiding - Zout’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

a.    een strook ten behoeve van een zoutleiding;

met de daarbijbehorende:

b.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

7. 2.       Bouwregels

7. 2. 1. In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en), mogen op of in deze gronden geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze dubbelbestemming.

7. 2. 2. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden ge­bouwd.

7. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

-       de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen.

7. 3.       Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het veilig en doelmatig functioneren van de leiding.

7. 4.       Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de leiding, ontheffing verlenen van:

 

-       het bepaalde in lid 7.2.1. en lid 7.2.2. en toestaan dat de in de basisbestemmingen genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:

-     vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder.

7. 5.       Aanlegvergunning

7. 5. 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schrifte­lijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegver­gunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemmingen:

a.    het ontginnen, bodemverlagen of afgraven, ophogen of egalise­ren van gronden;

b.    het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;

c.    het rooien van diepwortelende beplantingen en bomen;

d.    het aanbrengen van gesloten oppervlakteverhardingen;

e.    het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond.

7. 5. 2. Het bepaalde in lid 7.5.1. is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:

a.    het normale onderhoud betreffen;

b.    reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van kracht worden van het plan.

7. 5. 3. De in lid 7.5.1. genoemde vergunning kan uitsluitend wor­den verleend indien:

a.    door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen one­venredige aantasting van de belangen van de, in het lid 7.1. genoemde, leiding ontstaat of kan ontstaan;

b.    vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder.